HETZELVE ANDERS
HET HOF RIJNSBURG
148
I.H. Vogel-Wessels Boer
Eind 1994 u>as het dank zij een financiële bijdrage van mevrouw AVersprille mogelijk de tekening 'Het
Huis op 't Hof Rijnsburg, van ter zijden te zienin 1772 door Jan Arends gemaakt en door hem gesig
neerd en gedateerd, aan te kopen.
Jan Arends
In het tijdschrift Zeeland is al enige keren aan
dacht besteed aan de tekenaar, aquarellist en
prentmaker Jan Arends (1738-1805), zodat voor
gegevens over zijn leven en werk hiernaar ver
wezen kan worden1. Een belangrijk onderdeel
van Arends' Zeeuwse oeuvre, gemaakt van ca.
1770 tot 1787, vormen de tekeningenseries die hij
van buitenplaatsen op Walcheren maakte. Voor
zover bekend tekende hij, waarschijnlijk in op
dracht van de eigenaren, de volgende buiten
plaatsen: Arnestein, de Dolphijn, Duinbeek, Else-
noort, Sint Jan ten Heere, Hoogduin, ter Hooge,
Lammerenburg, Middenhof, Oost-Capelle, Over-
duin, Poppenroede Ambacht, Rijnsburg en Triton.
Deze zorgvuldig gemaakte en zeer gedetailleerde
tekeningen zijn van grote cultuurhistorische en
topografische betekenis, omdat zij de huizen en
tuinen van de Walcherse buitenplaatsen in hun
volle pracht weergeven. Van elk van de bovenge
noemde buitens bevinden zich één of meer teke
ningen in de Zelandia Illustrata, met uitzondering
van Hoogduin, Lammerenburg, Oostkapelle en
Rijnsburg. De onlangs verworven prent, 'Het Huis
op 't Hof Rijnsburg, van ter zijden te zien', die tot
nu toe onbekend was, is dan ook een waarde
volle uitbreiding van de 'Arends-collectie' van de
Zelandia Illustrata.
Door deze afbeelding en het reeds bekende
materiaal van Rijnsburg, voor een deel aanwezig
in de Zelandia Illustrata, in chronologisch volg
orde naast elkaar te leggen is het mogelijk, on
danks het vrijwel ontbreken van schriftelijke
bronnen, inzicht te verkrijgen in de ontwikke
lingsfasen van Rijnsburg, één van de mooiste en
grootste buitenplaatsen van Walcheren2.
Uithof
De in 1133 door gravin Petronilla van Holland
gestichte benedictinessenabdij te Rijnsburg bij
Leiden verwierf in de loop van de tijd uitge
strekte bezittingen op Walcheren. Daartoe be
hoorde ook grond te Oostkapelle, waar een uit
hof werd gebouwd, die voor het eerst in 1197
wordt vermeld. De uithof was bekend onder de
namen Rijnsburg (Rensburgh), Zwarte Monniken
huis (naar het zwarte habijt van de nonnen) en
Het Roode Hof. De laatste naam hield waar
schijnlijk verband met de in 1554 in rode bak
steen opgetrokken nieuwe gevel'.
Eigenaren van Rijnsburg na de confiscatie
Nadat Walcheren in 1574 was overgegaan naar
prins Willem I. werd Rijnsburg door de overheid
geconfisqueerd en op 21 augustus 1579 voor
8686 verkocht aan Alexander van Haultain,
gouverneur van Zeeland. Deze trad daarna in het
huwelijk met een van de adellijke nonnen, Anna
van Berchem. In de verkoopacte werd de voor
malige uithof als volgt beschreven: 'de hoffstede
met de huysinge, schuyren, duvekeete metten
bomgaerd, liggende rontsomme in zijn grachten
groot tsamen 5 gemeten 24 roeden, mitsgaders de
landen en andere partien ancomende de clooster
ofte convent van Reynsburgch'. Na de dood van
Haultain trouwde zijn weduwe met Jacques de
Malderé, representant van de Eerste Ede;e in de
Staten van Zeeland. Het is onbekend of Alexan
der van Haultain en Jacques de Malderé ook op
Rijnsburg hebben gewoond'.
Omstreeks 1585 was de buitenplaats het eigen
dom van Frangois de Vos. In l6l8 werd zij be
woond door J. du Court.
In de eerste helft van de zeventiende eeuw
kwam de hofstede in bezit van Izaiik Godin, lid
van een invloedrijke Veerse regentenfamilie, die
het volgens de Tegenwoordige Staat omvormde
tot 'een deftig Lusthuis met een vry hoogen
Tooren' en een 'deftige Plantagie'5. Na Godins
overlijden kwam het buitenverblijf in handen van
zijn zoon Jacob Godin, oud-burgemeester van
Veere en Gecommitteerde in de Generaliteitsre
kenkamer te Den Haag, die het hof uitbreidde en
verfraaide.
Wie na Jacob Godin in het bezit kwam van