88
VON BRUCKEN FOCK
Parijs. In 1885 keerde hij terug naar Middelburg.
Zijn huwelijk met Jonkvrouwe Maria Johanna
Pompe van Meerdervoort vond plaats in het
zelfde jaar. 's Zomers verbleef het paar in een
huisje te Domburg, waar Gerard tekende, aqua
relleerde en componeerde8; ook ging hij graag
naar het buiten Eversdijk op Zuid-Beveland, waar
zijn schoonouders woonden.
Na een verblijf te Parijs vertrok het echtpaar
voor een periode van drie jaar naar Amsterdam
(1888-1891). Onder de titel 'Muziek in de Hoofd
stad' schreef Gerard muziekkritieken voor De
Amsterdammer, die hem echter vanwege zijn
vaak onbarmhartige oordeel niet door iedereen in
dank werden afgenomen. Als opvolger van Da
niël de Lange was hij er een tijdlang directeur
van het Remonstrantse zangkoor; daarnaast com
poneerde hij veel.
Voortdurend heen en weer geslingerd tussen
kunst en kerk, tussen de ideeën van Ibsen en
Tolstoi, vond hij geen rust. Geïnspireerd door de
verhalen van Tolstoi vatte hij het plan op, zelf
zijn geld echt te 'verdienen' als pianodocent in
Leipzig. Hij gaf de bankier Tak, die de geldzaken
van het echtpaar behartigde, opdracht alles te
verkopen. Leipzig werd evenwel een teleurstel
ling. In de veronderstelling nagenoeg straatarm te
zijn, keerde het echtpaar terug naar Middelburg.
Daar bleek dat Tak cle opdracht niet had uitge
voerd. Alles was er nog en weer was Gerard ren
tenier. Verschillende malen heeft hij nog gepro
beerd te vluchten uit de onzekerheid van de
materie, maar ook in de immateriële schoonheid
heeft hij het geluk niet kunnen vinden, niet als
landarbeider op een hofstede bij Kruiningen en
niet als heilsoldaat in Frankrijk. Tijdens deze laat
ste periode, van 1892 tot 1895, heeft hij niets an
ders gecomponeerd dan liederen voor het Leger
des Heils. Van tekenen was ook niets meer geko
men.
Van Amsterdam naar Heemstede
In 1895 pakte hij de draad weer op en compo
neerde De mond van de Gironde, later uitgege
ven bij Alsbach als Impromptu le GirondeOp. 12
Nr. 1Hij verliet Frankrijk en vestigde zich in Am
sterdam, waar hij. behoudens enkele korte onder
brekingen, tot 1904 bleef wonen. Enige keren
ruilde hij het Leger des Heils voor de Vrije Evan
gelische Gemeente. Hij componeerde veel, on
der meer zijn 24 Préludes voor piano, zijn Kerst
cantate en de Paascantate. Hij beleefde een
vruchtbare periode met veel inspirerende contac
ten, onder meer met Jan Toorop (1858-1928) en
Julius Röntgen.
Na periodes te Aerdenhout, Berlijn, Parijs en
Laren verhuisde het echtpaar in juli 1917 naar
Katwijk aan Zee. De Middelburgse muziekuitge-
jyt IJ J «Z».ce- dj,„J dt <J-,
JdVj4/ clxt Or «lij i„ y:, Ze dpj I
Pilii—-, hu-, xi/j J-/ t/adi-,
C/l.yl.1, t - hi
O Add Vdli, dUddp yKj-ttd
l i -OA
COddd A 1,1- hsj1—1-dnAidd
I ilf Ud a nl tp/A 'VI IJ*, fé Jd, y* 4/ GV GALG -
/A_ Uimh Ij' Jrnyu
1,1 hl, 1~ ,p tda-hd Wd-, ld, A G,
Ijv iG IA Idccd(jud, Std Id st y OJ-. 2i_
lid iuccJ, 1,1"° IK, v CdJdtd-d IdpAJd Gó-, d*
Afb. 2: Von Brucken Fock, Levensherinneringen, fragmeiv
Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg, Von Brucken Fock-a:-
chief, handschriften, inv.nr. 86.
ver Anthony Noske benaderde hem om hulp b:j
het pousseren van zijn werk, maar Von Brucken
Fock beleefde op dat moment een van zijn ve-
anti-kunstperiodes. Het antwoord dat hij Noske 5
april 1918 gaf, is veelzeggend:
Het spijt me u te moeten mededeelen. dat u
wat mij betreft - niet kunt rekenenen op be
moeiingen, inzake mijn werk, om reden dat
(zoals ik in vroegere perioden trouwens 1
meer gedaan heb) ditmaal definitief, wat déze
wereld betreft! met de kunst heb gebroken!
Ik ben in de kunst van déze wereld een ant
christelijke macht gaan zien, en die ik ook bij
ervaring als zoodanig heb leeren kenner,
want wat uit God is geeft vrede, en de kunst
heeft mij deezen vrede nooit gegeven, maar
juist altijd het slechte bij mij opgewekt: hoog
moed, eerzucht, jaloezie e.d. Ja, waard
heer, wij hebben ons allebei in mijn pe:-
soon vergist! We dachten dat ik een groot, ai
gemeen bekend en erkend componist zo
worden - maar God heeft het zoo niet gewil
omdat 'wat verheven is onder menschen
een gruwel is voor God!9'
Nauwelijks een maand later schreef Von Brucken
Fock echter:
Na de brieven die wij gewisseld hebben over
het onderwerp 'Kunst', vind ik het nie:
meer dan billijk u spoedig te doen weten, da
ik voor enige dagen hieromtrent weder tot an
dere inzichten ben gekomen, en wederom dt
Kunst ga opvatten, waarin ik toch geloof eer
roeping te moeten vervullen. dat eer
ziekte van mijn vrouw, die zeer leed doe
mijn opvattingen, het middel is geweest on
mij de oogen te openen en me weer tot mijn
vroegere opvattingen en leven te doen terug-
keeren10.
In 1920 verhuisde hij naar de Amaryllislaan 14 t
Heemstede, waar hij - tot zijn eigen verbazing