EGBERT PHILIP VAN VISVLIET 91 fel, dat volgens veilingmeester Keel in deze con ditie zelden zo voorkwam. Het herbarium was opgezet volgens een systeem dat door de Leidse hoogleraar Van Roijen, een 'precurseur' van Lin naeus, was bedacht. Hoewel de tien portefeuilles zeer wel geconserveerd' waren, bleek er op de eiling geen koper voor te vinden. Het werd op gehouden bij een bedrag van 25 ponden. Als laatste en afzonderlijk onderdeel kwam ten lotte het 'Kabinet van natuurkundige werktui gen, byzonderheden en liefhebberijen' onder de hamer. Dit stuk van de catalogus was verzorgd Ioor David Reghter, de fysisch instrumentmaker an het Natuurkundig Gezelschapdie ooit door an de Perre naar Zeeland was gehaald en twee tar tevoren ook de veiling van diens instrumen tenkabinet had verzorgd. Egbert van Visvliet had tij die gelegenheid verscheidene nummers uit dat kabinet aangekocht27. Een aantal daaivan kwam nu opnieuw onder de hamer. Van Visvliets kabi net is trouwens na dat van Van de Perre het ■rootste kabinet van fysische instrumenten dat ons uit het achttiende-eeuwse Zeeland bekend is. In vergelijking met Van de Perre bezat Van Vis- liet echter, wetenschappelijk gezien, minder ge avanceerde instrumenten. Had Van de Perre bij zijn salonwetenschap nog enige onderzoeksambi- ie getoond, bij Van Visvliet blijkt van deze drang olstrekt niets28. In zijn instrumentenkabinet lag ie nadruk duidelijk op de 'physique amusante', het beoefenen van de natuurkunde als een aan genaam en chique tijdverdrijf. Een apparaat als de grote 'Toverlantaarn met 48 geschilderde daazen en zes beweeglyke figuuren' vervaardigd door Van Musschenbroek uit Leiden past hier na- uurlijk goed in. Vooral elektrische apparaten wa ren in deze rubriek sterk vertegenwoordigd. Of het nu ging om een 'Electrieke kegelaar', een 'electriek torentje en kerk om de eigenschappen van de bliksem te verklaren', clan wel om 'een bekleede glasruit waarop een jager, schietende een vogel van een boom', het waren allemaal prachtige voorbeelden van objecten die geschikt waren voor aangename verpozing. Uiteraard be schikte Egbert ook over (een tweetal) elektriseer machines om de benodigde wrijvingselektriciteit op te wekken. De grootste rubriek werd gevormd door opti sche instrumenten. Daartoe behoorden een kost bare achromatische kijker gemaakt door Dollond uit Londen en een grote telescoop van Van der Bilt uit Franeker, kijkers die geschikt waren voor sterrenkundige observaties. Daarnaast waren er nogal wat microscopen, onder andere van Delle- barre uit Den Haag. Met deze relatief goed verte- genwoordige optische afdeling is Van Visvliets collectie redelijk representatief voor de doorsnee salonwetenschapper. Het merendeel van de opti sche instrumenten uit de achttiende eeuw is ver vaardigd voor geïnteresseerde amateurs, lieden -''ï'i/1 Sl. Jsr//- Afb. 3: Een 'fysisch kabinet' volgens Noliets, Natuurkun dige Lessen (1759). die zich merendeels uit fysico-theologische over wegingen wilden 'vergapen' aan zowel de grote als de kleine 'wonderen' uit Gods Schepping. Ook in Zeeland bestond deze drijfveer bij micro- scopisten als Baster, Slabber en Bomme29. In hoe verre Egbert van Visvliet zich door fysicotheologi- sche inspiratie heeft laten leiden, valt moeilijk met zekerheid te zeggen. Behalve zijn proef schrift heeft hij niets gepubliceerd waaruit zou kunnen worden afgeleid, wat zijn drijfveren zijn geweest om zich met wetenschap bezig te hou den. Het valt niet uit te sluiten dat fysico-theolo- gie een rol heeft gespeeld. Enerzijds toont Van Visvliet in zijn proefschrift belangstelling voor de door fysicotheologen veel bestudeerde 'micro- en macrokosmos', anderzijds betoont hij zich in één van de weinige brieven die van hem bewaard zijn gebleven een diep religieus mens. Hoe dit ook zij, hij past goed in het door Mijnhardt ge schetste beeld van de beginjaren van het Genoot schap, waarin voor de Zeeuwse elite 'nut en ge noegen' de voornaamste drijfveren waren om zich met de natuurwetenschappen bezig te hou den30. Uit Van Visvliets veilingcatalogus blijkt dat hij beslist met 'genoegen', maar toch ook met kennis van zaken zijn collectie heeft opgebouwd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 53