ABRAHAM VAN DE VELDE 89 toen nog slechts één jaar lid van dit kerkelijk lichaam was, opdroeg een geschrift op te stellen, geeft aan dat deze predikant in de classis een vooraanstaande positie innam. Tegen het eind van zijn leven heeft Van de Velde zich krachtig verzet tegen zijn coccejaanse collega's J. van der Waeyen en W. Momma. Door persoonlijk ingrijpen van Willem III werden beide Middelburgse predikanten in 1676 afgezet. Ook in Middelburg bleek Van der Velde een theocraat te zijn die van geen wijken wist als het ten aan zien van de burgerlijke overheid om de eigen rechten van de Kerk ging. Abraham van de Velde en de Zeeuwse Nadere Re formatie Tegen de achtergrond van de levensgang en de geestelijke ligging van Van de Velde mag Beden- ckelicke t'Samen-Spraecke als een oproep tot en een - bescheiden - programma van nadere refor matie worden gezien. In het geschrift worden zo wel de politieke als de kerkelijke overheid aange spoord, de zonden te weren en een algehele verbetering na te streven. Een programmatisch punt op politiek vlak is de onvrede met de vrede van Miinster: de Staat mag geen vrede sluiten met vijanden van de Heere. Op kerkelijk terrein moet de hervorming ter zake van de godsdienstige kennis worden ingezet. Gedegen catechetisch on derricht is daarbij een eerste vereiste. Aangezien religieuze kennis in praktijk gebracht dient te worden, komt de nadruk op de tucht rondom het Avondmaal te liggen, in het bijzonder bij het aan nemen van nieuwe lidmaten. Het pamflet geeft aanleiding om ook aan con crete nadere-reformatorische invloed van Abra ham van de Velde op het beleid van de Middel burgse kerkeraad te denken. Timotheüs, die zonder twijfel de spreekbuis van Van de Velde zelf is, deelt immers mee dat de kerkeraad het besluit heeft genomen, geen lidmaten tegen het advies van de wijkpredikant in aan te nemen. Deze opmerking wekt de indruk dat het hierbij om een min of meer recent en in elk geval onbe kend besluit gaat. Het is heel goed denkbaar dat Van de Velde, die in 1663 te Middelburg zijn in trede had gedaan, de kerkeraad tot die beleidsbe paling heeft gebracht. Tevens komt uit het pam flet naar voren dat de regeling betreffende het aannemen van nieuwe lidmaten tot voor kort in Goes strenger en dus nader-reformatorischer was dan te Middelburg. Wie meent dat de programmapunten van inten sieve catechese en tuchtoefening in Zeeland in de jaren zestig van de zeventiende eeuw kenmer kend zijn voor de Nadere Reformatie, vergist zich. Deze doelstellingen kan men vanaf het be gin van die vroomheidsbeweging verwoord vin den. Het is dan ook niet zonder reden dat Van de Velde zich met voorliefde op de Zeeuw W. Teel- linck, de vader der Nadere Reformatie, beroept. Sommige wetenschappelijke onderzoekers van de Nadere Reformatie zijn van oordeel, dat in de loop van de zeventiende eeuw de aanhangers van deze beweging ten gevolge van teleurstellin gen bij hun pogingen hun doelstellingen te berei ken, in toenemende mate aan moedeloosheid zijn gaan lijden. Daardoor zou het theocratisch elan geslonken zijn. Staat, maatschappij en Kerk zouden uiteindelijk opgegeven zijn, en men zou zich geheel op het individuele innerlijke geeste lijke leven hebben teruggetrokken. Nu lijkt Van de Velde's pamflet inderdaad pessimistisch. Zo wel in het begin als aan het slot van de samen spraak hebben de gesprekspartners maar weinig hoop dat hun wensen in vervulling zullen gaan. Maar is dit pessimisme, of zelfs defaitisme? Het feit dat in dit pamflet een programma van nadere reformatie niet slechts ontwikkeld, maar zelfs vu rig bepleit wordt, weerspreekt een al te sombere interpretatie. Er is bij Van de Velde bepaald geen sprake van defaitisme of pessimisme, maar eerder van realisme. In Utrecht is zijn nadere-reformato- risch streven stukgeslagen op de harde rotsen van de politieke en maatschappelijke werkelijk heid. Ook in Zeeland en voornamelijk te Middel burg waren de weerstanden groot, maar hij ging hier onverdroten door met het uitdragen van zijn idealen, en wist zelfs zowel in de Kerk als in de politiek -1676! - enkele successen te behalen. Zijn pamflet ademt de sfeer van het bijbelse geloofsre- alisme: de weg die tot het leven leidt, is nauw, en weinigen vinden deze (Mattheüs 7,14). Van de Velde's pamflet toont aan dat de met Willem Teellinck begonnen Nadere Reformatie in Middelburg lange tijd niet alleen een levend, maar zelfs een krachtig organisme is gebleven, in elk geval tot aan het einde van Van de Velde's ambtsbediening in Middelburg. Bovendien kan op grond van het pamflet Van de Velde aan het rijtje personen worden toegevoegd die ik zelf in mijn overzichtsartikel over de Nadere Reformatie in Zeeland (zie de beknopte literatuurlijst aan het slot van dit artikel) heb genoemd als personen die vanaf het midden van de zeventiende eeuw vanuit Middelburg hun nadere-reformatorische opvattingen in geschrifte hebben gepropageerd. De Nadere Reformatie zoals deze in Bede.nck.e- licke t'Samen-Spraecke naar voren komt, kent niet alleen een historische lijn, namelijk de door Teel linck beheerste traditie, maar ook een groepsfac- tor: geschriften van tijdgenoten worden genoemd en aangeprezen van wie Van de Velde wist dat zij dezelfde idealen koesterden en propageerden: Borstius, Ridderus en De Witte. Aangezien deze drie predikanten in Zuid- en Noord-Holland heb ben gearbeid, staan hun namen borg voor het in terprovinciale karakter van de beweging der Na-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 11