102 JAN DE PRENTENKNIPPER Afb. 2: Buitenplaats BURG. VELD, bewaard in een atlas van de familie Brevet. de Prentenknipper schreef. Wij brachten, ook in Nehalennia\ verslag uit van het onderzoek dat we in 1982 tijdens onze vakantie in Nieuwvliet deden. We hoorden over mensen met prenten in Hoek, Aardenburg en Nieuwvliet; er waren ver halen en overleveringen, dat de Prentenknipper een mislukte dominee zou zijn geweest, en men verwees ons steeds weer naar andere bezitters van knipsels. Toen Willemsen in 1985 in Zeeland Magazine' verslag deed van de ontdekking van de ware naam van de Prentenknipper (Jan Huiszoon) en van zijn onderzoek in het archief van Goes, vat ten wij het plan op om een levensbeschrijving met afbeeldingen van zijn gekleurde prenten te maken. Een heleboel stukjes van de legpuzzel van leven en werken van Jan moesten nog wor den ontdekt en op hun plaats worden gelegd. Veel van die stukjes vonden wij in Zeeuwsch- Vlaanderen. was en hij hervormd. Zij zijn wèl samen gebleven en hebben vijftien jaar rondgezworven langs de grote rivieren en over de eilanden, terwijl er acht kinderen werden geboren, die op één na alle maal ergens onderweg weer overleden. Ook Constantia liet het leven, in 1841, nota bene tij dens hun eerste reis door Zeeuwsch-Vlaanderen, in Breskens. Jan heeft na het overlijden van Constantia zijn plan om Zeeuwsch-Vlaanderen te bereizen door gezet; hij is met zijn gezin teruggegaan en bleef er van 1842 tot 1844. In die tijd overleden twee van zijn kinderen: één in Aardenburg en één in Schoondijke. Waarschijnlijk is hij er in de zomers van 1847, 1848, 1851 en 1855 ook geweest, want prenten met die jaartallen zijn in Zeeuwsvlaamse families bewaard gebleven. In ieder geval heeft hij na het overlijden van zijn tweede vrouw in 1856 opnieuw koers gezet naar de overkant, voor het laatst mogelijk in 1859- De overkant Het eerste contact met Zeeuwsch-Vlaanderen had Jan Huiszoon als fuselier in Fort Frederik Hendrik te Breskens. Daar raakte hij betrokken in een sol- datenbaldadigheid, waarvoor hij twee jaar moest brommen in het tuchthuis. Toch bleef hij militaire attributen mooi vinden (HWVH [Het Wapen Van Holland?], Oostburg; zie Verhave, blz. 83). Na zijn diensttijd vond hij werk als arbeider aan het ka naal van Sas van Gent naar Terneuzen en hij vond er ook zijn liefde. Maar trouwen met Con stantia du Pree kon hij niet, omdat zij katholiek Zeeuwsch-Vlamingen Waarom ging Jan almaar terug naar Zeeuwsch- Vlaanderen? Waren de mensen er vriendelijker, kochten ze eerder dan op de Bevelanden, Wal cheren of Tholen, en wat zouden we over de ko pers van de prenten te weten kunnen komen? Waren het boeren of dorpelingen, waren ze pro testant of katholiek en waar woonden ze? Wij hebben alle mensen van wie wij hoorden dat zij een knipprent bezaten gevraagd naar de her komst en naar de voorouders, bij wie het stuk vandaan kwam. Natuurlijk weet niet iedereen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 12