RICHARD SCHILDERS
101
van de desbetreffende boekuitgave te achterha
len.
Broeyers uitleg
In een zeer uitvoerig artikel in Nederlands Ar
chief voor Kerkgeschiedenis heeft Broeyer de ar
gumenten uiteengezet voor zijn mening dat
Booths vertaling van Perkins' geschrift niet een
polemisch, maar integendeel een irenisch karak
ter draagt. Met andere woorden: Booth zou met
zijn overzetting niet de bedoeling hebben gehad
om de scheiding tussen protestanten en rooms-
katholieken te accentueren of zelfs aan te scher
pen, maar hij zou daarmee voor hebben gehad
om de overeenkomsten in het daglicht te stellen.
Zelf is Broeyer zo eerlijk om aan te geven dat het
om een hypothese gaat.
Nu is het in het algemeen zo dat een veronder
stelling aannemelijker wordt naar mate de argu
mentatie korter is. De breedvoerigheid van
Broeyers verhaal valt dan al op voorhand niet in
et voordeel uit. Dit vindt bevestiging in de con-
i ontatie van zijn argumentatie met het voor-
tande van dit artikel.
Terwijl Broeyer het leven en het werken van
Booth met inbegrip van diens correspondentie
uitgebreid aan de orde stelt, verzuimt hij opmer
kelijk genoeg in te gaan op Booths publikaties.
De Perkins-vertaling is immers niet de enige pen
eevrucht van de Utrechtse predikant. Daarvóór
had hij reeds een andere overzetting op zijn
.aam staan. Alleen de titel daarvan geeft al te
kennen dat het hierbij om een publikatie met een
uitgesproken anti-roomse tendens gaat. Zou
ooth in drie jaar zo'n ingrijpende zwenking heb
ben gemaakt dat hij eerst de hand had in een po
lemisch werk en vervolgens in een irenisch ge
schrift? Ook al omdat Broeyer zelf het consistente
van Booths positie onderstreept, is dat uiterst on
waarschijnlijk.
Hier komt ten overvloede nog bij dat naar
Broeyer tevens zelf aangeeft - alle onderzoekers
an Perkins' theologie het desbetreffende ge
schrift onderbrengen in de rubriek polemiek.
De inhoud van het briefje laat eveneens het
nhoudbare van Broeyers hypothese zien. Hij
gaat ervan uit dat de Perkins-vertaling een welbe
wust initiatief van Booth is geweest. In het voor
afgaande is evenwel duidelijk geworden dat dit
niet het geval is geweest. Het was Van Braem-
sloot die de vertaling en de publikatie heeft door
gezet. Booth heeft geen directe bemoeienis met
de uitgave gehad en het is dan ook misleidend
om dat boek als typerend voor Booths werk
zaamheden en bedoelingen in Utrecht te be
schouwen.
Wanneer Broeyer ten slotte opmerkt dat uit het
briefje zonneklaar naar voren komt dat Booths
de gereformeerde
CATHOLYCK:
fa/
(J?ctt dtrcUifingeiian ü'Oüctv
ten-Btmminfle cnöe t'Otrfdjil Datccc
ln t'|ïutè imnDe Öcligie tuffel» be ^fjc»
refojmcccbc en öoomfc{jefecrr&e
nu tcc tyt ip:
Met
Ceti tojtf OetmaninBe/ aeti öc flctim
bie be Öoomfcfjc ficcche roegfjebaen jtin72>c
tfjoonenbe bnt be tfloomfröe leere flctjt met
be articulcn bep tftfjeloofp/bre ban
allen Cfoiftencn aengfje*
nomen toecben:
iêfjcmaett ö00j Wix.hbi.mvm Perkinfum.
Cfi tot SJet Hatin fa jfteberbuptfrfc bectaclt/
booz
Eymurd Boot, ©ebiènaet bep $.4£ban*
jjeljj tot Vrrcchc.
middelbyrgh,
55p Richard Schilders, tDOncnÖcmDcn
langen 3Belft faben <JPlppüant,i6©4,
Afb. 3: Titelpagina van De gereformeerde catholyck.
vertaling voor Utrecht bedoeld was, is dat in fla
grante strijd met onze kennis van de boekge
schiedenis en met de strekking van het episteltje.
Normaal gesproken - en waarom zou de Perkin,s-
editie abnormaal zijn geweest? - telde een uit
gave in de tijd waarover het hier gaat vele hon
derden exemplaren. De zending naar Utrecht had
derhalve betrekking op een klein deel van de to
tale oplage. Bovendien laat de inhoud van het
briefje geen ruimte open voor de gedachte dat
Booth of eventueel Van Braemsloot uit ideële
motieven het honderdtal exemplaren naar Utrecht
had laten komen, maar wel voor de mening dat
Schilders door middel van deze zending het be
reik van zijn commerciële actieradius wilde ver
groten.
Prijs
Wij weten niet veel over boekenprijzen aan het
begin van de zeventiende eeuw. Het gegeven uit
Schilders' episteltje dat bij afname van vijfentwin
tig exemplaren de stuksprijs 7,5 stuiver bedroeg,
is dan ook een welkome aanvulling. Men be
denke hierbij goed dat dit de prijs was die voor
de boekhandelaar gold. Een particuliere koper
die in de winkel van deze boekhandelaar het
werk aanschafte, moest uiteraard (veel) meer be
talen. Bovendien kwamen daar dan nog de kos
ten van het inbinden bovenop, aangezien de
boeken in ongebonden staat te koop werden
aangeboden.
Een boek uit de zeventiende eeuw is opge-