26 TEUN IS Na de ontsnapping in Arnhem belandde hij in een veldhospitaal, waar hij kon bijkomen van zijn 'ondervraging'. Kort daarna, in 1944, is het hem gelukt om vanuit Sliedrecht via de Biesbosch in het toen bevrijde Brabant te geraken, waar hij prompt door de Canadezen werd gearresteerd, want iedereen kon wel zeggen dat hij bij het ver zet hoorde... En dat was ook geen pretje! Maar in 1944 is hij dan toch in Londen. In Engeland krijgt hij zelfs een parachutistenopleiding, maar zijn springervaring beperkt zich tot een oefening in een grote hal in Manchester - zie zijn beschrij ving daarvan in Een plek om terug te keren of in Walacria IV. Vanuit Engeland geraakt hij in het toenmalige Nederlands Oost-Indië. Dat is een verhaal apart. Bert Teunis heeft sinologie gestudeerd in Leiden. Ik heb hem ooit gevraagd waarom hij uitgere kend die studie heeft gekozen. Hij was een dui delijke alpha-figuur met grote belangstelling voor literatuur en talen. Hij bezat zondermeer een uit zonderlijke talenknobbel en zijn fenomenale ge heugen zal hem van dienst geweest zijn bij zijn passie voor literatuur. Maar waarom nu uitgere kend sinologie? Zijn antwoord was dat hij 'weg' wilde. Reizen. De wereld zien. Dat was zijn avontuurlijke inslag. De oorlog heeft wat dat betreft behoorlijk roet in het eten gegooid. Met die studie had je natuurlijk wel een kaartje voor het Verre Oosten. Daar hadden we 'onze' kolonie Nederlands Oost-Indië. De relatie die Bert voor de oorlog ermee had, was gelegen in zijn redactionele bijdragen aan het studentenblad De Opdracht. In een interview met Gerdi Preger in het Zeeuws Tijdschrift f1993, nummer 5) zegt hij daarover: we achtten het onze taak om idealistisch en enigszins arrogant als we waren - Indië naar zelfstandigheid te leiden en te bevrij den van het koloniale jukWe hadden er zo'n 25 jaar voor uitgetrokken om dat proces van ver zelfstandiging in goede banen te leiden'. Die 25 jaar bleken na de oorlog een utopie. Bert Teunis heeft de geschiedenis van de Indonesische onaf hankelijkheid persoonlijk meegemaakt en als hoofdredacteur van het progressieve dagblad De Locomotief heeft hij de eerste jaren erna journa listiek gevolgd. Tot 1954, toen hij vanwege zijn voor de Indonesiërs te reactionaire columnisti- sche commentaren hals over kop het land moest verlaten. Dat gebeurde met achterlating van zijn tweede bibliotheek. De eerste was bij het bom bardement op Den Haag verloren gegaan. In 1945 was hij de eerste Nederlander die na de Japanse capitulatie voet zette op Nederlandse ko loniale bodem - het was toen nog steeds Neder lands Oost-Indië, ondanks de reeds begonnen onafhankelijkheidsbeweging. Vanuit Londen kreeg Bert Teunis als taaldes kundige Japans en Chinees na een spoedoplei ding bij de geheime dienst een 'intelligence ser- vice'-bestemming in het Verre Oosten. De geschiedenis achterhaalde die. In Biak op Nieuw- Guinea was hij getuige van de enorme militaire concentraties als voorbereiding op een invasie in Japan. Een ballon die opgeblazen werd, maar die klapte toen in augustus 1945 atoombommen op Hiroshima en Nagasaki een einde aan de oorlog maakten. Na de Japanse capitulatie zocht Bert een mogelijkheid om naar Indië te gaan. Onze kolonie stond inmiddels onder Brits commando en Nederlanders waren er niet welkom, maar in de woelige en onoverzichtelijke dagen van de overgang na de Japanse bezetting werd het vlieg tuig waarmee Bert Teunis vanuit Biak naar Bata via vloog niet opgemerkt. Hij landde op het mili taire vliegveld Tjiliditan op een moment dat Japanse infanteristen vanuit schuttersputjes de landingsbanen nog onder controle hielden. De bravoure waarmee Teunis destijds uitstapte, naar een commandant vroeg en overgave eiste, kan al leen maar opkomen in het hoofd van een vijfen twintigjarige die al zoveel had meegemaakt, dat het niet eens in hem opkwam hoe absurd de si tuatie was. Bert vertelde er later wel over, dat hij beslist angst voelde, want niemand kon hem ga randeren dat die Japanners niet zouden gaan schieten. Te laag in rang om overgave te eisen, voldoende autoriteit als representant van de overwinnaar om een auto met chauffeur te bemachtigen om daar mee naar Batavia te gaan. Niemand in Nederland wist op dat moment van de 'kampen' waarin de Nederlanders door de Japanners waren opgeslo ten. De mannen gescheiden van de vrouwen. Kinderen tot tien jaar bij de moeders. Ouders en echtgenoten die niet wisten hoe het met hun man of vrouw, hoe het met hun kinderen ging, waar ze waren, wat hun lotgevallen waren. Mid den in Batavia was een van de Japanse vrouwen kampen waar Nederlandsen met hun jonge kin deren waren opgesloten. Bert Teunis was de eerste Nederlander uit het moederland die het er voer, die het kamp bezocht. Kleine kinderen die op hem afkwamen, roepend of hij hun 'pappa' was - nee, dat was hij niet: het is een beeld dat Bert emotioneel zo diep heeft geraakt, dat hij er bijna veertig jaar later bij het vertellen van die ge beurtenis nog geroerd door raakte. De eerste jaren in Batavia waren ten dele een fa miliegeschiedenis - hereniging met een doodge waande zus -, ten dele een avonturenverhaal - alleen al hoe hij samen met de oorlogscorrespon dent Alfred van Sprang als Amerikaan vermomd in een jeep met Amerikaanse vlag door de linies

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 32