58
roofvogel:
¥t
Afb. 3: Sperwer in een typisch Zeeuwse winterbiotoop in de buurt van Dreischor, winter 1992, Foto: Aylin Erkman.
voedselbronnen in de broedtijd zijn veldmuizen,
muskusratten en jonge watervogels. In de winter
verblijft alleen op en rond Saeftinghe een aan
zienlijke hoeveelheid bruine kiekendieven. Slaap
plaats-tellingen in het begin van de jaren negen
tig in Zeeland leverden maxima van enkele
tientallen overwinterende bruine kieken op, met
een uitschieter van 52 exemplaren in november
1993- Voor Noordwest-Europa zijn dat bijzonder
hoge winteraantallen! Voedselonderzoek heeft
uitgewezen dat deze winterse bruine kieken
vooral leven van eenden en andere watervogels
die op het schor worden buitgemaakt.
Helaas is er naast alle positieve verhalen ook
somber nieuws. Nog steeds komen elk jaar weer
verhalen over illegaal afschot en nestverstoring
boven tafel. Kennelijk kunnen sommige lieden
nog steeds niet met een succesvolle roofvogel
door één deur. Of dat te maken heeft met het feit
dat een kiekendief wel eens een fazanteboutje
slaat, laten we hier maar in het midden. In ieder
geval valt te hopen dat ook in jagerskringen vol
doende tegenwicht zal worden geboden tegen de
enkeling die het blijkbaar nooit zal leren
Blauwe kiekendief (Circus cyaneus)
De blauwe kiekendief is een broedvogel van dui
nen, vochtige heide en kaalslagen in bossen. Hij
is wat kleiner en lichter dan de bruine kiekendief
en jaagt derhalve op gemiddeld wat kleinere
prooien zoals veldmuizen en zangvogels. In Ne
derland is de soort een schaarse broedvogel van
vooral de Waddeneilanden en - tot voor kort -
de Flevopolders. 's Winters komen hier vele hon
derden, vooral uit Scandinavië afkomstige exem
plaren overwinteren.
In Zeeland is de blauwe kiekendief voor zover
bekend nooit een geregelde broedvogel geweest.
Alleen in 1984 werden enkele broedparen in het
Markiezaat en op Duiveland opgemerkt. Gezien
de voorzichtige toename van de soort valt vesti
ging in vochtige delen van het duin en uitge
strekte open gebieden in de Grevelingen niet uit
te sluiten. Voorlopig zullen we de blauwe kiek
echter vooral als een echte wintervogel blijven
kennen. Door zijn voorkeur voor jagen in open
landschappen zoals schorren, open duin en open
polders kan de soort als een ambassadeur van
het winterse Zeeuwse landschap worden be
schouwd. De voornaamste prooidieren in de win
tertijd zijn veldmuizen, konijnen en kleine vogels.
De meeste vogels brengen de nacht op een ge
meenschappelijke slaapplaats door. De grootste
slaapplaats bevindt zich op Saeftinghe, waar ge
regeld enkele tientallen blauwe kieken komen
slapen. Deze vogels foerageren echter voorname
lijk binnendijks. De totale Zeeuwse winterpopula-
tie schommelt sterk van jaar tot jaar, maar gemid-