32
HETZELVE ANDERS
Afb. 3: De noord- en
westgevel na de restau
ratie van 1894 tot 1904.
RAZ, Zei. III. II, 2215.
stond, af. Hier kwamen twee originele ramen te
voorschijn. De ingang, die oorspronkelijk op het
niveau van de hoofdverdieping lag, werd aan
zienlijk verlaagd.
Helaas heeft het gerestaureerde stadhuis slechts
veertig jaar dienst gedaan. Bij de strijd om de
Westerschelde, in het najaar van 1944, werd Sluis
op 11 oktober gebombardeerd. Het stadhuis
werd daarbij grotendeels verwoest. Het belfort
werd tot de hoogte van de weergang wegge
vaagd. De noordwesthoek van het stadhuis ver
toonde een enorme bres. De top van de oostge
vel was grotendeels verdwenen, de rest van de
muren bleef redelijk intact. Het gehele interieur
met de prachtige bekapping en het vele beeld
houwwerk aan de sleutelstukken en muurstijlen
ging verloren. Alleen de kelder met zijn gewel
ven, rustende op natuurstenen zuilen, bleef be
houden.
Direct na de oorlog werden stutten geplaatst
en metselwerken uitgevoerd om de ruïne zo
goed mogelijk te consolideren. Vele plannen tot
restauratie/herbouw werden gemaakt. In 1956
begon onder architectuur van G.M. Sturm, F.H.
Klokke en J. de Wilde onder supervisie van E.A.
Canneman (architect Monumentenzorg), de we
deropbouw van het stadhuis. De oorspronkelijke
vorm van gevels en toren werd daarbij aangehou
den en fouten, gemaakt bij de restauratie van
1894-1904, werden hersteld. Zo kregen de ven
sters op de hoofdverdieping, uitgezonderd één
aan de zuidzijde, geen rondbogen met driepassen
meer, zoals bij de bovenvensters, maar eenvou
dige segmentbogen, overeenkomend met de ven
sters die achter het in 1899 afgebroken huis wa
ren gevonden. Aan de noordgevel werd de
spitsboogfries vervangen door de oorspronkelijke
overkraging van de weergang, die bestond uit vrij