BRITSE ETSERS IN ZEELAND 8 Ad Beenhakker De periode vóór de Tweede Wereldoorlog was een tijdperk van grote bloei voor de beeldende kunsten ii Zeeland. In het kielzog van Jan Toorop trokken vele kunstenaars in de zomer naar Walcherenvoorn naar Domburg en Veere, waar zij werkten, discussieerden over de nieuwste kunststromingen en samen exposeerden in het door Toorop en Elout te Domburg gestichte tentoonstellingsgebouwtje. Vooral tijdens de Eersle Wereldoorlog, toen Parijs onbereikbaar was en de schilders noodgedwongen in Nederland ble ven, was Domburg een trefpunt van de Nederlandse avant-garde. Minder bekend is. dat in dezelfde periode ook een aantal Britse grafici Zeeland heeft bezocht, nauwe lijks opgemerkt door hun Nederlandse collega's en het publiek. Uit de Zeeuwse motieven in hun werk blijkt echter duidelijk, dat zij zich door Zeeland hebben laten inspireren, al hebben ze geen van allen lang in de provincie gewerkt. In dit art ikel zullen wij nagaan wat de oorzaak, en de achtergronden zijn van deze Britse belangstelling en wat het resultaat van deze bezoeken is geweest. Haden en Whistier In de tweede helft van de negentiende eeuw maakte de etskunst in Engeland een plotselinge opleving door. De grafiek was in de vooraf gaande jaren in verval geraakt en werd alleen be oefend als reproductietechniek, waarbij de hout gravure de voorkeur had. In 1843 begon echter de jonge Londense chirurg Sir Frances Seymour Haden (1818-1910) zich de etskunst eigen te ma ken. Zijn grote inspiratiebron waren de etsen van Rembrandt, en hij trachtte diens techniek zo dicht mogelijk te benaderen, dikwijls met frappant re sultaat. De grote impuls kwam echter in 1858, toen hij kennis maakte met de schilder James Whistier. James Abbott McNeill Whistler (1834-1903) was een Amerikaanse officierszoon, die na een mis lukte poging om in zijn vaders voetstappen te tre den voor een schildersbestaan had gekozen. In 1858 trok hij naar Engeland, waar hij al spoedig Haden ontmoette en met diens zuster trouwde. Whistier is vooral bekend geworden als schilder van stadsgezichten, landschappen en portretten, waarin hij een geheel eigen stijl vond, beïnvloed door de Japanse houtsnede. Hoewel zijn werk verwant is met het impressionisme, ligt zijn inspi ratie niet in de uiterlijk zichtbare wereld, maar in de harmonie tussen vormen en kleuren. Zijn wer ken hebben dan ook dikwijls titels die ontleend zijn aan de muziekwetenschap. Door de ont moeting met Haden raakte Whistier echter ook geïnteresseerd in de etstechniek, die hij snel leerde beheersen. Vanaf 1858 beleefden de beide zwagers een aantal zeer productieve jaren: Whist- Ier ontwikkelde zich tot één van de grootste et sers van zijn tijd en ook Haden kwam tot fraaie resultaten - waarbij hij overigens zijn medische praktijk steeds meer verwaarloosde. Ondanks voortdurende ruzies bleven zij veel met elkaar optrekken. Het spreekt vanzelf dat de twee kunstenaars ook eens naar Amsterdam wilden reizen om Rembrandts werk en woonomgeving met eigen ogen te zien. Dit gebeurde voor het eerst in 1863- De reis werd een succes en in de volgende de cennia kwamen zij geregeld terug. Van Haden zijn merkwaardigerwijs maar enkele etsen met Hollandse motieven bekend, terwijl voor Whistier Nederland een ware inspiratiebron bleek. Niet al leen Amsterdam, maar ook Waterland met de schilderachtige plaatsjes Volendam, Edam en Monnickendam inspireerden hem. Pas aan het eind van zijn leven heeft Whistier Zeeland ont dekt. In augustus 1900 logeerde hij in Pension Duinoord te Domburg, waarschijnlijk op uitnodi ging van Jan Toorop, die hem kende van de ge meenschappelijke exposities bij Les XX in Brussel en hem enkele malen in Chelsea had bezocht. Whistier genoot blijkens zijn brieven van de at mosfeer in Domburg en omgeving en maakte er enkele tekeningen en aquarellen. Intussen waren anderen hem in Zeeland al voor geweest, zoals zal blijken. Het Hollandse werk van Haden en Whistier werd geregeld in Londen tentoongesteld en dit inspireerde anderen om ook de etskunst ter hand te nemen en eens een kijkje in Nederland te nemen. Vanaf 1890 is er sprake van een voortdurende stroom van Britse kunstenaars die in de voetsporen van Rem brandt wilden treden. Naast Amsterdam werd Dordrecht een trekpleister. Dat was immers de geboorteplaats van de in Engeland zo bewon derde Albert Cuijp, en ook deze schilderachtige stad werd geregeld bezocht. Een etsje van de overigens weinig bekende graficus J.C. Hook heet niet voor niets 'Dort, the birthplace of Cuyp'. Veel kunstenaars maakten de reis via België, waar Brugge een geliefd reisdoel was. De dode stad, bekend uit de roman van Georges Roden-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 10