18
GEZAG IN HET GEDINi
Atb. 2: Jhr. mr. J.W. Quarles van Ufford. Documentatiecen
trum Zeeuwse Bibliotheek.
ten als waarnemend burgemeesters aan en
oefende naar eigen zeggen 'een maand lang
practisch dictatuur' uit. Een deel van de voorma
lige illegaliteit voelde zich niet betrokken: de
oud-illegalen voelden zich in hun machtsaspira
ties bedrogen en zij betwistten Bokhorst, die zich
in Groede vestigde, de macht. Slechts het ver
trouwen in de regering en de loyaliteit jegens het
geallieerde leger zouden hen eivan hebben weer
houden het Militair Gezag omver te werpen. Pas
toen hun vertegenwoordigers H. Bakker en D.C.
Bouwense in dienst traden van het MG, schikten
zij zich definitief in de nieuwe gezagsverhoudin
gen. Uiteindelijk schaarde de in de OD gebun
delde illegaliteit zich dus achter het MG, zij het
kennelijk na de nodige problemen als gevolg van
onderlinge onenigheid binnen de voormalige ille
galiteit. Het vertrek van Bokhorst naar Walcheren,
begin november, speelde daarbij vermoedelijk
een rol. Nadien was de leiding van het MG in
westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in handen van le
luitenant J.C. Stouthamer.
Op de Zeeuwse eilanden verliep de machtswis
seling vlotter. Bij de bevrijding van Goes (29 ok
tober) had Slot al meteen enkele regelingen ge
troffen met de districtscommandant-OD (tevens
LO) en tegelijk waarnemend burgemeester A. de
Roo. Pas twee weken later, op 13 november, arri
veerden de militaire commissaris voor Zuid- en
Noord-Beveland majoor E.D. Kalis en zijn assis
tent kapitein J.A. Hagedoorn in Goes. In de tus
sentijd hadden OD en burgemeester de zaken ge
regeld en was de al door Slot ingestelde
interneringscommissie uit de OD aan het werk
gegaan. Aan Noord-Beveland bracht dmc Kali:
pas op 1 december zijn eerste bezoek. Civil Af
fairsde aan het geallieerde leger verbondei
dienst voor het regelen van burgerzaken, en Ol
hadden het eiland een volle maand zonder MC
bestuurd en diverse regelingen getroffen die doo
Kalis werden gesanctioneerd.
De eerste functionaris van het MG die op Wal
cheren aankwam, was majoor Bokhorst, die op
november vanuit westelijk Zeeuwsch-Vlaanderei
met een Canadese legereenheid in Vlissinger
landde. Hij trof daar een goed georganiseerde
OD aan, gaf de leider daarvan enkele instructie,-
en liet de zaken verder aan de OD over. Slot arri
veerde pas op 8 november in zijn uiteindelijke
standplaats Middelburg. Vanaf die tijd fungeerde
hij tevens als districtsmilitair commissaris van
Walcheren. De provinciale OD-commandant, te
vens burgemeester van Vlissingen, C.A. van Woel-
tleren, bleek bereid het MG te aanvaarden, maai
bij gebrek aan mankracht en middelen van hei
MG volgde er de eerste maand nog 'een periode
van schipperen naast elkaar', aldus De Koeijer.
Zelfs Civil Affairs klaagde over de zwakheid van
het MG op Walcheren, waar de evacuaties alle
aandacht en energie in beslag namen. De waar
nemend gewestelijk commandant van de OD. jhr.
mr. A.F.C. de Casembroot. in 1940 lid van Gede
puteerde Staten en later actief in de illegaliteit,
werd door Slot voorlopig tot waarnemend com
missaris der Koningin aangesteld.
De opbouw van de GOIWN
Na het begin van de bevrijding begon het Militair
Gezag in opdracht van de regering al snel maat
regelen te treffen om de vroegere illegale organi
saties te liquideren. In Zeeland had het MG in
feite enkel nog met de OD te maken en een deel
van die organisatie werd, zoals we eerder op
merkten, in de praktijk al vroeg in het MG zelf
opgenomen. Voor de oud-illegalen die zich des
ondanks niet in het MG herkenden, kwam pas na
verloop van tijd een nieuwe organisatie tot stand.
Die organisatie was de Gemeenschap Oud-Ille
gale Werkers Nederland (GOIWN), die in de loop
van oktober en november uit initiatieven van
Limburgse en Brabantse oud-illegale voormannen
was ontstaan. Zij wilden met een eigen organisa
tie voor het gehele bevrijde gebied meer invloed
krijgen op het beleid van het MG en de burger
lijke autoriteiten. Anders dan in bevrijd Zeeland
was het MG in de bevrijde delen van Noord-Bra
bant, Limburg en Zuid-Gelderland aanvankelijk