GEJAAGD DOOR DE WIND
147
toi vergelding voor de klijne brieven, die ik van
dii jaar van U Edele ontfangen heb'.
Desertie
Dl geschiedenis van de bevriende echtparen zou
ni t zo bijzonder zijn als er begin 1780 niet een
gt beurtenis plaatsvond die vooral voor het echt
paar Van Es ingrijpende gevolgen heeft. Nog in
december 1779, alsof hij een voorgevoel heeft,
schrijft Pieter van Gote aan Adriaan van Es10: 'het
zcu dubbel ongelukkig zijn zoo U Edele 't een of
ander disfortuyn (ongeluk) op de reys had, want
na een zoo lange swervens mag U Edele wel
eens een gelukkige tijd beleeven'. Maar nog geen
vi r maanden later, in april 1780, bericht Van Es
ui Surat (India) wat er in januari van dat jaar is
voorgevallen". Ziek in bed liggend, was hij niet
in staat geweest om tijdens het laden van het
schip de hoeveelheid goederen te controleren.
Geheel te goeder trouw had hij echter wel voor
di ontvangst getekend. Pas bij het lossen ont
dekte hij dat er voor een bedrag van 20.000 roe-
pia's (circa 30.000,-) minder was geladen. Nadat
h j het bedrog had ontdekt, stond hij naar eigen
zeggen duizend angsten uit. Hoe zouden zijn
schuldeisers in Batavia reageren als ze hier van
hoorden, zouden ze hem geloven? Zijn vroegere
beschermheer, gouverneur-generaal Reinier de
Klerk, had een slechte gezondheid en het was
onzeker of hij voor Adriaan in de bres kon sprin
gen. De Klerk overleed enkele maanden later, op
1 september 1780. Na zijn kansen te hebben
overwogen, liep Adriaan van Es in Surat op 6 ja
nuari 1780 over naar de Engelsen.
De directeur en raad van Surat verdenken hem
ervan voor zijn schuldeisers te zijn gevlucht. Ter-
v ijl opperstuurman en equipagemeester Johan
nes Boelen de opdracht krijgt het schip 'Europa'
ia Ceylon naar Batavia terug te varen, worden
s appen ondernomen om Van Es strafrechtelijk te
vervolgen. Aanvankelijk worden twee personen
naar de Engelsen gestuurd om zijn uitlevering te
eisen. Wanneer deze actie geen resultaat heeft,
wordt een hogere instantie benaderd, de Engelse
gouverneur en raad te Bombay'2. Van Es wacht
Ge beslissing van de Engelsen niet af en besluit
een tweede keer te deserteren: hij vlucht naar de
Portugezen. Hij schrijft aan zijn vriend Pieter": 'de
nooge regeering te Batavia heeft een brief ge-
schreve aen die van Bombay over mijne begaane
ussertie, en bankroet, waar op die van Bombay
hebben goet gevonden, Souratte aen te schrijven,
■lij aen de Hollandsche Compagnie wieder over
te geven en de protectie ingetrokke; zo dat een
tweede dissertie heb moeten doen met neemen
an Portugeese protectie om hier door mijne vij-
tnden te Batavia te ontwijken'.
Wanneer de gouverneur en raad te Bombay op
28 december 1780 inderdaad besluiten de protec
tie in te trekken, bevindt Van Es zich al op een
Portugees schip richting Goa. Op het schip met
de naam 'Infante don Swan [Juanj/Santo Pedro
allekantre' weet hij via Kaap de Goede Hoop
Mauretanië (toen een Franse kolonie) op 17 juni
te bereiken. Eind 1781 bereikt hij Lissabon, van
waar hij vertrekt naar Brazilië. Het is niet duide
lijk of hij tussen aankomst in Lissabon en het ver
trek naar Brazilië de Republiek heeft bezocht.
Een brief van 3 november 1781 is in de plaats
Kleef geschreven, maar gezien het 'geheime' taal
gebruik kan ook Rotterdam zijn bedoeld. Zeker is
dat hij zijn vrouw tot oktober 1782 niet heeft ont
moet. In augustus 1782 bevindt hij zich op het
schip 'De Goede Hoop' voor de kust van Calais.
Plannen voor de toekomst heeft hij dan al ge
maakt. Hij overweegt terug naar Europa te gaan
en een woonplaats te zoeken in Brabant, waar hij
samen met zijn vrouw vrij van rechtsvervolging
van zijn laatste levensjaren kan genieten.
Weerzien na zestien jaar
Op 7 oktober 1782 arriveert hij te Gent. Hij
schrijft clan aan zijn vrouw14: 'ik ben zoo als U
Edele siet gearriveert, nu zal het aen u staan mij
dat gelukkig moment te doen smaaken van u te
zien en te omhelsen. Egter ik onderwerp mij aen
LI Edele omstandigheyd, die U Edele niet heeft
kunnen goetvinden, aen d'pen te vertrouwe;
mijne onoptelbaare wisselvalligheeden hebbe mij
al vrij veel gedult geleert. Egter in dit geval heb
ik wel het meeste sangrijn [verdriet] te weeten,
het gemis van u mijn schat. Vaarwel'. Omdat het
onverantwoord is Adriana alleen naar Gent te la
ten reizen, wordt besloten dat Johanna Bekker en
een zekere heer Engelse" haar zullen vergezel
len16. Wat precies is voorgevallen in de herberg
'De Sassenaar' te Gent, is niet zeker. Het moet
voor de echtelieden Van Es wel vreemd zijn ge
weest om elkaar na zestien jaar weer te ontmoe
ten. Later zal in de brieven nog vaak aan Gent
worden gerefereerd17: 'U Edele gelieft mij de
montwaaterig te maaken over die corte visite te
Gend, ik moet bekenne, en 't zijn in waarheijd de
aengenaamste momente geweest, die ik in 16
jaaren heb mooge geniete, die nimmer bij mij
zulle vergeete worde, maar met dat alles, is het
voor teegenwoordig niets dan terging des gees-
tes'. Van Es vertrouwt het papier voorts toe, die
twee nachten meer te hebben genoten dan in de
nachten van zijn eerste huwelijksjaar. Langer dan
een week heeft Van Es niet in Gent gelogeerd; op
25 oktober schrijft hij via Culemborg en Nijmegen
naar Kleef te zijn gereisd.
Vluchtelingen in Emmerik.
Een andere fase in het leven van de deserteur