VERZAMELINGEN l6l lenden in het Zeeuws Genootschap die meehiel pen het muntkabinet te vullen. Rethaan Macaré, indertijd conservator numismatiek, verrijkte de verzameling bijzonder door zijn aankopen bij de Domburgse strandjutters. Zijn publikaties in het Archief van het Genootschap van 1838 en van 1856 zijn nog steeds een goede informatiebron voor de collectie. Wij mogen ons gelukkig prij zen, dat de Werkgroep Historie en Archeologie van het Genootschap deze twee werken opnieuw uitgeeft en ter beschikking stelt van de bezoekers van de tentoonstelling in het Zeeuws Museum. De kosten van deze boeken bedragen 20 gulden; de banden kunnen in het Museum of op het se cretariaat van het Genootschap worden verkre gen. Na het vertrek van Rethaan Macaré naar Utrecht kwam J. Broekema, adjunct-archivaris van het Rijksarchief in Zeeland, als conservator van Afb. 3: Verschillende soorten van munten, gevonden op de westkust van Walcheren. I SMJ^A\, sfcïf het kabinet de verzameling inventariseren. Voor de Domburgse stukken werd hij in 1888 gehol pen door Marie G.A. de Man. Zij zou als conser vatrice de verzameling in 1891 verder beheren, aanvullen en catalogiseren. Marie de Man verza melde tal van Domburgse vondsten, zowel voor haar eigen verzameling als ten behoeve van het Genootschap. Haar eigen collectie, hoewel ver maakt aan het Genootschap, verkocht zij in .1923 aan het Koninklijk Penningkabinet in Den Haag. Sinds 1855 was ook H.J. Boogaert uit Domburg aan het verzamelen. Zijn zoon, jhr. H.A. van Adri- chem Boogaert, erfde zijn vaders collectie, welke na de Tweede Wereldoorlog aan het Zeeuws Ge nootschap is vermaakt. Zijn bezit aan munten omvatte acht Romeinse munten, 146 sceatta's, ze ventien Karolingische munten en 41 diverse mun ten. In 1940 overleed in Burgh de onderwijzer Hu- bregtse. Hubregtse had grote belangstelling voor de geschiedenis van West-Schouwen gehad. On der leiding van Holwerda en Remouchamps - beide aan het Oudheidkundig Museum in Leiden verbonden - en ir. Hudig, hoogleraar in Gronin gen en later in Wageningen, werden de vondsten gecatalogiseerd en gefotografeerd. Het Genoot schap werd erfgenaam van zijn unieke collectie, die hij zelf had verzameld, en van zijn correspon dentie. Door oorlogsgeweld (Zeeland was tijdens de oorlog Sperrgebiet) kon deze verzameling pas na de bevrijding naar Middelburg worden ge bracht. Zo bezit het Zeeuws Genootschap een unieke collectie van de stranden van Walcheren en Wes- ter-Schouwen, die in een tijdsbestek van 160 jaar is opgebouwd. In naaste toekomst zal een geïllu streerde catalogus van de collectie van het Ge nootschap verschijnen. De gehele verzameling berust momenteel in het Zeeuws Museum te Mid delburg, waar zij als bruikleen van het Genoot schap is opgenomen als het Muntkabinet Marie G.A. de Man van het Koninklijk Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen. De verzameling munten en penningen is ten eerbewijze ver noemd naar Marie de Man, de bekwame Zeeuwse numismate die ook een voorname rol heeft gespeeld in het Koninklijk Genootschap voor Munt- en Penningkunde, dat thans zijn hon derdjarig jarig jubileum viert. De Zeeuwse stromen overblikkende, mogen we constateren dat er parallellen met de ingang van de onderwereld zijn. In het onderbewuste van de bewoners en van de passanten kan dit een rol hebben gespeeld bij cle bouw van ten minste twee bewezen tempels en een derde on bewezen tempel bij Westkapelle. Wij hopen dat Nehalennia en Buronia tevreden over ons zijn ge weest.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 43