50 PIETER LANKESTi Van Zeeuwse Stamnr. 80, maart 1993, p. 44-52. 2. Deze Petrus Camper was een vermaard achttiende- eeuws geneesheer, hoogleraar in de vergelijkende ontleed kunde. Het boek gaat 'Over het natuurlijk verschil der we zenstrekken in menschen van onderscheiden landaart en ouderdom; over het schoon in antyke beelden en gesnee- dene steenen. Gevolgd door een voorstel van eene nieuwe manier om hoofden van allerleye menschen met zekerheid te tekenen'. Dit boek, met daarin een handgeschreven op dracht, is evenals het zelfportret van Pieter Lankester in het bezit van mevrouw M.E. Hof-Geluk te Meppel. 3. Vijf van de brieven zijn in het bezit van drs. F. Wie- benga te Delft, de vijf andere zijn in het bezit van J.H.P. Kerpestein te Louisville, Kentucky, Verenigde Staten. 4. Dit dokument is afkomstig uit het archief van de Ser vice Historique, Etat-Major de l'Armée de Terre, Ministère de la Defense, Chateau de Vincennes, Parijs. Het werd be zorgd door N. den Ouden te Amstelveen. 5. Stadhouder Prins Willem V overleed in 1806 tijdens een tijdelijk verblijf te Braunschweig (Brunswijk). Hij is later in Delft in het familiegraf bijgezet. 6. Presser, J., Napoleon, Historie en Legende, Amsterdam enz., 1978, blz. 431. 7. Ibidem, blz. 344. 8. Dit moet zijn geweest mr. Johan Willem, Baron Hup sen van Kattendijke, geboren in Middelburg op 16 m 1782, overleden in Parijs op 12 mei 1854. In 1812 was 1, kamerheer van de hertog van Brunswijk Luneburg. Na x j terugkeer naar 's-Gravenhage, omstreeks 1815, was hij ach tereenvolgens kamerheer, secretaris en hofmaarschalk var. koning Willem I en later minister van Buitenlandse Zaken en minister van Staat. (Nederlands Adelsboek 1942). Hij was gehuwd met Maria Stefania van Nellesteijn. Af gaand op Pieters brief moet hij ook haar hebben ontmoet In februari 1812 had het echtpaar twee zoontjes, Willem toen bijna drie jaar en Johan, toen bijna anderhalf jaar, be den geboren in Brunswijk. Maria Stefania was toen vier maanden in verwachting van hun dochter Louise. Zou Wil lem aan de knie van Pieter gestaan hebben, verbaasd op kijkend naar deze wat boers pratende jongeman die on wennig, met zijn sjako in zijn handen, op het puntje var zijn stoel zat?

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 12