102 JACOB STAMPERIUS Hoe werkte Jacob Stamperius? In verband met Het leven van Willem van Oranje was de vondst van een ouderwets schoolschrift in de Stamperius-verzameling zeer verrassend6. Op het etiket staat: 'Willem van Oranje; chronologi sche aantekeningen, overgenomen uit Putnam, Harrison en Rachfahl'. In het schrift duidt Stampe rius deze schrijvers slechts met de eerste letter van hun achternaam aan. Puntsgewijs trekt hij van ieder een boek uit. In de kantlijn staat bij voorbeeld 'lees P., blz. 149', gevolgd door 'neemt zijn dochter Maria mede'. Of ook 'zie H., blz. 120 e.v.', met daarachter 'persoonsbeschrijving Juliana en haar zonen'. Stamperius noemt de titels van de door hem geraadpleegde werken niet, maar gezien zijn aantekeningen moet hij met F. Rach fahl ongetwijfeld diens Wilhelm von Oraniën und der Niederlandische Aufstand (1906-1924, in 2 delen) bedoeld hebben. R. Putnam schreef Wil liam the Silent, prince of Orange, the moderate man of the sixteenth century; the story of his life as told from his own letters, from those of his friends and ennemies and from ojficial docu ments (1895, in 2 delen). F. Harrison ten slotte heeft William the Silent (jaar van publikatie onbe kend) op zijn naam staan. Achter in het schrift geeft Stamperius de vermoedelijke titels van zijn hoofdstukken en het aantal bladzijden dat hij per hoofdstuk denkt nodig te hebben. Hij komt met zijn schema op tweemaal zoveel bladzijden per hoofdstuk als het boek er uiteindelijk telt; we mogen aannemen dat die afwijking door letter type of bladspiegel wordt veroorzaakt. Ook de hoofdstuktitels zijn op enkele kleine veranderin gen na dezelfde als die in het werkschrift. Uit het voorgaande blijkt dat Stamperius zich vóór het schrijven van Het leven van Willem van Oranje degelijk heeft gedocumenteerd en dat hij van zijn gemaakte schema zo weinig mogelijk afweek. Boeken voor het onderwijs Behalve genoemde categorieën heeft Jacob Stam perius reken-, lees- en geschiedenisboekjes voor het lager onderwijs geschreven. In 1905 kwam hij met een noviteit: een handleiding voor het geven van plantkundelessen die aan praktijklessen in een schooltuin waren verbonden". Stamperius pleit in dit boek voor de aanleg van schooltuin tjes, die tot die tijd nog zo goed als niet beston den. 't Verteluurtje, dat hij samen met hoofdon derwijzer Hinse schreef en dat al in 1883 was uitgegeven, bracht ook iets nieuws: behalve com plete verhalen staan er veel schetsen in waarin slechts de grote lijnen van het verhaal worden aangegeven, die de verteller dan zelf kan uitwer ken. Omdat er volgens de auteurs zoveel ver keerde kinderboeken zijn, voegen zij 'overal waar 't ons noodig voorkwam, aanwijzing, voorlich ting, critiek toe, welke naar wij hopen het ge dachteloos navertellen van wat men gedrukt vindt, zal tegengaan'. Kritiek In recensies wordt vrijwel uitsluitend positief ge sproken over wat Stamperius schreef. De kritie ken lijken dikwijls zoveel op elkaar, dat je je af vraagt of ze niet van elkaar overgeschreven zijn- In vakbladen komen wel genuanceerder recen sies voor. Vooral ene Thijssen levert verscheiden' malen kritiek op Stamperius en zijn werk. He felst trekt hij van leer in 'De Nieuwe School (1909), en wel over 't Verteluurtje. Het belerende toontje van de schrijvers, die net doen of elke on deiwijzer een prul is, irriteert hem mateloos. D< enige echt venijnige aanklacht die ik gevonden heb, komt van de bekende schrijfster Nienke van Hichtum, die in het tijdschrift De Vrouw van 3< november 1901 de Nieuwe leesboekjes voor de Middelklassen der Volksschool van Stamperius be oordeelt. Als voorbeeld vermeld ik haar kritiek op het verhaal Hoe een heer zijn meid afleerde om te vergeten, het zout op tafel te zetten. Het meisje Kaatje wordt erg vernederd en daarbij schateren de deftige huisgenoten van het lachen. Van Hichtum vindt het beneden peil om dit soort verhalen te schrijven in boekjes voor de Volks school, voor meisjes die zelf meestal 'Kaatjes worden en voor jongens wier moeders ook de verachte betrekking van meid vervulden. Ze roept alle vrouwen van Nederland op, hun best te doen om dit soort boeken van volksscholen te weren. Ik denk dat we Stamperius niet al te hard mo gen vallen over zulke verhaaltjes. Negentiende- eeuwse auteurs oordeelden dikwijls dat gehoor zaamheid, dankbaarheid en onderdanigheid deugden waren, en een schrijver mocht die deug den ook best uitdragen. Dat armen en minderen alles accepteerden wat rijken en meerderen be slisten en uitvoerden, viel onder het begrip be rusting. Het gezegde 'als je voor een dubbeltje geboren bent word je nooit een kwartje', later ontstaan naar aanleiding van een bekend liedje van Louis Davids, geldt misschien voor alle tij den, maar zeker voor de tijd waarin Stamperius leefde en werkte. We kunnen ook kritiek uitoefenen op het han teren van rolpatronen door Stamperius: meester of vader weet alles en is de baas; moeder is de hardwerkende, liefhebbende figuur op de achter grond, en kinderen uit een fatsoenlijk gezin we ten hun plaats. Maar behalve enkele opstandigen of vooruitstrevenden dacht men toch immers zo, honderd jaar geleden? Stamperius hield naar mijn smaak wat te krampachtig vast aan zijn regels en

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 24