5 Ó&L iHLLAMY 77 Afb. 2: In dit schrijfpro- beersel wenst Bellamy, die volgens zijn Vader- iandsche Gezangen bui tengewoon anti-Engels was, 'protecteur Crom well' waarschijnlijk naar de hel. .r/J '7^^* prc-m.h'cZL 9-^f jyy/ p£ AÉ-7L yeGZ iYc-tr?^^ Waarom horen we zo weinig over Bellamy bij het Genootschap? In het licht van het feit dat het plan om een Zeeuws Genootschap op te richten door leden van een Franse leessociëteit was voorgesteld en de leden van dat gezelschap automatisch lid wer den van het Genootschap1"1, was interesse in de studie en carrière van een aankomend dichter te verwachten. Eén van de redenen waarom we niettemin in de notulen van het Genootschap niets over Bellamy terugvinden, is misschien de volgende. Zoals de naam van het Genootschap al zegt, richtte men zich meer op de beoefening van wetenschap dan op het bedrijven van kunsten; lezingen en verhandelingen hadden meestal een historisch, godsdienstig of anderszins weten schappelijk karakter. Een jonge dichter aan het begin van zijn loopbaan is voor lieden met we tenschappelijke pretenties minder interessant. Het feit dat Bellamy een vurig, en in het begin van zijn Utrechtse tijd zelfs zeer fanatiek patriot was, kan ook een rol hebben gespeeld in het feit dat niet veel aandacht aan hem werd geschon ken. In het weekblad van de patriotten, De Post van den Neder-Rhijn, schreef Bellamy onder het pseudoniem Zelandus felle 'Vaderlandsche Ge zangen'. In een brief aan zijn geliefde Fransje Baane meldde hij dat het blad zelfs korte tijd ver boden werd nadat één van zijn gedichten, geti teld 'Aan eenen verrader des vaderlands' en in 1782 geschreven, erin gepubliceerd was". Met de verrader doelde Bellamy op Oranje-stadhouder Willem V. Zijn lange vers eindigt als volgt: 'Verrader! Monster! vloek der aarde! Vernederd schepsel der Natuur! Gods wraak, die u tot heden spaarde, Verdelge u eens door 's hemels vuur!... Maar neen! - zij doe u slechts bezeffen, Hoe gruwlijk uwe daden zijn: Geen bliksemstraal kan feller treffen- Geen donder meer verschrikk'lijk zijn! Dan zal uw ziel zich krimpen, wringen, Gevoelen wat haar wezen is! En, in die felle folteringen, Gevoelen wat de Godheid is! De jongste dag, die ooit zal dagen, Lees dan nog op uw aaklig graf: "Hier ligt de vloek van vriend en maagen, Die 't Vaderland den doodsteek gaf!'" Het is onbegrijpelijk dat zijn gevoel voor humor, dat hij, getuige zijn brieven, in ruime mate bezat,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 39