ARCHEOLOGICA ZELANDICA 109 'Ouwei"ve, bij Koudekerke' heeft verzameld. De hooggelegen gronden van Ouwerve zijn later, vooral ten gevolge van de opgravingen die er in 1956 en 1957 hebben plaatsgevonden, bekend geworden onder de benaming 'Brabers' (een ver bastering van 'Brabander'). De in 1956 verrichte onderzoekingen brachten aan het licht dat 'Ou werve' op de resten van een strandwal lag, waar van de ouderdom op meer dan 4000 jaar werd gesteld. Plaatselijke vondsten uit de prehistorie en de Romeinse tijd waren dan ook goed ver klaarbaar. De plaatsen waar materiaal en oude bewoningsniveaus uit de late Steentijd aanwezig waren, bleken echter zo goed verborgen, dat noch Hubregtse, noch beroepsarcheologen in .956 er een spoor van hebben kunnen ontdek ken. In 1957 was het de bodemkarteerder van de Afb. 3 a-c. Haamstede, Brabers, 20 juni 1957; overzicht vanuit het zui den van de afgravingen in het noordelijke deel van Brabers; de onderste laag is van Neolithische ouder dom. Foto: P.J.R. Modder man. Op de onderste foto zijn de grondsporen van een Neolitisch huis zicht baar (vergelijk afbeelding -iFoto: J.A. Trimpe Bur- Rijksgeologische Dienst, dr. J.P. Broertjes, die in een noordelijker deel van Brabers in een bodem profiel vuurstenen artefacten aantrof. Hij vond deze tijdens de machinale afgraving en egalisatie van de zandrug welke in het kader van de ruil verkaveling van Schouwen-Duiveland werden uitgevoerd (zie afb. 3). Het noodonderzoek van de in 1957 ontdekte cultuurlaag uit de late Steentijd moest onder zeer chaotische omstandigheden te midden van af en aan rijdende vrachtauto's en draglines worden uitgevoerd. Slechts een betrekkelijk klein ge deelte van het Neolithische niveau kon worden onderzocht, waarbij dikke lagen stuifzand met handkracht moesten worden verwijderd. Tijdens perioden met veel zon en wind verdwenen de vage grondsporen in de zandbodem zeer snel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 35