KLEIN MAAR REIN
155
Afb. 3: 't Zonnehuis van Bet-
sie van Manen in Domburg.
waarop een pyramide en een sfinx stonden afge
beeld. Op de achterkant schreef zij: 'Ziehier eene
groet uit Egypte. Gisteravond kwamen we te
Porte Said aan. We gingen aan land en stoomden
na het kolenladen vanmorgen het kanaal in
Betsie had allereerst de bedoeling in haar verre
reisdoel aan de Indische natuur nieuwe motieven
te ontlenen voor haar kunst. Bovendien wilde zij
haar broer Daniël opzoeken, die in Java op een
plantage werkte".
Al spoedig na aankomst te Batavia werd zij
door De Nederlandsch Indische Kunstkring uitge
nodigd om te exposeren. Op 11 april 1909 werd
in het gebouw van de Koninklijke Natuurkundige
Vereeniging de 'Tentoonstelling van Schilderijen,
Aquarellen, Teekeningen enz van Mejuffrouw
E.C. van Manen te Leiden en van eenige Holiand-
sche schilders' officieel geopend. Uit de catalogus
Afb. 4: Betsie van Manen in
haar rijtuig met tekenmap.
blijkt dat de meeste stukken van de hand van
Betsie van Manen was". De verslaggever van het
Bataviaasch Nieuwsblad schreef: 'Er is thans ge
legenheid om ook de eigen woning te versieren
met een mooi stuk dat vooral indische paleizen
niet kwaad zal staan. Maar de bewoners der indi
sche paleizen zijn over het algemeen geen kunst
beschermers. Wat doet men eigenlijk ook met
zoo iets als kunst in Indië, niet waar? Als het pen
sioen verdiend is, gaat men weer terug naar Eu
ropa, liefst met een vetten buidel en dan geven
die schilderijen maar weer meer vrachtkosten aan
boord, of verlies op de vendutie'. Kritisch laat de
recensent zich uit over de commissie, die een
aantal doeken weinig opvallend had opgehan
gen, 'waardoor de gedachte kan ontstaan: Och,
die blauwen daar aan den overkant van den Oce
aan zijn zoo weinig verwend op het gebied van