42 AANPASSING EN EMANCIPATIE In de loop der eeuwen bezegelde men de keus tot aanpassing vaak met een in dit verband wel zeer symbolische daad: men veranderde van naam. Men beoogde letterlijk niet meer diegene te zijn die men daarvoor was. Opvallend is dat de tijden van aanpassing, van assimilatie, veelal de jaren waren waarin de drempel tot de meerder heidscultuur laag werd gehouden; slechts wan neer men in het isolement werd gedrongen, wer den de onderlinge banden weer hechter. Het is pas onder de dwang van de nazi-terreur geweest dat rijk-geschakeerde betrekkingen tus sen een minderheidsgroep en de meerderheid werden teruggebracht tot die ene dimensie: je hoort bij de meerderheid die mag blijven leven of bij de minderheid die moest sterven. Zo'n abso lute scheiding tussen 'eigen' en 'vreemd', die zich overigens ook ten aanzien van homosexuelen, zi geuners en geesteszieken heeft voorgedaan, was de ijzeren consequentie van een totalitaire staat die zich door middel van vreemdelingenhaat een draagvlak probeerde te verwelven. De angst voor wat 'anders' is, voor het 'vreemde', het onge kende, zit kennelijk diep. Het blijkt steeds op nieuw voor machthebbers en machtzoekers een vruchtbare bron om uit te putten. Op de scherpe grenzen tussen culturen ontwikkelen zich stereo typen, die ongemerkt tot vooroordelen worden. Kennis en stereotypen Allereerst een enkele opmerking over de subtili teit van het stereotype en de behoedzaamheid die bij de beoordeling ervan noodzakelijk is. Toen mijn vader aan de boerin die mijn ouders en mijn broer gedurende de onderduik het leven redde, vroeg of ze wel eens eerder Joden had ge zien antwoordde zij: 'Nee, ik kom nooit op de markt'. Een vooroordeel? Nee, zij verwoordde slechts wat zij zag. De enige Joden die men toen in het noorden op het platteland zag, waren vee handelaren. Men kende het joodse proletariaat uit de steden niet, of de geschoolde diamantbewer kers, de musici of de wetenschappers. Ons beeld van de ander is ingesnoerd door plaats en tijd. De maatschappelijke positie, de opvattingen en het gedrag dat wij de ander toedenken, bevat een belangrijke weerspiegeling van onze eigen erva ringen, van ons eigen gedrag. Daarbij moet bedacht worden dat de positie waarin minderheden verkeren vaak de conse quentie is van het beleid dat vanuit de meerder heid wordt gevoerd. De beperkingen die bij voorbeeld de Joden door de eeuwen heen wer den opgelegd als het om woonplaats en beroep ging, hebben sterk hun stempel gedrukt op leef wijze en beroepskeuze. Naarmate restricties en vijandigheid optraden, klampten Joden zich meer vast aan elkaar, aan de gegroeide gebruiken. Om vervolgens soms het verwijt van onvoldoende aanpassing te moeten incasseren. Wat zich in ste reotypen over minderheden vastzet, markeert eerder de grenzen tussen gemeenschappen zoals die vanuit de meerderheid worden bepaald dan dat ze ons inzicht geven in de werkelijkheid zo als deze binnen de cultuur van een minderheid vorm krijgt. Gebrek aan kennis over het leven van de an der speelt bij het ontstaan van stereotypen een belangrijke rol. Ons beeld van de Turkse minder heid in dit land wordt sterk bepaald door de werkzaamheden waar zij toegang toe hebben-, eenvoudig schoonmaakwerk, vuil, ongeschoold werk waarvoor praktisch geen autochtone werk nemers beschikbaar zijn. Hoeveel Nederlanders weten iets van de rijke cultuur van Turkije? Onze kennis van de islam is beperkt. Wie kan het on derscheid maken tussen de fundamentalistische stroming en de meer gematigde? Wie weet bij voorbeeld hoezeer in het moderne Turkije de scheiding tussen kerk en staat wordt gehanteerd? Stereotypen en vooroordelen Er zijn geen garanties dat stereotypen niet via vooroordelen overgaan in actieve vormen van vreemdelingenhaat. Wellicht is het verhelderend, kijkend naar de wijze waarop wij ons nu ten op zichte van minderheden verhouden, enige alge mene kenmerken te beschouwen van de wijze waarop Joden ooit slachtoffer werden van het feit dat zij 'anders' waren dan de hen omringende meerderheden. De geschiedenis van de Joden in Middelburg bevat voldoende elementen om ons aan het den ken te zetten over de wijze waarop nu in ons land minderheden, met name migranten, worden behandeld. Drie elementen kenmerken de vaak negatieve houding ten opzichte van migranten: de angst (van de meerderheid) voor concurren tie en verdringing op de arbeidsmarkt; de angst (eveneens van cle meerderheid) voor overheersing in cultureel opzicht, daaronder be grepen de religie; de weerzin tegen gebruiken, vaak uit de religie afkomstig, maar sterk afwijkend van hetgeen men in Nederland is gewend. Zo goed als de oorsprong van de aanwezig heid van Turken en Marokkanen in ons land ligt in de behoefte aan arbeidskrachten - migranten hebben zich niet aan ons opgedrongen, we heb ben ze gehaald evenzo is het motief interessant waarmee het gemeentebestuur van Middelburg in het midden van de zeventiende eeuw Spaanse en Portugese joden uit Brazilië wilde toelaten. Tegen deze toelating bestond namelijk bezwaar vanuit de Nederduitsch Gereformeerde Kerk, waarover zo dadelijk meer. Het stadsbestuur stond welwil-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 4