Wanneer verscheen de 'Cronyk' van Smallegange?
19
P.J. Verkruijsse
De Nieuwe cronyk van Zeeland van Mattheus Smallegange is in voldoende Zeeuwse boekenkasten aan
wezig - zo niet in origineel dan toch in één van de vier verschenen facsimile-uitgaven - om snel een
antwoord te kunnen geven op de vraag van wanneer dit veelgebruikte werk over de Zeeuwse geschiede
nis en genealogie dateert. Zowel het fraaie frontispice als de tweekleurige titelpagina vermelden het jaar
tal 1696. Toch is er aanleiding om bij dit gegeven enige vraagtekens te plaatsen, vraagtekens die voort
komen uit enerzijds gegevens uit de archieven en anderzijds uit analytisch-hihliografisch otiderzoek
van cle Cronyk.
Wat is een hoek?
Wanneer men onderzoek doet naar boeken uit
het verleden, dient men zich te realiseren dat het
produktieproces van drukwerk destijds anders
verliep dan tegenwoordig. De grote offset-rotatie
persen van nu produceren met een druk op de
knop in korte tijd een groot aantal bedrukte vel
len; op de met de hand bediende pers moest
men vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst
rond 1450 tot en met de 18e eeuw ieder vel met
de hand op de pers leggen. Deze werkwijze
maakte het mogelijk tijdens het drukken wijzigin
gen in het zetsel aan te brengen, waardoor het
verklaarbaar is dat exemplaren binnen één druk
soms verschillen (correcties) vertonen. Niet ge
corrigeerde vellen werden immers niet wegge
gooid omdat het papier toen zeer duur was. Het
produceren van een omvangrijk werk in een
forse oplage - zoals Smalleganges Cronyk. onge
veer 800 pagina's in een oplage van waarschijn
lijk 1500 exemplaren - nam dan ook geruime tijd
in beslag: ongeveer een jaar als er constant door
gewerkt kon worden.
Voor een constante produktie moest de druk
ker echter tevoren wel het een en ander organi
seren. Voor het drukken van de Cronyk moest
een nieuwe letter gegoten worden; er moesten
afspraken gemaakt worden met een aantal gra
veurs over de prenten; er moest gezorgd worden
voor voldoende papier. Voor dure ondernemin
gen trachtten drukkers/uitgevers de kosten en het
risico te spreiden. Dat kon bijvoorbeeld door met
intekening te werken en door contracten te slui
ten met collega's die zich garant stelden voor de
afname van een aantal exemplaren, of zelfs on
derdelen van exemplaren. In het geval van de
Cronyk was de Middelburgse drukker/uitgever
Johannes Meertens een overeenkomst aangegaan
met de Amsterdamse uitgever Johannes van So
meren, die vooral optrad als papierleverancier en
als afnemer van een deel van de oplage: telkens
als er twaalf vellen bedrukt waren ontving hij de
hem toekomende portie exemplaren en op zijn
beurt leverde hij weer genoeg papier om de vol
gende twaalf vellen te produceren. Voor de Cro
nyk - een boek in folio-formaat - betekende dat,
dat het werk ontstond met vier katernen tegelijk:
één katern (bindeenheid) bestaat uit drie in el
kaar geschoven dubbelgevouwen vellen.
De vraag is wat er gebeurde met die hoopjes
bedrukt papier. Lagen die ergens te wachten tot
het gehele werk voltooid was of werden ze vast
verspreid onder de intekenaren? Smalleganges
Cronyk. is een van de eerste Nederlandse boeken
waarvan we weten dat die bij intekening aan de
man gebracht zijn. Als door een mirakel is één
exemplaar van het prospectus bewaard gebleven.
Dat prospectus dateert van 1682, dus niet minder
dan veertien jaar voor de datering op de titelpa
gina (1696). In ieder geval is men met het druk
ken van de eerste katernen in of kort na 1683 be
gonnen en men zou zich kunnen voorstellen dat
de intekenaren, die met het vorderen der jaren
wat ongeduldig kunnen zijn geworden, enigszins
tevreden gesteld zijn door hen in het bezit te stel
len van de reeds voltooide katernen. Een derge
lijke handelwijze is niet uitgesloten, omdat het in
die tijd de gewoonte was dat de koper van een
boek er zelf een band omheen liet maken. Om
dat er in notariële akten echter sprake is van be
hoorlijke bedragen voor pakhuishuur zullen de
meeste intekenaren toch geduld hebben moeten
oefenen.
De conclusie uit het voorgaande kan zijn, dat
de verschijningsdatum van een boek als de Cro
nyk van Smallegange niet in één jaartal is uit te
drukken - een boek bestaat immers uit een verza
meling losse katernen - maar dat er voor een
aantal katernen tegelijk diverse momenten zijn
waarop het boek de lezer kon bereiken.
De zaak wordt nog gecompliceerder wanneer
de 'bijlagen' bij de Cronyk erbij betrokken wor
den. Vrijwel alle exemplaren bevatten immers
nog een 'Bladwijser der voornaemste saecken in
dese Cronijck vervat' (een apart gepagineerd ka
tern); veel exemplaren hebben ook een 'Beschry-
ving van den Zeelandschen adel' plus 'Byvoeg-
selen tot de Cronyk van Zeeland' met de
wapenkaarten bijgebonden; in een aantal exem-