RICHARD SCHILDERS
99
worde in zyn handen. Vaert wel, ende
Gods goede bescherminghe bevolen.
Desen 17en novemb. 1604.
U.l. ten dienste
Richard Schilders.
Welke publikatie?
Dit briefje wijst uit dat het een zending van hon
derd exemplaren van een door Booth vertaald
boek begeleidde. Om welke publikatie gaat het
hier?
De Utrechtse predikant heeft twee vertalingen
op zijn naam staan. Nog in zijn Leidse studenten
tijd zette hij uit het Frans over: Verclaringe Van
Simon Pallory van Richelieu/ hier te voren Prior
encle Provinciael der oorden genoemt vanden
Heyligen Cruyce/ volgende de betooninge die hy
ghedaen heeft in de ghereformeerde Kercke van
Caen/ den 11. Meert/ 1601. Leiden 1601. In dit
kleine geschriftje geeft de auteur de beweegrede
nen aan die hem ertoe hebben gebracht om de
Rooms-katholieke Kerk vaarwel te zeggen. Op de
titelpagina staan slechts de initialen van de verta
ler: E.B. Het onderschrift van het lied waarmee
de vertaling eindigt, onthult de identiteit van de
overzetten 'De baeren strijden met den Boot'.
Blijkens Booths vriendenalbum was dit zijn zin
spreuk.
De tweede vertaling van Booth dateert van
1604 en betrof een geschrift van de Engelse puri
tein William Perkins: De gereformeerde catholyck:
Dat is/ Een Verclaringe van d'Overeen-stemminge
ende t'Verschil datter in t 'stuck vande Religie tus-
schen de Ghereformeerde ende Roomsche kercke
nu ter tijt is. De titelpagina vermeldt dat deze pu
blikatie uit het Latijn is vertaald door de Utrechtse
predikant Booth. Wat echter in het verband van
dit artikel belangrijker is: onderaan de titelpagina
prijkt de naam van Richard Schilders te Middel
burg als uitgever!
Er is nog een tweede gegeven dat het absoluut
zeker maakt, dat Schilders in het bewuste briefje
Booths vertaling van Perkins' geschrift op het oog
iieeft. De vertaler meldt in de voorrede van 3
maart 1604 dat hij dit werk onder meer op ver
zoek en aanhouden van een zeker iemand heeft
vertaald. Die persoon is niemand anders dan de
tweemaal in het briefje voorkomende Walraven
van Braemsloot!
Walraven van Braemsloot
Wie was Walraven van Braemsloot? Deze vraag
kan, zoals zo vele, makkelijker gesteld dan beant
woord worden. In de literatuur is over hem niets
te vinden. Onderzoek op het gemeentearchief te
Utrecht leerde mij het volgende.
In notariële bronnen worden Van Braemsloot
en zijn twee opeenvolgende echtgenotes veelal
aangeduid met respectievelijk jonkheer en jonk
vrouw. Dit wijst op een hoge sociale stand.
Van Braemsloots eerste vrouw heette Maria Pe
ters. Beiden lieten op 13 februari 1604 hun testa
ment door de notaris opmaken. Maria moet heel
snel daarna overleden zijn, want op 22 juli van
dat zelfde jaar hertrouwde Van Braemsloot met
Elisabeth Copier. Hun huwelijk werd in de Buur
kerk voltrokken door Booth. Zelf zou deze ruim
een week later in het huwelijksbootje stappen.
Het laatste testament van W. van Braemsloot
en zijn tweede vrouw dateert van 17 maart 1611.
Het geeft te kennen dat hij toen ziek was. Zeer
waarschijnlijk is hij aan die ziekte overleden,
want in januari 1612 blijkt Elisabeth weduwe te
zijn.
Interpretatie van het briefje
De voorgaande biografische gegevens bieden in
combinatie met de wetenschap dat Van Braem
sloot Booth tot het vertalen van Perkins' werk
heeft aangezet, genoeg achtergrondsinformatie
om een helder beeld te krijgen van wat Schilders
in zijn episteltje bedoelt. Tevens vormen zij een
solide basis voor de volgende reconstructie van
de gang van zaken rond de uitgave en de ver
spreiding van die publikatie.
De uitdrukkelijke vermelding van W. van
Braemsloots instigatorschap doet vermoeden dat
Booth zonder diens aandrang niet tot vertalen
zou zijn overgegaan. Uit het briefje wordt duide
lijk dat Schilders met Van Braemsloot in het verle
den is overeengekomen dat hij na de voltooiing
van de druk de Utrechtenaar honderd exempla
ren zou doen toekomen. Van Braemsloot zou dan
zorg dragen voor de distributie daarvan onder de
boekverkopers in de stad en misschien ook wel
de provincie Utrecht. Het contact tussen de
Zeeuwse drukker en uitgever en Van Braemsloot
wijst erop dat de Utrechtenaar niet alleen voor
een vertaler, maar ook voor een drukker en uit
gever heeft gezorgd. Kennelijk is de uitgave van
Perkins' De gereformeerde catholyck geheel en al
een initiatief van W. van Braemsloot geweest.
Het contact tussen Van Braemsloot als instiga
tor en Booth als vertaler ligt voor de hand. Booth
was predikant van de gereformeerde gemeente
waartoe Van Braemsloot behoorde. De relatie
tussen Van Braemsloot en Schilders als uitgever
ligt moeilijker. Boekhandelsbetrekkingen tussen
Utrecht en Middelburg zijn uit het begin van de
zeventiende eeuw niet bekend. Dit stemt overeen
met de inhoud van het briefje, waaruit blijkt dat
Schilders zelf geen zakelijke contacten in Utrecht
bezat. De ongebruikelijke lijn tussen Utrecht en
Middelburg zou verklaard kunnen worden door