84
LEEN QUIST
smaak en voor technische perfectie, maar de Mid
delburgse verzamelaars hebben zich een belang
rijke beperking opgelegd. Zij kopen alleen werk
aan van nog in leven zijnde keramisten en beper
ken zich tot de containervorm. Zwaartepunten in
de collectie zijn objecten van vooraanstaande
Deense keramisten als Clara Andersen, Gutte
Eriksen en Gertrud Vasegaard en van de Duitse
keramisten die lid zijn van de zogenaamde Lon
don Gruppe. Beate Kuhn, Karl en Ursula Scheid,
Margarete Schott en Gerald en Gotlind Wiegel.
Ook de Engelse keramist Colin Pearson is verte
genwoordigd, en wel met enkele geestige vleu
gelvazen.
Nederland was op de tentoonstelling onder an
dere door Geert Lap, Johan van Loon, Barbara
Nanning en Klaartje Kammermans vertegenwoor
digd. Van Geert Lap waren enkele vroege werken
van ragdun porselein te zien; deze zijn prachtig
door hun sierlijke, pure vormen, als waren het
objecten van metaal. Haarscherp steken de witte
cirkellijnen van de ongeglazuurde randen tegen
het rustige zwarte glazuur af. Ook de unica van
Van Loon zijn van porselein, gevouwen uit dunne
lappen klei. Van Nanning was er een sobere
halve bol, zwart met een kleurige band van
blauwe draden. Klaartje Kammermans was de
enige met wat kleur in haar werk: de vorm is ver
sierd met een vrolijke oranje decoratie.
Van de vermaarde Deense keramiste Gertrud
Vasegaard was slechts een rechte, beige kom
aanwezig. Aan de rand zijn negen rode, evenwij
dig lopende, rafelige lijnen aangebracht. Bijzon
der was ook een werkelijk schitterende, cilindri
sche schaal van de Deense Boclil Manz. De
ingenieuze geometrische patronen die door de
dunne wand schemeren, vertonen dezelfde
schoonheid die het werk van Quist kenmerken.
Voorts was op de expositie werk te zien van de
Deense Eriksen, en het olieachtige werk van de
Duitsers Schott, Wiegel en Scheid.
Leen Quist is een exponent van de Noordelijke
traditie maar heeft een geheel eigen idioom. Zijn
sobere maar sierlijke keramiek is geen duidelijke
navolging van de traditie. Consequent werkt hij
door aan een helderheid waarmee vorm en decor
worden samengebracht. Deze helderheid heeft
ook een heel specifiek Nederlands karakter en is
vergelijkbaar met De Stijl. Misschien is het het
Zeeuwse land met zijn uitgestrekte watervlakten
en geploegde landerijen dat hem heeft gevormd.
Een prachtige, modern vormgegeven catalogus
is voor 39,50 te koop bij de balie van het mu
seum.
Litei-atuur
Duits, T.G.: catalogus Leen Quist en de Noordelijke traditie.
Rotterdam, 1992.
Koster, F.: 'Simplicity Demands Perfection'. In: Ceramics,
Art and Perception (1992) nr. 9, 63-65.
Meerdijk, J.: 'Porseleinen unica van Leen Quist'. In: Bij
voorbeeld, 13 (1981) nr. 4, 10-11.
Meihuizen, J.J.M.: Nieuwe vormen in de kunstkeramiek, de
ontwikkeling van de Nederlandse hedendaagse unica-kera-
miek tussen 1955 en 1970. Amsterdam, 1992.
Spruit-Ledeboer, M.G.: Nederlandse Keramiek 1975-1985
Amsterdam, 1985.
Terwee, H,: 'Verstandelijke en intuïtieve keramiek'. In: NRC
Handelsblad van 24 februari 1993.
Afb. 3: Cilindervormige
doos met blauw ingelegd
decor, transparant glazuur,
1983. Hoog 8 cm, diame
ter 8,5 cm. Foto: Wim Rie-
mens.