66
MUZIEKLEVEN IN MIDDELBURG
F.J. Heinrichs en andere muzikanten 49:9:4
werd betaald. In 1767 werd aan Heinrichs c.s.
een bedrag betaald voor het 'muchiseren' op het
stadhuis op 2 november, de dag dat het huwelijk
van de prins werd voltrokken. Bijna twintig jaar
later, in 1786, vermeldt cle stadsrekening een
reeks uitgaven 'wegens de receptie van Hunne
Doorluchtige Hoogheden den prins en de prinses
van Oranje Nassau', waaruit blijkt dat het 'or-
chest' onder leiding van kapelmeester Heinrichs
opnieuw muziek ten beste gaf.
Als andere bijzondere gelegenheden waarbij
muziek klonk, noem ik de oraties van profes
soren aan de Latijnse school. Nog in 1800 en
1803 werd de organist Lootens gehonoreerd voor
orgelspel in cle Nieuwe kerk bij zulke gelegenhe
den". Een geheel andere oratie had in 1780
plaatsgevonden: op 17 mei van dat jaar werd in
de Nieuwe Kerk een koraal van Lootens uitge
voerd, getiteld: Choraal in IV stemmen, gecom
poneerd door den organist W. Lootens; bij gele
genheid der lijk-oratie, op de heer professor J.
Willemsen. De lijst van intekenaren op deze com
positie (waarop opvalt dat sommige 'Heeren' da
mes zijn) bevat bekende Zeeuwse namen (zie af
beelding 3).
Het collegium musicum en de openbare muziek
uitvoeringen
Afb. 4: IJkhuis, Zei. 111. II, nr. 691.
In de Nederlanden bestonden reeds in de zes
tiende eeuw collegia musica in plaatsen als Arn
hem en Amsterdam, en in de loop van de zeven
tiende eeuw verschenen deze gezelschappen
onder andere in Utrecht, Deventer en Nijmegen.
Ook in Zeeland waren ze aanwezig, en wel in
Middelburg en Zierikzee. Middelburg kende
reeds in 1622 een collegium musicum. Het betrof
hier muziekgezelschappen van ten hoogste ca.
vijftien muzikale amateurs die onder leiding van
een professioneel musicus beurtelings bij één van
de leden thuis musiceerden. De leider was vaak
de plaatselijke organist/klokkenist. Zo ook in het
zeventiende-eeuwse Middelburg. In de achttiende
eeuw kregen de muziekcolleges in Nederland ge
leidelijk aan een functie in het openbare muziek
leven: de leden werkten soms mee aan open
bare muziekuitvoeringen, teiwijl de bijeenkom
sten van het collegium musicum overgingen in
concerten die door een betalend publiek konden
worden bijgewoond. Een dergelijke ontwikkeling
heeft zich ook in Middelburg voorgedaan. Uit de
opdracht van Grafs opus 1 en het citaat uit Zee-
lands Chronyk-Almanach blijkt dat Graf het Mid
delburgse college van ca. 1750 tot 1754 heeft
geleid. In 1754 werd ook de concertzaal inge
richt''
Belangrijke, in de moderne literatuur tot nu toe
niet aangereikte informatie over het concertleven