ASPECTEN VAN HET MUZIEKLEVEN IN MIDDELBURG TEN TIJDE VAN HET STADHOUDERSCHAP VAN WILLEM V (1751-1795) 63 Albert Clement In het kader van het jubileum van het Genootschap heeft de redactie van het tijdschrift Zeeland mij ver zocht om een bijdrage waarin de muziek een centraal thema vormt. Tijdens het jubileumcongres van het Genootschap zal drs. Marjoeska Ponsioen op zaterdagmiddag 11 juni aandacht schenken aan Zeeuwse componisten uit de Romantiek, waarna aansluitend composities tot klinken zullen worden ge bracht zie Agenda). Op deze plaats wordt de aan de Romantiek voorafgaande periode onder de loupe genomen: het Genootschap is immers een kind van de Verlichting. Ten gevolge van de beperkte ruimte is hier uiteraard slechts een zeer globaal overzicht mogelijk. Omdat het zwaartepunt van de Zeeuwse mu zikale activiteiten in de tweede helft van de achttiende eeuw te Middelburg ligt, beperk ik mij tot de hoofdstad Op 25 januari 1769 werd in Vlissingen bekend dat stadhouder Willem V bereid was het protecto raat van het Vlissingse initiatief voor een weten schappelijk genootschap te aanvaarden. Wanneer men zich afvraagt, waarom een illuster persoon als de stadhouder een nog volslagen onbekend lokaal gezelschap wenste te ondersteunen, lijkt de bijzondere band tussen de Oranjes en Vlissin gen de sleutel tot dit raadsel2. De goede contac ten van het Huis van Oranje met het Zeeuwse beperkten zich evenwel niet tot Vlissingen. De relatie tussen de eerste protector van het Genoot schap en de provincie vormt een rode draad in dit artikel. De hofkapelmeester van de stadhouder was in 1769 een musicus die in de moderne muziekwe tenschappelijke literatuur wordt beschouwd als een van de leidende muzikale persoonlijkheden in de Nederlanden in de tweede helft van de achttiende eeuw. Hij was in 1762 tot hofkapel- meester benoemd, maar reeds omstreeks 1758 als 'Hof-compositeur' in Den Haag werkzaam. De toonkunstenaar om wie het gaat, is Christian Ernst Graf. Wanneer we iets verder teruggaan in de tijd en het Zeeuws muziekleven in de begin periode van het stadhouderschap van Willem V bestuderen, komen we Graf opnieuw in Zeeland tegen. Hij verbleef er niet slechts kortstondig, maar werkte er geruime tijd en schreef er zelfs enkele composities die van groot belang voor de Nederlandse muziekgeschiedenis zijn. Genoeg re den dus om deze bijdrage met enkele woorden over Graf te beginnen. Christian Ernst Graf (1723-1804) In de literatuur bestaat tot nu toe geen studie over Christia[a]n Ernst Gra[a]f die de omvang van een encyclopedie-artikel overschrijdt. Op basis van eigen onderzoek is een aantal biografische gegevens over hem aan het licht gekomen, waar van ik er in dit kader enkele wil behandelen. Christian Ernst Graf was afkomstig uit het Duitse Rudolstadt (Thiiringen), waar hij op groeide in een muzikaal gezin. Zijn vader Johann was er hofkapelmeester en een aantal van zijn broers musiceerde. Vermoedelijk in de periode 1747-1750 vertrok Christian Ernst, misschien te zamen met zijn broer Friedrich Hartmann, naar de Nederlanden. Hier werkte hij zich op tot hof- componist van prinses Anna van Hannover, echt genote van stadhouder Willem IV. In 1762 werd hij tot hofkapelmeester benoemd. Tijdens zijn Haagse periode heeft Graf herhaaldelijk de jonge Mozart ontmoet, die later, in 1765, acht klavierva riaties (KV 24) zou schrijven welke op een lied compositie van Graf waren gebaseerd, getiteld 'Laat ons juichen, Batavieren!' (zie afbeelding 1). Christian Ernst Graf componeerde dit lied ter gelegenheid van 'de installatie van zyn Doorluch tige Hoogheid Willem den Vyfden'. Graf heeft veel geschreven. Zijn werken werden niet alleen in Holland gepubliceerd, maar verschenen ook in Berlijn, Parijs en Londen. Hij componeerde voor namelijk instrumentale muziek, waaronder vele symfonieën, strijkkwartetten en andere kamermu ziek. Daarnaast schreef hij liederen, een orato rium en een generaalbasmethode (leer van het continuo-spel). Zijn muziek toont de galante stijl van de generatie van Bachs zonen. Eén symfonie is zowel aan hem als aan Haydn toegeschreven. In eigen tijd kreeg Graf veel waardering en ten onrechte wordt zijn muziek in onze tijd weinig uitgevoerd. Het is interessant dat een musicus van het for maat van Graf een aantal jaren in Zeeland heeft gewerkt. Waarom kwam hij naar Zeeland, wat deed hij hier en hoe kwam hij aan het stadhou derlijk hof terecht? We weten dat Grafs broer Friedrich Hartmann in 1746 zijn studie als pauke- nist beëindigde en vervolgens in dienst trad van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 21