MARCUS MAUSAEUS CARAUS1US 133 fifteen vooRsreccew N ik 0€ks oe veR\?;-eK. sr sew ner »m«- rtOOFD SUMS» V>£T \)PTWD£« k KgTT.loae Pc «£K>Rï>iÊE... Afb. 2: Uit: Goscinny, Uderzo, Asterix en de Belgen, even als de afbeeldingen 3, 5 en 7. ing van woudreuzen - eik, els, berk en beuk - en struiken wilg - te vinden. Verder binnen lands lagen de hogere dekzandruggen. De strandwallenkust werd ten noorden van het hui dige Walcheren door de Scheldemonding door broken (afbeelding 4). Bewoning was er op de hogere, droge delen en op het veen zelf. Via een natuurlijk krekenstelsel kon het veenwater bij laag water afvloeien. De mensen woonden in eenvoudige hutten, soms in kleine dorpen maar meestal op afzonderlijke hoeven. Volgens Caesar zou de totale bevolking uit ca. 36.000 mensen hebben bestaan'. Visserij vormde vermoedelijk het belangrijkste middel van bestaan. Uit de an tieke bronnen weten we ook dat men er vee hield: schapen op de schorren en varkens in de wouden; de Menapische hammen (afbeelding 5) waren wereldberoemd. Diverse gewassen, waar onder graan, werden er verbouwd. Uit materiële Afb. 3: Het Menapi sche woongebied be stond deels uit 'drij vende' veeneilanden. sporen is vast komen te staan, dat in deze gebie den door de ijzer- en zoutwinning geleidelijk een redelijke welvaart werd opgebouwd. Vanaf cle vierde eeuw zou de lakenindustrie van belang worden. In 58 v. Chr. verdrijft Caesar in een poging en kele militaire successen te boeken de opdrin gende Germaanse koning Ariovistus. Hij neemt de gelegenheid te baat om met zijn legioenen heel Gallië door te trekken. Dit verontrust de Bel gische stammen, onder wie de Menapiërs, zeer, en zij sluiten een verbond. Dit is voor Caesar re den om nog verder noordelijk op te trekken, waardoor hij tot zeer dichtbij ons land nadert. In 56 v. Chr. trekt hij voor het eerst op tegen de kuststammen Morini (letterlijk: Zee-landers; de zuiderburen van de Menapiërs) en Menapiërs en zet daarbij voet op 'Zeeuwse' bodem (afbeelding 6). In zijn oorlogsverslag verhaalt hij hier uitvoe rig over5. Teiwijl in de rest van Gallië 'vrede' was gesticht, zaten er hier lieden die hardnekkig te genstand boden. Caesar denkt met een korte po litionele actie orde op zaken te kunnen stellen, maar krijgt te maken met oorlogstactieken die volkomen afweken van die van de andere Gal liërs (afbeelding 7). De Menapiërs kwamen op de meest onverwachte momenten uit hun ondoor dringbare bossen en moerassen te voorschijn. De eerste poging moet Caesar opgeven. In 56 v. Chr. confisqueren de Germaanse Usipetes en Tencteri enkele Overrijnse6 gronden van de Menapiërs en dringen diep door in Gallisch gebied. De Morini en de Menapiërs blijven ondeiwijl de Romeinen lastig vallen en organiseren een opstand; redenen te over voor Caesar om nog enkele keren te pro beren orde op zaken te stellen. Uiteindelijk neemt hij zijn toevlucht tot de tactiek van de ver schroeide aarde en laat landerijen en gewassen platbranden. In 51 v. Chr. zijn alle Gallische stam-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1993 | | pagina 11