SIGNALEMENTEN 165 'Monumentenzorg in Zeeland', Heemschut jaar gang 69, no. 3, juni 1992. Het themanummer over Zeeland van het twee maandelijks tijdschrift van de Bond Heemschut opent nogal schokkend. 'In Zeeland is niet veel gevoel voor historie', stellen leden van de provin ciale commissie, en het is meer aan niet-Zeeuwen dan aan de Zeeuwen zelf te danken dat hier ge bouwen worden bewaard en gerespecteerd. Slechts enkele gemeenten kennen een eigen mo numentenlijst en het aantal beschermde stads- en dorpsgezichten is opvallend klein, bang als men is dat elke verandering onmogelijk wordt. Men is gauw geneigd oude gebouwen aan moderne ei sen aan te passen. Het is volgens Heemschut voor een belangrijk deel aan het toerisme te dan ken dat Zeeland het belang van monumenten zorg inziet. Met de blik van de buitenstaander, en daarom niet erg interessant voor inwoners en re gelmatige bezoekers van de provincie, worden vervolgens van plaatsen als Middelburg (Cees Dam wordt geprezen!), Domburg, Vlissingen, Veere, Goes, Zierikzee, Brouwershaven en Tho- len korte impressies gegeven. Tevens wordt aan dacht geschonken aan opgravingen, dorpstypen, boerderijen, de Atlantikwall en tot slot Zeeuwsch- Viaanderen. Uit dit tijdschrift valt vooral te leren hoe anderen over Zeeland en zijn monumenten denken. GvdH Francisca van Vloten, En het leven een droom. De kunstenaarsfamilie Góth. Zeeuwse katernen 7. Middelburg 1992. Op 1 april van dit jaar overleed in Veere de kun stenares Sarika Góth, die drie dagen daarvoor 92 jaar oud was geworden. Deze zomer toonde het Zeeuws Museum werk van haar, van haar vader en van haar moeder - een mooi voorbeeld van alert handelen. Ter gelegenheid daarvan schreef Francisca van Vlooten, die Sarika Góth goed heeft gekend, dit aardige en informatieve deeltje in de altijd weer verrassende reeks Zeeuwse ka ternen. Het is een levensschets van de dochter geworden, aan de hand waarvan ook dat van (vooral) haar vader, Maurice Góth, wordt ge schetst. Deze Hongaar, in 1873 geboren, was een succesvol schilder toen hij in 1914 ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog in Domburg verzeild raakte. Hier kon hij zich onderdompelen in het zo bijzondere kunstenaarsmilieu dat deze kleine badplaats toentertijd kende. Uit de hoeveelheid van namen die opduiken, blijkt weer eens hoe veel talenten elkaar hier, vooral 's zomers, ont moetten en inspireerden. Overigens bleef het grote succes dat hij in Boedapest had gekend in Nederland achterwege, al kregen zijn schilderijen ook hier veel waardering. Het echtpaar Góth kon evenwel in Hongarije niet meer aarden, zodat het in 1928 naar Zeeland terugkeerde en in Veere het huis 'De Goutsbloeme' kocht. Dochter Sarika was in Nederland gebleven en op aandrang van Jan Toorop en Arthur van Schendel al op jonge leef tijd eveneens aan het schilderen geslagen. Al snel wist zij zich in kunstzinnig Nederland een plaats te verwerven. Ook in brede kring vond zij erken ning, vooral met haar kinderportretten. Tot op hoge leeftijd schuwde zij het echter niet, nieuwe dingen te proberen. Vanaf 1950 verbleef Sarika 's zomers veelal in het Veerse huis van haar in middels overleden ouders; de rest van het jaar woonde zij in Amsterdam. De laatste jaren van haar leven bracht zij uitsluitend in Veere door. Francisca van Vlooten heeft een liefdevol portret geschetst van een bijzondere vrouw die een rijk leven heeft gehad. Tot een wat diepergaande ver handeling over het werk komt de schrijfster niet, maar dat mag in het bestek van deze publikatie ook niet echt van haar verwacht worden. Het boekje doet naar meer verlangen: een uitgebreide verhandeling over de kunstenaarsmilieus in Dom burg en later ook in Veere. GvdH

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 47