MARCUS MALTSAEUS CARAUSIUS
137
naar Boulogne Bononiagestuurd, de basis van
de Britse vloot. Deze van oorsprong kleine vis
sershaven was onder Claudius tot militaire haven
uitgegroeid en vormde het belangrijkste verbin
dingspunt tussen het Europese vasteland en Brit
tannië. In korte tijd oogstte Carausius veel succes
sen en hij werd dan ook aan het hoofd van de
Classis Brittannica (de Britse vloot) geplaatst.
Crate aantallen barbaarse zeerovers werden ge
vangen gezet, hetgeen ongetwijfeld tot minder
raids vanuit zee moet hebben geleid. Het succes
was echter zo groot, dat het vermoeden rees dat
Carausius voorkennis van de aanvallen moest
hebben gehad. Boze tongen beweerden dat hij
de piraten gelegenheid gaf om te plunderen om
ze vervolgens aan te houden en de buit te confis
queren. Maximianus nam het zekere voor het on
zekere en gaf bevel tot zijn executie. Carausius,
die inmiddels naar het veilige Brittannië was
overgestoken, reageerde onmiddellijk door zich
tot keizer uit te roepen. Vervolgens nam hij bezit
van de Britse provincies. Dit gebeurde aan het
eind van het jaar 286, toen de Britse eilanden nog
onder Romeins bestuur stonden. Door Carausius'
stap werden zij echter voor het eerst in de Britse
geschiedenis onafhankelijk van de centrale rege
ring. Carausius kon gemakkelijk het Kanaal over
steken, omdat hij kennelijk de gehele vloot be
heerste. Hij had gezag van Boulogne tot aan de
Rijnmonding, wat hem overigens niet zo moeilijk
afging in het machtsvacuüm dat in korte tijd in
het noordwesten van Gallia Belgica was ont
staan. Franken, die zich al in deze gebieden had
den gevestigd, gaven hem hun steun - wat hen
later duur te staan zou komen.
Carausius had een goed tijdstip gekozen om de
macht te grijpen. Na een periode van aarzeling
manifesteerde Diocletianus zich geleidelijk aan
als een sterk bestuurder. Hij heeft zich op dubi
euze wijze onsterfelijk gemaakt, met name door
zijn straffe optreden tegen de christenen. De te-
trarchie was trouwens een periode van sterk kei
zerschap en politieke stabiliteit. Diocletianus' her-
vormings- en reconstructiemaatregelen hadden
echter, omdat hij pas twee jaar aan de macht was,
in 286 nog weinig effect gesorteerd. Het machts
vertoon van Carausius was voor hem en voor
Maximianus gênant; zij hadden immers hun poli
tieke successen in belangrijke mate aan diens
operaties te danken. Zij verloren bovendien een
belangrijke vlootbasis, Boulogne, en met Brittan
nië ging een belangrijke militaire provincie in an
dere handen over.
Omdat op het vasteland de situatie aan de
grens met het vrije Germanië penibel bleef, kon
pas in 288 militair worden opgetreden tegen Ca
rausius. Deze maakte ondertussen van de gele
genheid gebruik om zijn aanzien op te vijzelen,
onder meer door propaganda te maken en zich
op munten te laten afbeelden als RESTITUTOR
Afb. 7: De Belgische stammen boden tot het laatste toe te
genstand.
BRITANNIAE (hersteller van Brittannië). Hij moet
in Brittannië een sterke militaire positie hebben
gehad. Maximianus had dan ook, toen hij in 288
tegen hem optrok, weinig succes, ondanks het
feit dat hij in alle haast een nieuwe vloot had la
ten bouwen. In 293 had Carausius nog steeds de
basis te Boulogne in handen. Hij heeft die nog
van een ommuring voorzien, die waarschijnlijk
de eerste aanzet heeft gevormd van de latere Li-
tus Saxonicum, het verdedigingssysteem langs de
beide Kanaalkusten.
Door zich tot keizer uit te roepen volgde Ca
rausius in feite een lange traditie. Een usurpator
bleef echter, tot het moment waarop hij vast in
het zadel zat, maar een usurpator. Carausius deed
er dan ook alles aan om zijn positie te consolide
ren. In 289 werd Carausius' heerschappij over
Brittannië in ruil voor zijn verdediging van het
Kanaal tegen Germaanse piraten noodgedwon
gen door Maximianus erkend, nadat in 287 diens
vloot was verslagen. Daarop ging Carausius zich,
in navolging van zijn illustere tweede-eeuwse
voorganger, Marcus Aurelius noemen, en liet hij
zich op munten als een wettige ambtgenoot van
Diocletianus en Maxentius afbeelden: de drie Au-
gusti. Het opschrift op de munten luidde: CA
RAUSIUS ET FRATRES SUI PAX AUGGG (Carau
sius en zijn broers [sic]; de vrede van de drie
Augusti) (zie afbeelding 10).
Onder keizer Constantius Chlorus, de vader
van Constantijn de Grote en eerder, naast Diocle
tianus in het oosten, onderkeizer in het westen,
moest Carausius definitief het onderspit delven.
Het was voor Constantius Chlorus onduldbaar dat