62
VOGELBEHANGSELS
hoorde. De Encyclopedie van Zeeland 1983, blz. 293, en
L.J. Bol in 'Jacobus Perkois, Kunstteekenaar' (in Neder
lands Kunsthistorisch Jaarboek 21 (1970) 260), noemen
Meertens uitsluitend als lesgevend lid.
19. H.M. Kesteloo, 'De Stadsrekeningen van Middelburg
IX. 1700-1810'. In: Archief Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen, 1902, dl. VIII, 5* stuk, blz. 126.
20. Obreen 1883-1887, op. cit., blz. 249. Daar de leden
van het St. Lucasgilde in die tijd voor een groot deel uit
kladschilders, steenhouwers en glazemakers bestonden,
heeft men gemeend alleen die namen op te moeten ne
men die expliciet als kunstschilder vermeld werden.
21. RAZ, Memorie van Successie, inv.-nr. 388; 1824, nr.
570.
22. Zie: Nagtglas 1893, op. cit., dl. II, blz. 611; L.J. Bol,
Catalogus Herdenkingstentoonstelling Aart Schouman
1710-1792, Dordrecht (Dordrechts Museum) I960, blz. 16-
17.
23. Afgebeeld in: L.J. Bol, Aart Schouman. Ingenious
Painter and DraughtsmanDoornspijk 1991, blz. 122 (af
beelding 94-95).
24. In 1960 meende Bol één van de panelen te kunnen
aanwijzen als het werk van Meertens. Zie: Bol I960, op.
cit., blz. 17 en afbeelding 63a (te zanten afgebeeld met de
vijf andere panelen). In later verschenen publikaties
waarin het ensemble ter sprake komt, doet hij hierover
geen uitspraken meer. Zie L.J. Bol, 'Aart Schouman "Over-
kunstig schilder in olie- en waterverf', XIII. Behangselschil
deringen', in Tableau 1989, nr. 1, blz. 97, en Bol 1991, op.
cit. In 1979 waren op een veiling in Amsterdam (Sotheby
Mak van Waay, 29 oktober 1979, nrs. 302 en 303) twee te
keningen op naam van Meertens verschenen die de aan
vankelijke toeschrijving weerleggen. De composities van
deze tekeningen zijn namelijk vrijwel identiek aan twee
panelen uit het pand Dwarskaai 14, en één daarvan betreft
het vermeende paneel van Meertens. Dit zou betekenen
dat het ene exemplaar een ontwerp en het andere een te
kening naar een behangselpaneel van Schouman moet
zijn, wat niet waarschijnlijk lijkt, omdat beide tekeningen
qua tekentrant gelijkwaardig zijn en hetzelfde hoogtefor
maat hebben. Het ligt dus meer voor de hand aan te ne
men dat het in beide gevallen om tekeningen naar de be
hangselpanelen van Schouman gaat, wat zou betekenen
dat een ander paneel van het ensemble uit het pand
Dwarskaai 14 door Meertens is vervaardigd.
25. Veiling Dordrecht (Mak), 14 en 17 mei 1983, nr. 138;
160 x 86 cm., gemerkt A. Meertens (reproduktiecollectie
RKD). De kip die in dit schoorsteenstuk links onder is af
gebeeld staat weliswaar in spiegelbeeld, maar is verder zo
wel qua houding als verschijning op vrijwel precies de
zelfde wijze terug te vinden op één van de panelen uit het
pand Dwarskaai 14 (zie: Bol I960, op. cit., afbeelding 6la).
Dit geeft enige ondersteuning om het paneel aan Meertens
toe te schrijven.
26. Van de weinige gesigneerde vogelstudies bevonden
zich er in 1954 twee bij kunsthandel Scheen in Den Haag,
met respectievelijk de afmetingen 370 mm x 250 mm en
365 mm x 245 mm. (zie: reproduktiecollectie RKD).
27. Collectie Frits Lugt, Parijs, inv.-nr. 1981-T.31: Sterdui
ker (zwart krijt en aquarel, wit gehoogd, 428 mm x 277
mm) naar Schouman, gedateerd 1757. Collectie idem, Vo-
gelboeck fol. 85, inv.-nr. 1407-149, en collectie Frits Lugt,
Parijs, inv.-nr. 1981-T.32: Parelhoen (zwart krijt en aquarel,
wit gehoogd, 438 mm x 279 mm) naar Aart Schouman.
En verder bij voorbeeld: Een Fuut, 432 mm x 264 mm
(vlg. The Lord Bolton e.a., Londen (Christie's), 11 decem
ber 1979, nr. 377) naar Schouman, gedateerd 1755 (Collec
tie Frits Lugt, Parijs, Vogelboeck fol. 84, inv.-nr. 1407-147);
Marmot en bijeneter, zwart krijt en aquarel, 359 mm x 250
mm (vlg. The Lord Bolton e.a., Londen (Christie's), 11 de
cember 1979, nr. 340) naar Schouman, gedateerd 1760 (zit
E.R. Mandie, Dutch Masterpieces from the Eighteenth Cen
tury: Paintings Drawings, catalogus bij tentoonstelling
Mineapolis (Mineapolis Institute of Arts), Toledo (Toledo
Museum of Art, Philadelphia (Philadelphia Museum of Art)
1971-1972, nr. 74, plaat 46).
28. Schenking 1987 door mevrouw Daman te Rotterdam.
29- Collectie Earl of Bradford, Weston Park, Engeland (fo
to's sinds 1961 in reproduktiecollectie RKD).
30. Van Dissel 1985, op. cit., blz. 303-305.
31. Overige vier ontwerpen: RPKA; (Abraham Meertens,
doos II) inv.-nrs. 1913:117-118 en 1913:145 en 147; alk
pen en penseel in grijs, dubbele kaderlijn in pen in bruiri;
voorstelling 190 mm x 75 mm, bladen in iets afwijkende
formaten.
32. RPKA; (Abraham Meertens, doos II) inv.-nrs,
1913:100, 1913:106 en 1913:119.
33. RPKA; Abraham Meertens, zie vooral doos I en doos
B-formaat.
34. Zeist, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, fotocol
lectie; Oostkapelle, Huis Duinbeek, linker voorkamer (op-
name 1973)-
35. RPKA; (Abraham Meertens, doos I) inv.-nr. 1913:104.
36. RPKA; Abraham Meertens, doos B-formaat.
37. M. Fokker, Catalogus Zelandia Illustrata, 4dc vervolg.
Middelburg 1905, blz. 27,
38. Zie veiling Collection Frederiks, 'Ornements, Art du
dessin', Amsterdam (Fred. Muller), 10 tot 12 december
1908, nr. 2746, 'Abraham Meertens. Projects et esquisse;
pour la décoration des chambres: panneaux, cheminées,
frises, peintures décoratives a sujets d'oiseaux et de fleurs,
lustres etc. 57 feuilles. Dessinées a l'encre de Chine ou er.
couleurs, de différent format'.
39. Encyclopedie Zeeland, dl. II, blz. 419-420. Frederiks
verzamelde niet alleen voor zichzelf; zo behoorde het ont
werp van Meertens voor het pand Dam 57 tot de 419 teke
ningen die hij in 1903 voor 2000,- uit het kunstbezit van
de Middelburgse Tekenacademie kocht en vervolgens
ogenblikkelijk ten behoeve van de Zelandia Illustrata aan
het Zeeuws Genootschap doorverkocht. Zie Fokker 1905,
op. cit., titelpagina, en Schnitger en Don 1986, op. cit,
blz. 16.
40. RPKA; (Abraham Meertens, Doos II) inv.-nrs.
1913:101-102, 1913:107, 1913:109, 913:110-111, 1913:114-
116 en 1913:150-151. (De ontwerpen zijn genummerd van
1 tot en met 13; nummers 2 en 10 ontbreken).
41. R.J. Baarsen, 'De decoratieve kunsten en de Franse
smaak, Noble simplicité', catalogus bij tentoonstelling
'Edele eenvoud, Neo-classicisme in Nederland 1765-1800',
Haarlem (Frans Hals-Museum en Teylers-Museum) 1989,
blz. 115-116.
42. Van Dissel 1988, op. cit., blz. 23. Voorts maakte Meer
tens enkele tekeningen die als gravures voor boekillustra
ties gebruikt werden: een titelblad met de wapens van
Axel en Terneuzen voor J. Schaaps Geschiedenis en costu-
men van Axel (Middelburg 1787) (zie ook: RAZ, Zei. 111.,
inv.-nr. II 634), gezichten op Duinbeek, Oud Vossemeer en
Nieuw Vossemeer voor Jacobus Ermerins' Eenige Zeeuw-
sche Oudheden (Middelburg 1780-1797, 9 dln., resp. dl.I
(1780), tegenover blz. 139 en dl.II (1784), tegenover blz.
53, en idem tegenover blz. 72 (zie ook: RAZ, Zei. 111. resp.
inv.-nrs. II 830, II 2018 en II 2012). In 1979 dook er een
gouache van een stormachtig landschap op, waarop een
man in negentiende-eeuwse kleding staat afgebeeld die de
teugels van een paard vasthoudt terwijl achter de man zich
een hond verschuilt. Zie: Sir G. Bellow e.a., Amsterdam
(Christie's), 30 november 1979, nr. 340, afbeelding op blz.
27, 520 mm x 660 mm; links onder gemerkt 'A. Meer
tens'. Hier blijkt dat het weergeven van menselijke figuren
niet tot Meertens' sterkste kanten behoorde.