128 HET WERKEND TREKPAARD Afb. 3: Rinus Mol slecht de grond met een vier span. Foto: M. Postma. worden bereikt (Dauer en De France). Het etnografisch karakter van een film wordt bepaald door de criteria op basis waarvan struc tuur en onderwerpen in de film en de beschrij vende waarde van de afzonderlijke en de gemon teerde opnames worden gekozen. Hieronder zal aan de hand van voorbeelden uit de film worden ingegaan op wat onder een etnografische bena dering kan worden verstaan. Terug naar Zeeland; structuur Het leek belangrijk, meer dan één bedrijf in de film te laten zien, waardoor zoveel mogelijk ver schillende werkzaamheden konden worden ge toond en de kijker de mogelijkheid heeft een breder beeld van het gebruik van trekpaarden in Zeeland te krijgen. Zelf had ik door deze benade ring ook twee kansen om verschillende werk zaamheden vast te leggen. Persoonlijke verschil len in werkwijze en manieren van optuigen worden duidelijk, en de film gaat meer over de trekpaardenwereld als zodanig, waardoor het ge vaar wordt voorkomen dat de film een portret van een familie wordt. Wat evenwel ook van be lang is, is te verduidelijken dat er ook in een rela tief klein gebied al variatie bestaat. Streekgebon den gewoonten van de Bevelanden en Walcheren kunnen zo met elkaar worden vergeleken. Op Walcheren bestaat het ringrijden, dat op Zuid-Be veland niet zo populair is. En zo heb je op Zuid- Beveland de man die de garelen voor de trek paarden van Mol verzorgt. Op Walcheren ont breekt hij. Een belangrijk punt was dat de twee bedrijven verschillende overlevingsstrategieën hebben ge vonden. Paauwe voert het bedrijf met hulp van Verhage op deeltijdbasis, naast een veertigurige werkweek. Kees Mol en zijn vader voeren het be drijf samen en het is hun voornaamste bron van inkomsten. Door deze twee bedrijven te laten zien, meende ik dat er een realistisch beeld van de hedendaagse trekpaardenlandbouw kon wor den gegeven. De geschiedenis komt aan bod door gesprek ken met verscheidene ouderen en door het tonen van archiefbeelden. Aan de orde komen de so ciale en economische omstandigheden vroeger en nu, de verhouding knecht-boer vroeger en de positie van de boer die nu zelf zijn land bewerkt. Een vroegere paardenknecht van Mol doet zijn verhaal, en ook de anderen, Mol en Paauwe, vertellen over de dagen van weleer. Wat is tegen woordig de positie van de bedrijven die met trek paarden werken? Wat beweegt de trekpaardboe- ren? Hoe overleven zij, in hoeverre is de sociale context nog aanwezig waarbinnen het werken met trekpaarden en het fokken nog betekenis heeft, en hoe was dit in de hoogtijdagen van het trekpaard? Wat de tijdsstructuur van de film betreft, lag het voor de hand dat deze door de opeenvolging dei- werkzaamheden in de seizoenen zou worden be paald. Daarbinnen moesten belangrijke thema's en de daaronder vallende onderwerpen die bij het vooronderzoek naar voren waren gekomen hun plaats krijgen. Thema's in de film Hoofdthema van de film is de documentatie van het landbouwwerk met trekpaarden. De weer gave van de technieken vormt als het ware het skelet waar de opnames op steunden. Daarnaast ging het bij de verfilming van het landbouwwerk om die dingen die zich niet in woorden laten vat-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 6