HET LEERHUIS m GEI5R. KLUITMAN ACOB STAMPERIUS 99 koppelt daar meteen een pleidooi voor vertrou welijkheid tussen ouders en kinderen aan vast. Spannend is dit boek ook. De pleegzoon gaat op zoek naar zijn echte vader, die een dronkaard blijkt te zijn. Door volharding en de grote steun van zijn zoon weet de man van de drank af te komen. Na alle narigheid die de jonge lezers nebben meebeleefd durven ze vast in hun ver dere leven geen druppel drank aan te raken, en dat was waarschijnlijk de bedoeling van Stampe- rius! In zijn derde boek. Drie kwajongens (1891), erijdt Stamperius opnieuw al zijn stokpaardjes, dit boek komt vooral diep berouw van een slechte zoon die zijn arme moeder heeft verwaar loosd tot uiting. Er wordt nogal wat liefdadigheid bedreven, waarvoor de betrokkenen onderdanig dankbaar zijn. Het valt op dat Stamperius de meeste sociale toestanden - in moderne ogen wantoestanden - objectief weergeeft: doorgaans laat hij zijn oordeel daarover niet blijken. Ook in Drie kwajongens is de laatste bladzijde, en met name de laatste zin, veelzeggend. Eerst wordt op gemerkt dat kwajongens ook wat anders kunnen dan stoute streken uithalen: ze zijn uitstekend op gegroeid! En dan de laatste zin: 'De drie kwajon gens bedreven somtijds domme, meermalen dwaze, maar nooit slechte streken'. Helden als hoofdpersonen in de historische jeugd boeken van Stamperius Behalve boeiende, opvoedkundige jongensboe ken waarin gefantaseerde en werkelijk gebeurde belevenissen dooreen gevlochten werden, schreef Afb. 1: Omslag van Het veerhuis aan de Ooster- ■chelde. t STAMPERIUS AAN DE OOSTER SCHELDE 1-6 f F» lHTMA'i ALKMAAR

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 21