VOGELBEHANGSELS 61 Afb. 11: A. Meertens, ontwerp voor een ka merwand-, potlood, pen in grijs, gewassen in kleuren; blad 295 x 275 mm, voorstelling 228 x 239 mm; Rijksprenten kabinet Amsterdam, inv.-nr 1913:142. situatie nauwelijks vraag naar dergelijke produk- ten. Ook Meertens moet hiermee te maken heb ben gehad: we kennen slechts één vermelding van een kabinetstuk, te weten een schilderij met dood wild en een hond dat in 1828 op de expo sitie ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van de Middelburgse Tekenacademie tentoon werd gesteld"-. Slechts voor weinig kunstschilders was het weggelegd op dit terrein door te breken, zodat de meesten moesten zich tevreden stellen met decorateurswerkzaamheden. Noten 1. Leendert Bomme, Redenvoering ter inwijding van hel teeken-collegie te Middelburg Middelburg 1780, blz. 28. 2. Ibidem, blz. 28. 3- A.J. van Dissel, '"Natuurlijk en fiksch gepenseeld"; het werk van de Middelburgse decoratieve schilder Jacobus Vonk'. In: Leids Kunsthistorisch Jaarboek 4 (1985) 297-313, en idem, 'Toeschrijving van het decoratiestuk met gevo gelte, Noordnederlandse school 18de eeuw',in Bulletin van het Rijksmuseum 36 (1988) 32-34. 4. Rijksarchief in Zeeland, Atlas Zelandia Illustrata, inv.- nr. II 745a-e. 5. M. Fokker, Catalogus Zelandia Illustrata. 3J" vervolg, Middelburg 1902, blz. 22. 6. New York Herald van 7 juni 1908 (kranteknipsel met foto; aanwezig in de reproductiecollectie RKD). 7. W.S. Unger, Catalogus van de historisch-topografische atlas van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (Middelburg 1940), dl. II, nr. 475- 8. Van Dissel 1985, op. cit., blz. 303- 9. J. Immerzeel Jr., De Levens en Werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwen, graveurs en bouwmeesters, Amsterdam 1843, dl. II, blz. 211. 10. F. Nagtglas, Levenberichten van Zeeuwen, Middelburg 1893, dl. II, blz. 153 en 1087. 11Zie: U. Thieme en F. Becker, Allgemeines Lexikon der Bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, Leipzig 1930, dl. XXIV, blz. 334; P.A. Scheen, Honderd Ja ren Nederlandsche Schilder- en Tekenkunst, De Romantiek met voor- en natijd (1750-1850), Den Haag 1946, blz. 203; idem, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars (1750- 1950), 's-Gravenhage 1970, dl. II, blz. 28, en Encyclopedie van Zeeland, Middelburg 1982, dl. II, blz. 293. 12. D.O. Obreen, Archief voor Nederlandsche Kunstge schiedenis, Rotterdam 1884-1887, dl. IV ('De gildeboeken van St. Lucas te Middelburg', blz. 250). 13- A. von Würzbach, Niederlandisches Künstler-Lexikon, Wien und Leipzig 1910, dl. II, blz. 130. 14. RAZ, Archieven der gewestelijke besturen van Zee land 1799-1810, inv.-nr. 256: Naamlijst der voor dienstplicht of contributie in aanmerking komende personen in de ste den Arnemuiden, Middelburg, Veere, Vlissingen, Westka pel Ie 1797-1798. 15. Zie Würzbach 1910, op. cit., blz. 130; Scheen 1946, op. cit., blz. 203, en Scheen 1970, op. cit., blz. 28. 16. C. Schnitger en P. Don, 'Vernuft en vlijt, De Middel burgse Tekenacademie van 1778 tot nu'. In: Zeeuws Tijd schrift 36 (1986) 9- 17. Zie voor vermelding van Meeitens in de ledenlijst: Bomme 1778, op. cit. (noot 1), blz. 45. 18. Schnitger en Don 1896, op. cit. (noot 16), blz. 9, en A.J. van Dissel, De Middelburgse Tekenacademie voorbeeld en resultaat, z.p. {Zeeuwse Katernen, nr. 1, 1988), blz. 7 en 23, nemen onomstotelijk aan dat hij tot de oprichters be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 19