76 SIGNALEMENTEN Het boekje over Ad laat hemzelf uitvoerig aan het woord ('praat van Braat'). Heel duidelijk komt zijn ontwikkeling als autodidact naar voren. Begonnen met kitscherige kunstnijverheid, evolu eerde hij in de jaren vijftig naar abstracte kerami sche sculpturen, die ook op hun kop en hun zijkant konden worden gezet. Deze 'kantel-en- keer'-objecten trokken de aandacht van de grote Willem Sandberg, en dat leidde tot deelname aan één van de Contour-tentoonstellingen in Delft. Maar zijn verdere ontwikkeling ging een andere kant uit. Braat koos voor een kunstrichting, die een groot publiek kon aanspreken en dat leidde tot veel opdrachten en een druk bestaan. Voor hem is het juist de kunst om aan de wensen van de opdrachtgever te voldoen en er toch een ei gen visie en gevoel in te stoppen. Sinds 1964 worden zijn beelden in brons gegoten. Het boekje bevat behalve heel veel afbeeldingen ook een lijst van uitgevoerde werken van 1943 tot 1994. Tessa's boekje bevat vooral veel fraaie kleuren foto's, zonder commentaar afgedrukt tegen een zwarte achtergrond. Op die manier komen de fraaie glazuren goed tot hun recht. Daarnaast ver telt ze over haar ontwikkeling, hoe ze zichzelf met vallen en opstaan het vak leerde, en hoe ze nu te werk gaat. 'Omdat ik nogal eigenwijs ben probeer ik soms combinaties van glazuren die volgens de boekjes eigenlijk niet kunnen. Meestal is dat inderdaad zo, maar soms kom ik dan toch tot iets heel moois waarvan andere keramisten dan zeggen: Dat kan helemaal niet'. Aan beide boekjes zullen de vele vrienden, kennissen en bewonderaars van het echtpaar veel plezier beleven. Bovendien is weer eens een stukje Zeeuws kunstleven gedocumenteerd, iets wat veel te weinig gebeurt. Ad en Trees zijn nu respectievelijk 76 en 68 jaar oud. Toen ik Ad onlangs vroeg hoe het er mee ging, was het antwoord: 'Uitstekend! We werken ons de pokken!'. A.J.B. De Sjoel van Zeelandeen bundel studies, uitge geven ter gelegenheid van de herinwijding van de Middelburgse Synagoge, samenstelling en eindredactie drs. P.W Sijnlce, uitgave Den Boer/ De Ruyter, Vlissingen, 1994, ISBN 90-74576-08-7. Prijs: 17,50. Deze bundel studies is uitgegeven ter gelegen heid van de herinwijding van de gerestaureerde Middelburgse synagoge. De meeste bijdragen zijn eerder elders versche nen. E. van Voolen beschrijft summier de geschie denis en de functie van de synagoge in het alge meen. A. Vos behandelt de geschiedenis van de Middelburgse joodse gemeenschap en van haar synagoge, die de oudste is van Nederland buiten Amsterdam. De synagoge is in 1705 gebouwd door en voor Asjkenazische Joden (afkomstig uit Duitsland en Oost-Europa). Zij vluchtten voor de vervolgingen naar de Nederlanden, bij voorkeur naar grotere handelscentra als Middelburg, die de meeste vrijheid boden. Dat ook hier hun rechten beperkt waren, blijkt alleen al uit het feit dat de synagoge verscholen staat achter de huizen van de Herenstraat en de Sint Janstraat. Eveneens van de hand van Vos is een bijdrage over de Sefardi sche Joden in Middelburg, van wie met moeite de begraafplaats is terug te vinden aan de Joden- gang. Interessant vond ik onder meer wat Vos schrijft over de problematische verhouding tussen de Middelburgse Joden en Calvinisten. In het arti kel van J.IT. Sinke komt de restauratie van het ge bouw aan de orde. De synagoge is gereconstru eerd aan de hand van enkele historische afbeeldingen. J.J. van der Weel beschrijft de op komst en de ondergang van M.H. Boasson, een Joodse handelaar in textiel, die in 1932 wethou der van Middelburg werd. In juni 1940 legde hij het wethouderschap neer, aan het einde van dat jaar werd hij als alle joodse raadsleden door de bezetter ontslagen. Als één van de zeer velen werd hij gedeporteerd naar het oosten en tot de dood vervolgd. J.S. Jacobs geeft in het kort weer welke betekenis de synagoge heeft voor de joodse gemeente van Zeeland. Het lijkt mij niet toevallig dat de langste bijdragen, die van Vos en van Van der Weel, mij het meest boeiden. C. K. Florike Egmond, Op het verkeerde pad. Georgani seerde misdaad in de Noordelijke Nederlanden 1650-1800. Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 1994. 317 blz. Wie op basis van de titel verwacht een smeuïg boek te gaan lezen over de zeventiende- en acht- tiende-eeuwse voorgangers van misdadigers als ex-autocoureur Charles Z., zal met Op het ver keerde pad worden teleurgesteld. Dit boek is vooral een degelijke wetenschappelijke verhan deling, gebaseerd op uitgebreid en diepgaand ar chiefonderzoek, dat mede gebruikt wordt om (buitenlandse) theorieën over misdadige organi saties te toetsen: een op zichzelf wetenschappe lijk goed te verantwoorden keuze die het boek er evenwel niet toegankelijker op maakt voor een lekenpubliek. In totaal heeft de auteur 279 ge rechtelijke archieven bestudeerd, uit Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Zeeland (41). Daardoor heeft zij nauwgezet het bestaan, de werkwijze en het werkgebied van de misdaad organisaties in deze delen van het huidige Neder land kunnen reconstrueren. Het gaat daarbij ove rigens alleen om organisaties die actief waren op het platteland. De stedelijke misdaad maakt geen deel uit van haar onderzoek en komt dan ook

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 42