94 150 JAAR ZLM verwevenheid met de overheden, denk ik toch. De landbouw heeft altijd wat tweeslachtig te genover de overheid gestaan: enerzijds vragen om bescherming, anderzijds beduchtheid voor al te veel regelingen. Hoe heeft de Z.L.M. in dat spanningsveld gestaan? Laat ik daar op persoonlijke titel wat over zeg gen. Ik ben zelf een relatieve buitenstaander - ik kom niet uit de landbouw - en ik heb er mis schien daarom juist vaak over nagedacht. Net als elke ondernemer wil een boer vrijheid, maar wanneer het water hem tot de lippen komt, blijkt hij ook maar een mens te zijn en wil hij over heidsingrijpen. Anderzijds is het zo, dat de oude geschiedenis reeds leert dat voedselproduktie - landbouw - altijd een politiek item is. Graan kun je niet overal produceren, en de hoeveelheid graan heb je ook al niet in de hand - je hangt af van de natuur en zo meer. Voedsel is steeds het voorwerp van oorlog en vrede geweest, want de mens kan niet zonder eten. Het gekke is dat de produktie van eten en de producent onmiddellijk vergeten worden wanneer er te veel eten is. Nu roept men: we kunnen toch produceren overal waar we willen - maar in de Derde Wereld is er toch maar voedseltekort. Geen ander produkt, behalve water, komt de mens zo dicht op zijn huid. De politiek zal zich dus altijd met de landbouw moeten blijven bemoeien. Het produkt heeft het in zich, vanwege de levensnoodzakelijkheid en vanwege de geldigheid van de leuze 'geef het volk brood en spelen'. Bij de overheid heeft mijns inziens altijd heel veel eigenbelang meege speeld in de voedselpolitiek. Alleen in tijden zo als nu, wanneer er zat eten is, veronachtzaamt men de boer. Dan denk ik bij mijzelf: nou ja, het kan verkeren. Oorlog en ellende - en dus tekor ten - hebben elkaar in de geschiedenis altijd nog afgewisseld. Ik ben daar niet optimistisch over. Van de kant van de boeren zijn er vaak bezwa ren geweest tegen overheidsmaatregelen, in het verleden tegen de Gezondheidsdiensten, de schappen en de sanering, nu tegen de controle op hun produktie vanuit helikopters en vliegtui gen. Zou u dit soort dingen scharen onder 'op leggen om bestwil'? Ach, een aantal regels zijn goed, gewoon in het kader van de volksgezondheid en zo. Een aantal andere regels is zwaar overdreven. Alleen een volk waar het veel te goed mee gaat kan zich zulke regels permitteren In het verleden heeft de Z.L.M. een voorbeeld functie voor andere provinciale landbouwvereni- gingen gehad. Zeeland heeft heel goede op brengsten, maar wordt als zeeklei-gebied altijd na Groningen en Friesland genoemd. Hoe is die ve - houding later geworden? Dat speelt nog steeds een beetje. Zeeland is toch anders, ook wat mentaliteit betreft. Aan die b zondere positie hebben wij ons nooit gestoord. Wij zijn altijd zelfbewust geweest, wij hebben ons partijtje behoorlijk mee kunnen blazen, ook in het landelijke circuit. We hebben er zelf wel eer: voor gezorgd dat we een buitenbeentje warer anderzijds zagen anderen ons wel eens als een buitenbeentje terwijl wij daar niet aan bijgedra gen hadden. Daar hebben we ons wèl bij ge voeld. Misschien waren we wat eigenwijzer da de rest, zelfbewuster. Of de oude traditie van de voorbeeldfunctie meespeelt, weet ik niet. Het zot- kunnen. Zeeland heeft vaak mensen afgevaardigd die respect afdwongen: rond 1920 Vorsterman van Oyen, later Geuze. In het algemeen is men in de landelijke dub, het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité, trouwens gewend om te staan op eigen zelfstandigheid. Zeeland heeft bij voorbeeld voorop gelopen met de acties voor de akkerbouw. Wij waren de eersten die erop wezen dat de akkerbouw in een crisis verkeerde, en het heeft vrij lang geduurd voor ons dat is nagezegd. Zeeland heeft natuur lijk overwegend akkerbouw. Voorzitter Van de: Maas en zijn voorganger Doeleman merkten al akkerbouwers de crisis aan den lijve. Landelij! heeft de Z.L.M. in de hele akkerbouwdiscussie steeds de kar getrokken. Ook heeft Zeeland de laatste tijd nogal wat ge daan aan de discussie over het Landbouwschap waar ik zelf voor de Z.L.M. provinciaal bestuurs lid van ben. De schappen zijn na 1945 opgerich in het kader van de publiekrechtelijke bedrijfsor ganisatie en zijn verbonden met de S.E.R. Het zijl samenwerkingsorganen tussen werkgevers- er- werknemersorganisaties. Dat heeft in grote lijnen steeds goed gewerkt, maar volgens ons zijn dt omstandigheden zodanig gewijzigd, dat je je moet afvragen of deze samenwerkingsvorm wei de meest ideale is. In de hele maatschappij zie je onversneden belangenbehartiging. Buiten de landbouw opereert de F.N.V. overal alléén, hei Nederlands Christelijk Werkgeversverbond ook. Moet de landbouw daar dan ook niet naar toe- Het gaat me niet om de mensen die bij het Land bouwschap werken, maar om de structuur. Moei je bij de overheid met een standpunt komen dal tussen werkgevers en werknemers al uitgediscus sieerd is, of moet je met een onversneden boe- renstandpunt bij de overheid komen? De Z.L.M heeft gezegd dat daar serieus over nagedacht moet worden, ook over het verplicht lidmaat schap. Past dat nog in deze tijd van vrijheid? Wij willen naar organisatie uit vrije wil. Dan zouden de centrale landbouworganisaties ook veel ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 16