52 ITHAK i tussen de Grieken en de Illyriers, die met elkaar handel dreven via Griekse koloniën. Op het ter rein van de religie meent Wilkens dat niet alleen de Grieken Zeus als oppergod vereerden, maar de Kelten ook. Het hele Homerische godenrijk zou in feite een Keltisch pantheon zijn. Hij be roept zich op het overigens omstreden boek van De Vries, Keltische Religion15, waarin deze welis waar minutieus de warrige en vaak moeilijk te traceren Keltische godenwereld systematiseert tot een Keltisch pantheon, maar nergens schrijft dat de Kelten Zeus vereerden. Bij de Kelten kwam zelfs een god die duide lijke aspecten van Mercurius heeft op de eerste plaats. De Vries suggereert ook niet dat de Kelti sche religie de Griekse heeft beïnvloed. Bij Ber- risford Ellis16 valt tenslotte nog te lezen dat er in de Alexandrijnse school 200 voor Christus) de opvatting leefde dat de Grieken veel van de Kel tische filosofie hadden overgenomen, onder an dere de doctrine van de onsterfelijkheid van de ziel. Latere Griekse schrijvers beweerden echter het omgekeerde, namelijk dat de Kelten de ideeën van Pythagoras hadden overgenomen. Berrisford Ellis veronderstelt echter parallelle ont wikkelingen in deze culturen of de mogelijkheid dat het om twee elkaar uitsluitende opvattingen over onsterfelijkheid ging. Kortom, wie zich verdiept in de identiteit en de samenhang van de Inclo-Europese bevolkings groepen in de late bronstijd en de vroege ijzertijd - waar de Kelten en de Grieken toe behoorden discutabele voorstelling van zaken geeft. In iede - geval heeft hij met het benadrukken van de Kelti sche connectie de identiteitsvraag omtrent he. culturele erfgoed van Homerus weer actueel ge maakt. Het plezier, maar vooral ook het fanatisnv waarmee Wilkens etymologisch jacht maakt op Homerische plaatsnamen in onze kuststrekei zegt mijns inziens meer over zijn identiteit dai over die van Homerus en zijn werk. Zeeland Zeeland speelt in het boek van Wilkens eer voorname rol. Ook al stemt de klei van Walche ren in de winter niet vrolijk, weinigen beseffer dat daar de Hades ligt, het Homerisch dodenrijk En Middelburg zou wel eens wat meer werk kun nen maken van haar beroemde stadgenoot Ho merus, wiens moeder, los, uit Nieuw- en Sint Joosland komt. Ook Zierikzee valt als woonplaats te overwe gen, omdat de godin Circe, als hoogste autoritei in de Keltisch gnostische religie, daar woonde 'Circe' is verwant met het woord 'kerk' (cirice ir Oud Engels) en Zierikzee staat op oude mappen wel aangeduid met 'Zircze'. Met de recente koms van varkenshouderijen in Zeeland wordt eer oude traditie in ere hersteld. Want de naan Schuddebeurs duidt op 'het trillen der varkens die Circe gevangen hield. Het mag duidelijk zijn dat de Zeeuwse identiteit na het verschijnen van Wilkens' boek niet meer uitsluitend door mossels en een zwemmende leeuw wordt bepaald. Op het kaartje van Zeeland zien we hoe Odys seus vanaf het eiland van Circe (Aeaea) de Ache ron, de mythologische rivier van de dood, moet afvaren om het dodenrijk te bereiken. De namen van delen van de Westerschelde, Agger en Honte. vormen samen iets wat op Acheron lijkt. Odys seus vaart dus via de Westerschelde om Vlissin- gen te bereiken, waarmee Vlissingen verlost lijkt van de tot voor kort nog onverklaarde etymologi sche achtergrond van haar naam: want Vlissingen valt uiteen in Vlissin Ulysses/Odysseus en -gen wat 'creatie' of 'wedergeboorte' betekent. Verder raakte Wilkens ervan overtuigd, zo staat in zijn boek, dat op het wapen van Vlissingen de heilige graal staat afgebeeld en de graal is volgens C.J. Jung het symbool voor de zoektocht, de spiritu ele reis naar de inwijding in de goddelijke com municatie. Omdat de Odyssee in wezen een ini- tiatieverhaal is, is er voor Wilkens geen twijfel meer: Vlissingen is naar Odysseus genoemd. Ook Vlissingen heeft een identiteit gekregen. Afb. 3: Wapen van Vlissingen, met de heilige graal.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 14