2 HERINNERDE RAMP gemaakt. 'Oudere' Zeeuwen voelen zich veiliger. Is dat omdat ze een vergelijking met vroeger ma ken, of is hen die veiligheid bij cle uitvoering van de Deltawerken zo lang voorgehouden dat zij er meer in zijn gaan geloven dan anderen? We weten het niet. Het gaat om subjectieve ge voelens: de vorming en de verandering ervan zijn een deel van onze cultuur. Het beeld van de vei ligheid blijft bestaan, ondanks het feit dat we we ten dat de waterspiegel stijgt, de ijskap op de pool smelt en de dijken, nu op Deltahoogte, de komende decennia alweer drastisch verhoogd moeten worden. De moderne techniek zal de vij and, het water, overwinnen, nu en in de toe komst. De ramp van 1953 wordt op die manier het meest recente wapenfeit in een lange reeks van oveiwinningen op het water die ergens in de late middeleeuwen begonnen is en vindt daar mee zijn plaats in het dominante beeld van onze nationale identiteit. 'Luctor et Emergo' is van een oudere spreuk getransformeerd tot de wapen spreuk van de provincie Zeeland, tot een formule die het water bezweert, maar het had die van de Nederlandse natie kunnen zijn. Het paradoxale gevolg hiervan is dat de ramp zelf als het ware onzichtbaar is geworden in cle nationale geschiedenis; onzichtbaar, dat wil zeg gen dat de nationale geschiedschrijving er nau welijks meer over spreekt. Het standaardbeeld van de naoorlogse periode is dat van 'herstel en vernieuwing'. De oorlog was op het moment van de ramp nog maar acht jaar geleden; met ver eende krachten was het land aan de wederop bouw bezig. De onder de Duitse bezetting ge groeide Nederlandse identiteit had weliswaar na 1945 een gevoelige deuk gekregen door het ver lies van Nederlands-Indië, maar in het spraakge bruik van de wederopbouw gaven woorden als 'modernisering' en 'wederopbouw' de toon aan en niet het sentiment van de geknakte trots. De watersnoodramp paste niet goed in het beeld van een rechtlijnige evolutie en bleef als een incident terzijde staan. Euforie De nationale stemming in 1953 past in het domi nante beeld. De collectieve reactie was als het ware een euforie van hulp en strijd. Wie de kran ten uit die tijd leest is geneigd te denken dat het hele volk van meet af aan geweten heeft dat het beter was het geld, voor het bioscoopbezoek aan de getroffenen te geven, het was een euforie waarbij zoveel dekens werden ingezameld dat men zich er geen raad meer mee wist. Maar een herinnering die getekend is door dit 'beurzen open, dijken dicht', negeert de geschiedenis van de getroffenen: de angst en de chaos die zij heb ben ervaren. Er is een collectief raster over de ge beurtenissen gelegd, naspeurbaar in parlemen taire debatten, radioverslaggeving en filmbeelden uit die tijd, en in de latere beeldvorming. Herinnerde verlatenheid Wie bij cle bewoners uit de getroffen gebieden te rade gaat, ontdekt dat het niet alleen gaat om wa ter, maar om een veel bredere herinnering aan iets waarvoor de grotere historische verbanden ontbreken. Er zijn fragmenten over het water dat soms 'snel, log en massaal, als een muur' geko men is, soms steeg het maar langzaam. En ook als het er niet was, dan was het er toch. Dichtbij. Wie goed luistert leert al snel clat het gaat om de angst, cle onzekerheid, de kou, de storm, de stank en verrotting, cle verzilting, cle modder en het zogenaamde modderen (dat is het opruimen van cle modder en de rommel na de ramp). Het gaat om het gevoel verlaten te zijn en er alleen voor te staan. In een van de verhalen vliegt een helicopter over: dat was een hele op luchting, de buitenwereld wist er clus van. En de geïnterviewde vertelt: 'Je was clus een beetje min der bang, het water was gezakt, je was naar bui ten geweest. Je wist dat er hulp was'. Tot dan hadden ze gedacht: 'Ze weten glad niet dat het hier zo erg is, dat er hier zoveel water staat. En je dacht toch ieder moment dat je moest verdrin ken. Dat zat er wel in. omdat je een ander zag verdrinken, dan dacht je: ieder moment kunnen wij gaan. En dan in dat koude water'. In de ver halen van de mensen vonden wij het kleine fa len, de kleine moed, en het gewone overleven en opbouwen. Mensen zijn niet alleen maar slacht offer, object van een ramp, maar ze hebben hun leven opnieuw opgepakt en er vorm aan gege ven. Hun onbaatzuchtig en soms niet onbaat zuchtig gedrag, en het feit dat een mens in alle omstandigheden zelf beslissingen moet nemen en verantwoordelijkheid draagt, zijn onzichtbaar ge worden in cle nationale beelden van de met het water worstelende slachtoffers. Verwerking Op een gegeven moment is in cle getroffen ge bieden het gesprek over wat er is gebeurd, ge stokt. Men refereerde er zijdelings aan en de her innering werd in leven gehouden als er zich een bijzondere gelegenheid voordeed. Maar het had geen zin er steeds maar over te praten, immers het leven ging door. Er voor in cle plaats kwam geen zwijgen, maar het begin van een officieel verhaal, dat steeds minder spoorde met de ma nier waarop cle getroffenen zelf zich die tijd her innerden. Toen we begonnen met de interviews voor ons onderzoek, zeiden heel wat mensen ons dat ze niet zoveel te vertellen hadden: waren al de beel den die bij hen bovenkwamen wel belangrijk?

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 4