AANPASSING EN EMANCIPATIE Afb. 2: Synagoge te Middelburg, uit Zeekinds Chronyk Al manack van 1780. geldige verblijfstitel hadden, die zich midden achttiende eeuw keerden tegen een al te gemak kelijke instroming van Joden van buiten Middel burg. De toename van het aantal joodse bede laars en armen dat in de achttiende eeuw door Nederland zwierf, armen die soms naar twijfel achtige middelen grepen om in hun levensonder houd te voorzien, bracht de bestuurders van de joodse gemeente, de parnassijns Elias Joseph en Saul Boas, er in 1757 toe beperkende maatrege len voor te stellen. Het zou vreemde Joden ver boden zijn langer dan 24 uur in Middelburg te verblijven zonder mededeling vooraf aan de parnassijns en zonder toestemming van de stads bestuurders. Vestiging in Middelburg werd een ie der verboden die geen bewijs van goed gedrag uit zijn vorige woonplaats kon overleggen3. Niet het feit dat de armen aan de poort Joden waren bleek doorslaggevend voor de parnassijns, maar het feit dat zij vreemden waren. En dan nog vreemden die door hun gedrag wellicht de moei zaam verworven status van veiligheid en vrijheid in gevaar konden brengen. Zo worden de buiten staanders van even daarvoor de verdedigers van een scherp onderscheid tussen binnen en buiten. De grens tussen mijn en dijn, tussen wij en zij. tussen eigen en vreemd, is van alle tijden. Als Kain gestraft moet worden omdat hij Abel heeft gedood, geeft God een zware straf: een zwerver en een vagebond zult ge zijn op deze aarde De zeggenschap over grondgebied, van fysieke machtuitoefening tot geformaliseerde regels, heeft de stad-staat, het burgerschap, de natie gemaakt. Militaire bescherming, belasting heffing, regels om conflicten ordentelijk te be heersen maakten het binnen aantrekkelijker dan buiten. Vaak - niet altijd - geeft een gemeen schappelijke taal uitdrukking aan wat geleidelijk identiteit wordt. Waar veel van deze regels de sta tus quo dienden, bracht de handel de dynamiek. Aan de grens vond de afweging tussen ander mans en eigen belang plaats. Begeerde goederen mochten naar binnen, besmettelijke ziekten liever niet. Noodzakelijke arbeidskrachten waren wel kom, gevreesde concurrentie op de arbeidsmarkt heel wat minder. En altijd was er dat gelijk van de vismarkt. De legaliteit staat allereerst ten dien ste van de winnaars en pas dan van de verliezers. En op de voorwaarden van de eersten'. Middelbu rgse Joden Wie kijkt naar de lotgevallen van de Joden van Middelburg, ziet hoe weinig nieuws er onder de zon is. Ook het af en toe fel oplaaiende debat over de plaats van de eigen taal van migranten kent zijn voorschaduw. En wel in tweeërlei op zicht. Joden hebben van oudsher veel waarde toegekend aan het kunnen bestuderen van de Heilige Schrift en de overleveringen in het He breeuws. Maar tegelijkertijd was er een scherp bewustzijn dat men maatschappelijk niet vooruit kwam als men de taal van het land van inwoning niet goed beheerste. Het Hebreeuws, dan wel het Jiddisj, verbindt met de eigen gemeenschap, maar men baant zich lerend een weg in de maatschap pij, rekening houdend met de eisen die in de niet-joodse omgeving worden gesteld. Sterker nog, men meet de mate van geslaagde integratie af aan het succes dat de volgende generatie heeft op school. Het 'mijn zoon de dokter' draagt zo wel het perspectief op persoonlijk succes als de maatschappelijke erkenning dat men geen bui tenstaander meer is in zich. Aan het begin van de negentiende eeuw werd in Middelburg een joodse school opgericht. Het genootschap Chesed Ne'oerim (Weldadigheid der jeugd) besloot in 1819 dat voortaan het Neder lands de taal van het onderwijs zou zijn in deze school. In 1839 bracht de onderwijsinspecteur een be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 6