50 ZEEUWS GENOOTSCHA Afb. 3: De Middelburgse Tekenacademie. Potloodtekening van j. Perkois, zonder jaar (voor 1794). Zei. 111. Ill, nr. 1033. tot hoogleraar in de natuurwetenschappen te Middelburg benoemde predikant en vooraan staand lid van het Genootschap C.H.D. Ballot werd vereerd. Het droeg als titel: Gods Regeering erkend in I...J de aanstelling van zijn hoogeer waarde tot HOOGLERAAR in de wijsbegeerte en proefondervindelijke natuurkunde. Nu was Ballot een bekwaam popularisator van de natuurkunde, maar zijn voornaamste verdienste voor deze we tenschap is toch geweest dat hij de grootvader werd van de grondlegger van de Nederlandse metereologie, C.H.D. Buys Ballot. Bestrijding van het verval Hielden de verhandelingen zich bezig met wat wij nu als alfawetenschap beschouwen of met de popularisering van de natuurwetenschappen, bij de door het Genootschap uitgeschreven prijsvra gen lag het accent op het tweede deel van de doelstelling: de bestrijding van het verval. Twee derde van de tot 1801 uitgeschreven prijsvragen was gewijd aan maatschappelijk relevante the ma's zoals het stimuleren van fabrieken en visse rij, de problemen van de armenzorg, en schooi en universiteitshervorming. Nadere analyse wijst uit dat het bij het overgrote deel van de maat schappelijk gerichte prijsvragen voornamelijk ging om vraagstukken waarmee de directeuren van het Genootschap in hun capaciteit als stads- of waterschapsbestuurder, lid van de admiraliteit of gecommitteerde raad werden geconfronteerd. Zo bezien fungeerde het Genootschap niet als bevorderaar van zuivere wetenschap, maar werd het, evenals in Frankrijk, als adviesorgaan voor de overheid ingezet. En juist die nauwe verbinte nis met het overheidsapparaat zorgde ervoor dat controversiële problemen en controversiële op lossingen die de status quo zouden kunnen on dermijnen bij voorkeur werden vermeden. Wanneer we de geschiedenis van het Genoot schap in de eerste decennia overzien, kunnen we vaststellen dat de nauwe relatie met de overheid weliswaar verantwoordelijk was voor een er kende plaats in de samenleving, maar dat deze symbiose ook zijn prijs had. De in het Genoot schap gehanteerde hiërarchische ledencatego rieën correspondeerden met de sociale structuur van de Republiek onder het Ancien Régime, maar hadden ook tot gevolg dat van een open, op ver dienste gebaseerde recrutering slechts zelden sprake was. De onderschikking aan de geweste lijke overheid was ervoor verantwoordelijk dat het Genootschap zich niet als bolwerk van ver nieuwingsgezinde krachten kon manifesteren. Het volgde wat de meerderheid van directeuren voorschreef, en de bestrijding van het verval

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 8