SIMON LANDSMAN 137 geval uit die periode. Landsman was in de jaren vijftig verscheidene keren te gast in het gezin van Adrie Feij, want Vlissingen bleef trekken. De broers bleven voortdurend op de hoogte van nieuwe Landsman-uitgaven, want de componist stuurde regelmatig nieuwe werkjes in afschrift richting Vlissingen. 'Dat zijn nu mijn kinderen', zei Landsman eens over zijn werk. Aan de beide Vlissingse broers heeft hij muziek opgedragen (Alsbach 5633 en Willemsen 178). Als jongetje heb ik door die vriendschap 'ome Siem' in de jaren vijftig zelf ontmoet; voor zover mijn herinnering teruggaat, zie ik nog voor me: een sigarettenrokende, asmorsencle, breteldra- gende, grapjes makende, opvallend kale oude man, met een vioolsleutel als speldje. Vooral zijn Koraalboek en het Andante Reli- gioso zijn, samen met 'orgelstandards' als Canti lena. Jesu hieibet nieine Freude. Wacbet auf ruft uns die Stimme, Verlosser. Vriend. Gij hoop en lust (in een bewerking van Feike Asma), verbonden met mijn herinnering aan het orgelspel van mijn vader in de jaren vijftig en begin jaren zestig. Nadat er bij Alsbach in Amsterdam vijf titels wa ren verschenen, bewerkte en componeerde Landsman inmiddels op verzoek van uitgever Willemsen, die hij nog kende uit Zeeland. Verder is hij altijd handig geweest in het vlot neerschrijven van modulaties. Op verzoek no teerde hij deze feilloos, ook zonder klavier bij de hand; 'niet doorgespeeld' stond er dan bij. Latei- stuurde hij vrienden wekelijks ongevraagde, maar in dank aanvaarde modulaties toe, bij wijze van vingeroefening. Landsmanvriend Anthon van den Driest (1934) uit Souburg, koordirigent en onder wijzer, verzamelde die modulaties in de jaren vijf tig en ontving geregeld van Landsman harmoni saties op bestaande liederen. In 1981 bij voorbeeld zongen verzamelde Zeeuwse koren onder leiding van Van den Driest voor de NCRV- radio In God rust mijne ziele in een harmonisatie van Simon Landsman. Het componeren en bewerken had Simon Landsman zichzelf geleerd. 'Ik ben als kind be gonnen bij de kerkorganist in Vlissingen. Verder heb ik nooit les gehad, 't Is voornamelijk een kwestie van zelfstudie. Al gauw vond ik steeds nieuwe harmonieën', verklaarde hij in 1959 te genover een journalist van De Zaanlanden In 1952 was Landsman organist bij de Open Reli gieuze Gemeenschap in Haarlem toen hij sollici teerde naar de positie van organist van de Doopsgezinde Kerk in zijn woonplaats Krom menie, waar hij in juni werd benoemd. Kort daarna werd hij ook als organist van de Doops gezinden in Wormer genoemd. In zijn sollicitatie brief voor Krommenie schreef hij 'gastdiensten te hebben vervuld in de Willem de Zwijgerkerk, de Noorderkerk en de Westerkerk van Amsterdam'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 19