138 SIMON LANDSMAN Afb. 4: De jonge Simon Landsman. en hij vervolgde: 'en ik vervulde een beurt op het orgel van de Lutherse Kerk in Den Haag'. Daar was de populaire Feike Asma (1912-1984) van 1943 tot 1965 organist. Landsman was een gevoelige, soms uitbundige man,- met een speciaal gevoel voor humor. Hij leefde sober en teruggetrokken en leidde een zwerverachtig, opgejaagd, opstandig, maar vooral eenzaam bestaan. Binnen de familie werd hij als een 'wilde loot' beschouwd. Dikwijls was hij op zoek naar gezelligheid en een tafel waar hij kon aanschuiven voor een maaltijd. Het is goed voor te stellen dat hij veel troost zocht en vond bij het orgel. In Krommenie trof men hem 's morgens wel slapend op het orgel aan. Hij voorzag - niet zonder moeite - in zijn le vensonderhoud door kerkdiensten te spelen, te componeren, boekhoudingen te verzorgen en door, opnieuw als SiLamuziekrecensies te schrij ven in De Krommenieër. Voor dit blad schreef hij ook komisch bedoelde stukjes onder de titel 'Langs De Weg', die hij ondertekende met Voila. Verder gaf hij toekomstige emigranten les in de Engelse taal en later verzorgde hij ook een cursus Duits bij het Instituut voor Arbeidersontwikke ling. In juni 1959 schreef hij: 'ik heb nog vijf boekhoudingen i.p.v. twintig en negen leerlingen voor Duitse les'. Sinds september 1958 woonde hij in Huize Barkeloo in Krommenie, destijds een soort wees huis en verzorgingstehuis voor bejaarden op het adres Vlusch 16. In 1959 verschenen er interviews in twee Zaanse kranten en voor het laatst reisde Lands man naar Zeeland. In september was hij een week te gast bij Anthon en Hilda van den Driest in Oost-Souburg (zie afbeelding 7). Bij zijn terug keer in Krommenie berichtte hij 'De begroeting in Barkeloo was allerhartelijkst, mijn kamer netjes in orde'. Nog steeds werkte hij, 'aangejaagd' door zijn uitgever, aan opdrachten. In correspondentie noemde hij Psalmbewerkingen (Ps. 87 en 89) en Bach- en Handel-bandjes2. Naast het orgelspel in Krommenie en Wormer nam hij in de omgeving nog altijd veel speelbeurten voor collega's waar. Aan vrienden schreef hij in oktober 1959: 'ben nerveus onder mijn vele werk'. Op den duur be lemmerde een stijfheid van zijn rechterhand hem steeds meer in zijn orgelspel, wat hem zeer depri meerde, want geestelijk was hij nog helder en be reid. In februari I960 werd hij opgenomen voor een operatie, maar na twee dagen kreeg hij een verlamming aan de keelspieren. Hij werd nog kunstmatig gevoed, maar zijn toestand ging snel achteruit. Simon Landsman overleed op 24 februari I960, 71 jaar oud. Op 27 februari werd hij zonder kerk dienst begraven op de algemene begraafplaats Blok in Krommenie. De plaatselijke dominee las een gedeelte uit Psalm 90. Onder de vierenvijftig aanwezigen die het condoleantie-register teken den, waren geen Zeeuwen: zij kregen te laat be richt. Wel waren organist/componist Bram Bruin en burgemeester J.C.A. Provily van Krommenie aanwezig. Voor het jubileum van de burgemees ter had Landsman als 'gemeente-componist' kort voor zijn dood nog een welkomstlied op muziek gezet. Zielsmuziek, van Landsman Boekhandelaar F. Landsman te Vlissingen gaf An dante Religioso, opus P, van zijn broer Simon in de jaren twintig al uit als bladmuziek. Simon ver telde altijd dat de melodie in zijn jonge jaren in de scheer,stoel van de kapper was ontstaan. Het stuk staat in zes mollen: 'dat kon niet minder, an ders klonk het niet', aldus de componist, die leek te grossieren in kruisen en mollen. Voor het ge mak speelden organisten het wel in één kruis, maar Landsman wilde de zes mollen horen. Het restant van de partituur verkocht Simon uiteinde lijk aan Alsbach in Amsterdam, die het stuk in 1948 landelijk uitgaf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 20