154
HET GRAF VAN EEN GRAAF
over het hoofd, en in 1991 doet Dijkstra op zijn
beurt hetzelfde met het artikel van Dhanens. En
ze doen beide toch zulke stellige, maar helaas
ook tegenstrijdige uitspraken over het Middel
burgse graf van graaf en Rooms-Koning Willem
II.
Ik zal proberen de essentie van het vraagstuk
weer te geven. In 1817 werd (in een tot dan toe
dichtgemetselde nis) in de koorkerk te Middel
burg een graf ontdekt, dat blijkens de voorstelling
en het wapenschild op de zerk de stoffelijke res
ten moest herbergen van een 'ridder' uit het Hol
landse gravenhuis'. Volgens de overgeleverde ge
schreven bronnen hebben inderdaad enkele
leden van de Hollandse grafelijke familie hun
laatste rustplaats in de Middelburgse abdijkerk
gevonden. Voor een bijzetting in het 'ridder-graf
komen in aanmerking Floris de Voogd (in 1258
op achtentwintigjarige leeftijd overleden) en de
ongekroonde Duitse keizer, Rooms-Koning Wil
lem II, gesneuveld eveneens op achtentwintigja
rige leeftijd tijdens een campagne tegen de West-
Friezen in 1256. Zijn gebeente is in 1284 te
Hoogwoud opgegraven en door zijn zoon Floris
V overgebracht naar de - toen nog Romaanse
abdijkerk in Middelburg. Daar werd het boven
gronds opgesteld, in 'enen serine suverlike'.
Dhanens trof in de Koninklijke Bibliotheek te
Brussel een zestiende-eeuwse beschrijving aan
van een grafmonument, dat in de jaren 1542-1546
ter nagedachtenis aan Willem II en zijn echtge
note Elisabeth van Brunswijk-Ltineburg in Renais
sancestijl was opgetrokken. Dit monument
diende ter vervanging van een schrijn welke in
1492 tijdens een brand verloren was gegaan.
Dhanens maakt het aannemelijk dat de toen ver
brande schrijn tijdens de grote bouwcampagnes
in de gothische tijd een 'belangrijke artistieke we-
deruitrusting heeft ondergaan' (blz. 86). Daardoor
is het niet bekend in hoeverre bij de brand van
1492 (dit jaar precies vijfhonderd jaar geleden!)
ook de stoffelijke resten van Willem II waren be
trokken.
In elk geval werd het in de zestiende eeuw
nog als vanzelfsprekend beschouwd dat bij de
herbouw en herinrichting van de Middelburgse
koorkerk opnieuw een markante plaats zou wor
den ingeruimd voor een grafmonument voor Wil
lem II. Hoewel de plannen daartoe waarschijnlijk
al uit de jaren rond 1500 dateren, werd dit kunst
historische hoogstandje eerst rond het midden
van de zestiende eeuw voltooid. Dit 'nieuwe'
grafmonument was geen lang leven beschoren.
Weliswaar doorstond het ongeschonden de beel
denstorm van 1566, maar het werd twee jaar latei-
bij een grote abdijbrand alsnog grotendeels ver
woest. De laatste fragmenten ervan zijn vermoe
delijk in 1603 opgeruimd.
Na zorgvuldige weging van argumenten komt
Dhanens tot de conclusie, dat het in 1817 aange-
Willem II, dat ik Dijkstra's nieuwe boek onder de
aandacht van potentiële Zeeuwse geïnteresseer
den wil brengen. De ondertitel van het boek sug
gereert namelijk geen enkel verband met Middel
burg, en door het gespecialiseerde karakter kan
het boek velen ontgaan die er mogelijk toch
graag van hadden vernomen.
Dijkstra's werk aan de skeletten te Rijnsburg
was gecompliceerd en heeft decennia van noeste
vlijt gevergd. Zijn doorzettingsvermogen verdient
dan ook de grootste bewondering. Maar aan zijn
arbeid valt ook een schaduwzijde te bespeuren
Dijkstra's onbetwiste succes in Rijnsburg heeft
hem, in mijn ogen, wat overmoedig gemaakt. In
zijn nieuwe boek presenteert hij een aantal hypo
thesen, die meer gedurfd zijn dan op grond van
de bronnen eigenlijk verantwoord is. Anderzijds
wil Dijkstra ook niet anders. In het voorwoord
van zijn laatste boek stelt hij zich op het stand
punt dat, wil een wetenschap ooit verder komen,
het formuleren van aanvechtbare hypothesen
noodzakelijk is.
En aanvechtbaar is zijn these over Middelburg
zeker. Want wat is het geval? In 1985 verscheen
een omvangrijke kunsthistorische studie van E.
Dhanens, welke speciaal gewijd is aan één van
de in 1980 door Dijkstra onderzochte grafmonu
menten'. Daarbij doet zich een curieuze coïnci
dentie voor: de kunsthistorica Dhanens ziet in
haar artikel het eerste boek van de arts Dijkstra
Afb. 2: De beenderen worden uit het graf aangereikt door
een in de tombe gekropen medewerker. Foto uit: B.K.S.
Dijkstra, Een stamboom in beenAmsterdam 1991.