ARCHEOLOGICA ZELANDICA
68
Dorine Noorlander
UIT DE COLLECTIE VAN HET ZEEUWS GENOOTSCHAP
Het afgelopen voorjaar werden in Vrouwenpolder
de resten blootgelegd van de kerk en het kloos
ter die daar tot in het midden van de zestiende
eeuw gestaan hebben. Vrouwenpolder was in de
middeleeuwen een belangrijk bedevaartsoort. De
naam Vrouwenpolder herinnert hier nog aan,
maar hoevelen van de 'zonaanbidders', die het
nu kleine en bescheiden plaatsje 's zomers be
zoeken zullen deze naam nog met Maria associë
ren? In de middeleeuwen werd Vrouwenpolder
ook druk bezocht, vooral rond Maria Helemvaart
(15 augustus). Centraal bij de Mariaverering was
een 'miraculeus' schilderij, waarvan men meende
dat het door een engel geschilderd was. De refor
matie maakte een eind aan de bedevaarten en in
1572/73 werden dorp, kerk en klooster tijdens de
Spaanse belegering van Middelburg verwoest.
Het klooster was toen al enige jaren verlaten,
want voor de reformatie was er een economisch
verval in de streek. Het zou voor deze rubriek te
ver voeren om diep op deze geschiedenis in te
gaan. Wie de merkwaardige verhalen over de
Mariaverering nog eens wil nalezen raadplege het
ouderwetse maar toch nog lezenswaardige
boekje van K.J. Derks. De recente archeologische
Afb. 1: Tegel met miskelk, inv.-nr. 1839, collectie KZGW.
vondsten zullen zeker beschreven worden in de
archeologische kroniek van het Archief van het
Genootschap. In deze rubriek nu een vootwerp
uit de collectie van het Genootschap dat herin
nert aan het kerkelijk verleden van Vrouwenpol
der.
Op de hier afgedrukte foto is een tegel van
rode baksteen met een geel reliëf te zien, waarop
een miskelk is afgebeeld. De tegel heeft de vol
gende afmetingen: 20.5 bij 20.0 cm, dikte 3-0 cm.
De vondst werd gedaan bij de kerk van Vrou
wenpolder in het begin van de jaren dertig en is
waarschijnlijk, gezien de aard van de afbeelding,
afkomstig uit een priestergraf. De herkomst is on
bekend. Tegels van deze soort werden aan het
eind van de veertiende en in het begin van de
vijftiende eeuw vaak voor bevloering gebruikt,
waarbij dan vaak tegels met lelies en leeuwen als
versiering werden gebruikt. Ook werden deze te
gels als graftegels gebruikt. De vorm van de mis
kelk - de drinkbeker voor de te consacreren wijn
bij de eucharistieviering - is sinds de vroege mid
deleeuwen ongewijzigd: drinkschaal (cupa),
schacht met verdikking (nodus) en voet. De uit
voering was wel aan stijlveranderingen onderhe
vig. Een van de beroemdste archeologische vond
sten wat miskelken betreft is de avondmaalbeker
van Antiochië (gevonden in 1910). Men dacht
aanvankelijk dat deze beker door de apostelen
was gebruikt, maar een latere datering tussen 200
en 500 na Christus maakte aan deze speculaties
een eind. Zo zien we telkens weer mythevorming
het archeologisch onderzoek omgeven. In het ge
val van Vrouwenpolder waren dat genachten over
het bestaan van onderaardse gangen. Bij onder
zoek is daarvan niets gebleken. De hier beschre
ven tegel is een klein tastbaar bewijs van een rijk
kerkelijk verleden, waarvan maar betrekkelijk
weinig sporen bewaard zijn gebleven. Hij is te
zien in de collectie van het Zeeuws Museum.
Literatuur:
Derks, K.J. s.j., Onze Lieve Vrouw van den Polder, 's Herto
genbosch, 1947.
Encyclopedie van Zeeland (19821, dl. I, blz. 103, trefwoord
'Bedevaartplaatsen' zie ook afb. VIII (redactie P.J. van der
Feen en J.A. Trimpe Burger).
Idem, dl.II, blz. 145-148, trefwoord 'Keramiek', afb. XIX
Idem, dl. III, blz. 256-257, trefwoord 'Vrouwenpolder'.