ABRAHAM VAN DE VELDE 87 van Willem Teellincks dialogenbundel Biieren- kout. Paulus spreekt N., die netjes leeft, naar de kerk en ten Avondmaal gaat, erop aan dat hij na latig is in het onderwijzen van zijn gezin in de leer des Heeren, en dat N. hiervan zelf geen ver stand heeft, ook al kent hij het Onze Vader, de Geloofsbelijdenis en de Tien Geboden van bui ten. N. vindt dat Paulus van ieder mens een pre dikant wil maken, waarop Paulus zegt dat iedere huisvader inderdaad een predikant in zijn gezin behoort te zijn. Paulus beticht N. er voorts van, dat hij sinds zijn jeugd niet in geestelijke kennis gevorderd is. N. moet dit erkennen en belooft hierin en in zijn houding in het gezin verbetering te brengen. Identificatie Uit de weergave van de inhoud van Bedencke- licke t'Samen-Spraecke blijkt heel duidelijk dat de auteur in de kringen van de Nadere Reformatie moet worden gezocht. Deze beweging binnen de Nederlandse Gereformeerde Kerk ijverde als re actie op bestaande wantoestanden voor persoon lijke innerlijke en uiterlijke vroomheid en voor de (verdere) reformatie van alle levensgebieden. De identificatie van een anonieme pamflettist wordt soms bemoeilijkt door het feit dat de uitge ver onvermeld blijft. In het onderhavige pamflet is dit niet zo. Bovendien wordt over de schrijver opgemerkt dat hij predikant in Zeeland is. Ook is de publikatie gedateerd. Er zijn derhalve vier ge gevens waarin het onderzoek zijn uitgangspunt kan nemen: 1) het jaar van uitgave is 1664, 2) de uitgever is Henrick Smidt te Middelburg, 3) de schrijver is predikant in Zeeland, en 4) de schrij ver behoort tot de Nadere Reformatie. Dank zij de door J. van der Haar samenge stelde inclusieve bibliografische lijst van nadere- reformatorische geschriften uit 1987 kan worden nagegaan van welke gereformeerde predikanten de Middelburgse uitgever Smidt stichtelijke wer ken heeft gepubliceerd. Dit blijkt er slechts één te zijn, te weten: Abraham van de Velde. Namens de classis Walcheren publiceerde hij in 1662 bij Smidt Sions Wee-klage: Of Klaer en ivaerachtig vertoog van de gansch droeven toestant der Kerc- ken Inde Valeyen van Piemont, terwijl de eerste twee edities van zijn hoofdwerk De Wonderen des Alderhoogsten respectievelijk in 1668 en 1669 bij genoemde Middelburgse uitgever uitkwamen. Van de Velde blijkt aan alle voorwaarden te vol doen: hij was van 1663 tot 1677 predikant van de gereformeerde gemeente van Middelburg en staat bekend als een vertegenwoordiger van de Na dere Reformatie. Er behoeft geen enkele twijfel over te bestaan dat hij de auteur van Bedencke- licke t'Samen-Sp?-aecke is. Voor Van de Velde's auteurschap bestaan di verse sterke aanvullende argumenten. Onderzoek naar de Nadere Reformatie heeft uitgewezen dat concrete gegevens in gefingeerde samenspraken die tot deze traditie behoren door de historicus serieus mogen worden genomen. In Bedencke- licke t'Samen-Spraecke wordt als plaats van han deling een grote Zeeuwse stad opgegeven, die in elk geval niet Goes is. Welke stad komt hiervoor, gelet op de plaats van uitgave, meer in aanmer king dan Middelburg? Van de Velde's hoofdwerk De Wonderen des Alderhoogsten is een typisch nadere-reformatori- sche behandeling en doorlichting van de vader landse geschiedenis, waarin een overvloed van historische feiten is opgenomen. Bedenckelicke t'Samen-Spraecke heeft precies hetzelfde karakter. Maar er zijn nog meer opmerkelijke overeenkom sten tussen beide geschriften. In beide wordt ver wezen naar Rnst-daghs Vermaecken wordt op Riddems en Borstius als gezaghebbende auteurs teruggevallen. Bovendien blijkt in beide werken Teellinck de meest geciteerde schrijver te zijn. De klap op de vuurpijl is dat een passage uit het pamflet woordelijk in Van de Velde's geschied werk voorkomt. Deze zinsnede betreft niet alleen het citaat uit Teellincks Huys-hoeck, maar ook Van de Velde's inleiding hierop. Weliswaar is de passage onderdeel van een stuk dat in Bedencke licke t'Samen-Spraecke uit een geschrift wordt voorgelezen, maar uit alles blijkt dat ook hiervan Van de Velde de auteur is. Allereerst vertoont het stuk in bepaalde passages grote overeenkomst met de rest van het pamflet. Voorts wordt in het stuk, evenals in de eigenlijke tekst van het vlug schrift, aan een werk van R de Witte gerefereerd, en wordt een geschrift van W. Teellinck geci teerd. Bovendien zijn de bewoordingen waarmee de auteur van het geschrift waaruit het stuk is ge nomen wordt aangeduid, identiek met die waar mee iets over de schrijver van het pamflet wordt gezegd. Als de schrijver van het stuk dezelfde is als die van het pamflet, wordt ten slotte de uit spraak van Oligomathes over het stuk doorzich tig: 'daer van ick de handt oock meyne te ken nen'! Een en ander betekent dat het bescheiden aan tal bekende pubiikaties van A. van de Velde met één vermeerderd kan worden. Abraham van de Velde Het wordt tijd om aandacht aan de auteur te schenken. Wie was Abraham van de Velde? Hij werd in 1614 in Zeeland geboren. Zijn gelijkna mige vader werd vijf jaar later predikant te Veen, wat hij tot aan zijn dood in 1647 is gebleven. Abraham junior werd in 1640 te Zevenhoven in het ambt bevestigd. Nog in hetzelfde jaar vertrok hij naar Schoonhoven, dat hij in 1651 verwisselde

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 9