SIGNALEMENTEN 73 s 'eertig jaar geleden braken de dijken. Een be spreking van twee boeken over de ramp. Kees Slager, De Ramp. een reconstructie. 200 ooggetui gen over de watersnood van 1953Verhalen om nooit te vergeten. Goes, 1993- Selma Leydesdorff, Het Water en de Herinnering. De Zeeuwse waters noodramp. Amsterdam, 1993. 'Gebrek aan coördinatie bij herdenking waters noodramp' kopte NRC/Handelsblad op de media pagina, waar de verschillende radio- en televisie programma's over dit onderwerp werden voorbeschouwd. Niet alleen bij de herdenking van de ramp, ben ik geneigd te denken. Naast de vele herdenkingsartikelen in dag- en weekbladen verschenen twee boeken over deze ramp; één van de journalist Kees Slager, te weten De Ramp, een reconstructie. 200 ooggetuigen over de watersnood van 1953Verhalen om nooit te vergeten, en één van de hoogleraar Selma Ley desdorff, Het Water en de Herinnering. De Zeeuivse watersnoodramp. Twee boeken over hetzelfde onderwerp. Is dat niet een beetje veel an het goede of is er gewoon sprake van een inhaalmanoeuvre? Gezien de uitvoerige literatuur- ijsten in beide boeken, zijn zij niet de eerste au teurs over de ramp, maar beide zijn ontevreden net het beeld dat over de ramp bestaat. Volgens ten bestaat er een gestandaardiseerd, haast ge canoniseerd beeld van de ramp, een beeld dat niet deugt. 'Over de ramp schreef je immers uit sluitend met eerbied voor de slachtoffers en met geestdrift voor de stoere helden, de onbuigzame werkkracht en de warme saamhorigheid' (Slager). 'Er werd [na de ramp] een collectief belang ge schapen. En daarmee werd een begin gemaakt met een nationale herinnering volgens welke het nele volk te hulp snelde' (Leydesdorff). Om dat beeld te veranderen - in Slagers titel wordt de term reconstructie expliciet genoemd - hebben beide schrijvers talloze interviews met vooral getroffenen gehouden. Maar daarmee houdt de overeenkomst tussen deze twee boeken dan ook op. Om niet écht te vervallen in een ver gelijkend warenonderzoek, zal ik trachten de ver schillen tussen aanpak en uitwerking weer te ge ven. In de geschiedschrijving over Nederland en de Tweede Wereldoorlog is een tendens merkbaar om niet meer uit te gaan van de tweedeling goed-fout. Onderzoekers gaan analytischer te werk en er wordt minder naar schuldigen geke ken. Bijna vijftig jaar na de bevrijding is daar nu kennelijk ruimte voor. Bij Kees Slagers relaas over de ramp is daar nog geen plaats voor. Hij han teert in zijn boek vaak de tweedeling goed-fout en gaat ook op zoek naar schuldigen. Hoewel het hoofdstuk 'De schuldvraag' maar een klein deel van het boek beslaat, loopt de vraag naar de schuldigen als een rode draad door het verhaal van de ramp. Het eerste deel van zijn boek is een chronolo gisch relaas dat loopt van zaterdagmiddag 31 ja nuari tot dinsdag 3 februari 1953- Door middel van interviews probeert Slager een beeld te ge ven van wat er nu werkelijk is gebeurd. Een voordeel van deze werkwijze is dat de lezer een directe, zij het een veertig jaar lang gefilterde en soms misvormde beschrijving krijgt van wat de ondervraagden hebben meegemaakt. Een nadeel is dat door de duizenden details het totaalbeeld moeilijk zichtbaar wordt. Zo citeert Slager zelfs de tekst die speciaal voor het tienjarig bestaan van de vrouwenvereniging 'De Harten Omhoog' uit Sirjansland op Schouwen-Duiveland werd ge schreven. Om nog enigszins de weg te vinden is er wel een losse kaart (zeer handig!) bij het boek gevoegd, maar zelfs daarop vind je niet elke kreek, elk haventje of elk café dat door Slager wordt genoemd. Die zaterdagavond dénkt men niet aan een wa tersnoodramp, en in dorpen vinden de gebruike lijke toneeluitvoeringen plaats of gaat men op fa miliebezoek. Een zware storm en hoog water zijn niet echt nieuws in Zuidwest-Nederland; men gaat nog eens extra kijken aan de haven, maar dan gaan de bewoners toch maar slapen. Acht hoofdstukken lang maakt de lezer het geworstel mee van de mensen die door het water overval len worden, en ziet hoe er niets is voorbereid en hoe weinig doordacht er wordt gehandeld. Slager legt sterk de nadruk op het falen van mensen in die rampnacht, vooral van de autoriteiten. Men sen durfden zonder toestemming 'van boven' geen actie te ondernemen, en 'die van boven' waren er niet, sliepen, of wilden niets doen. De hoofdstuktitels van het thematische deel ge ven de onderwerpen mooi aan: de militairen, de evacuatie, de goederengolf, de achterblijvers, de dijken, het dijkherstel, de dieren, het geloof, oranje, de koude oorlog, de schadevergoeding, de schuldvraag, het keerpunt en de verwerking. Geen onderwerp lijkt te zijn overgeslagen; dat is streven naar een compleet en alles omvattend boek. Over de mogelijke oorzaken van de ramp is volgens de schrijver eigenlijk nooit echt nage dacht. Men weet deze aan een combinatie van verscheidene factoren, waaraan men weinig had kunnen doen. Slager is het hier duidelijk mee on eens en geeft zowel een aantal echte oorzaken voor de ramp als een aantal zaken waardoor het aantal slachtoffers beperkt had kunnen blijven. Het blijft helaas achteraf praten. Een mooi voor beeld is de normale zendersluiting van de Hilver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 39