82
MISDAAD EN STRAF
genten van het tehuis opgelegd. Vaak hanteerden
zij ook een combinatie van straffen. Een afranse
ling met de bullepees en het blok aan het been
waren geringere straffen, die soms volgden op
enkele dagen opsluiting in de donkere put.
Angst voor erger
In de tweede helft van de achttiende eeuw klaag
den diverse binnenvaders van het burgerwees
huis er regelmatig over, dat het gedrag van de
kinderen steeds slechter werd en de strengere be
straffing een neerwaartse spiraal veroorzaakte.
Het is moeilijk in de bronnen na te gaan of deze
klacht met de werkelijkheid strookte. Lang niet
alle wangedrag werd in de notulen vermeld. Wel
is het een feit dat meerdere vaders deze mening
waren toegedaan en herhaaldelijk hun grote zorg
daarover uitspraken. De discipline was weg: kin
deren weigerden bevelen op te volgen, stonden
pas op wanneer het hun beliefde, kwamen te laat
aan het ontbijt, op hun werk of in de kerk, ze
vloekten, logen en bedrogen, stalen en maakten
ruzie, en er bestond een veel te intiem contact
tussen beide sexen - met alle kwalijke gevolgen
vandien. Eén van de binnenvaders klaagde er
over dat het tehuis een 'Babel van verwerringe'
was, hetgeen een burgerweeshuis waar kinderen
uit de burgerij met liefdegaven werden opge
voed, absoluut niet paste, en dat de kinderen
niets 'burgerlijks' meer hadden, iets waarop de
burgerwezen zich vroeger altijd beroemden te
genover de armwezen. De klacht van de binnen
vader had geen effect. Er werd wel strenger ge
straft, maar de kinderen gaven daar niets om.
Men was vooral bevreesd dat het slechte ge
drag helemaal uit de hand zou lopen, dat men de
'ontembare' kinderen niet meer in het gareel kon
houden. En omdat de weeshuizen financieel ge
deeltelijk afhankelijk waren van liefdegaven van
de burgerij, was hun goede naam van wezenlijk
belang. Overigens leest men in veel weeshuizen
over explosies van wangedrag. De toenemende
armoede in de tweede helft van de achttiende
eeuw, waardoor een verscherping van de sociale
tegenstellingen optrad, zal daar debet aan zijn ge
weest. Tegelijkertijd leidde het toenemende wan
gedrag tot een sterkere repressie van ontoelaat
baar gedrag bij deze kinderen, die toch al een
zwakke groep vormden in de maatschappij. Zij
waren voor hun toekomstmogelijkheden sterk af
hankelijk van de goedgunstigheid van de stede
lijke ambachtslieden, die hun een leerperiode
konden verschaffen. Wanneer het aanbod van
leerjongens groter was dan de vraag, vielen de
weeskinderen het eerst af. Het weeshuisbestuur
vond dat zorgelijk en poogde de kinderen zo
strak mogelijk op te voeden, opdat zij de vereiste
discipline zouden verkrijgen en hun bazen de ge
wenste gehoorzaamheid zouden betonen.
Regenten
Eén van de oorzaken van de extreme wanorde
zocht men in het snel wisselende bestuur, dat
toen door de diakenen van de Nederduits Gere
formeerde kerk werd gevormd. De diakenen wa
ren afhankelijk van hun kerkelijke ambtsperiode
en dat had ook consequenties in het weeshuisbe
stuur. Ieder jaar traden twee van de vier diakenen
Afb. 1: Burgerweeshuis
aan het Molenwater te
Middelburg. Zeeuwse
Bibliotheek, nr. 462.
J7JX