152
HETZELVE ANDERS
<770
fr*aL iat
gwt^l
toren
Afb. 5: Plattegrond van het herenhuis op 't hof Rijnsburg in
de jaren 1732, ca. 1730 en 1770
verdieping schuil. De breedte is zodanig dat de
bestaande toren precies in de as van de midden-
risaliet boven de gevel uitrijst. De links van het
zijblok aansluitende achterbouw, die de fel be
geerde symmetrie van barokke buitens verstoort,
is achter beplanting verstopt. Arends tekent de
achterbouw zelfs als een losstaand gebouw.
Gezien de dak- en schoorsteenconstructie zal
de bouw van de zij- en voorkant gelijktijdig heb
ben plaatsgevonden. Over de zijgevel op het
noordoosten kan ten gevolge van het ontbreken
van afbeeldingen niets met zekerheid worden ge
zegd. Wellicht is hij in 1742, gelijktijdig met de
achterbouw, opgetrokken. Gezien de tuinaanleg,
waarbij een zichtas op deze gevel ontbreekt,
moet het waarschijnlijk worden geacht dat hij van
eenvoudige architectonische opzet is geweest.
Uit het bovenstaande blijkt dat de modernise
ring van het buiten in fasen tot stand is gekomen.
Van Citters is begonnen met de aanleg van de
tuin. De achterbouw kwam. gezien de gevel
steen, in 1742 gereed. De bouw aan de voor- en
zijkant, met gevels die, evenals trouwens de ach
tergevel, in samenhang met de tuin moeten zijn
ontworpen, heeft hoogstwaarschijnlijk tussen ca.
1749 en 1758 plaatsgevonden.
Bouwmeesters van het huis Rijnsburg
Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat het huis
Afb. 6: Plattegrond van 't hof Rijnsburg. Detail van de kaart
van Walcheren door de gebroeders Hattinga in 1749-1750
opgemeten. (RAZ Zei. 111. aanwinst 1983/34)
meerdere malen is verbouwd. Over de bouw
meesters is vrijwel niets bekend. Dat Wilhelm van
Citters (I) in 1732, direct na de aankoop, opme
tingen liet verrichten door Jan de Munck (1687-
1768) maakt het waarschijnlijk dat bij hem de be
doeling voorzat, aan De Munck, in die jaren cle
meest vooraanstaande architect op Walcheren, op
te dragen een moderniseringsplan voor Rijnsburg
te maken, en dat de opmetingen de eerste en on
misbare stap van de architect waren voor de uit
voering van deze opdracht. Als het Van Citters al
leen begonnen was om opmetingen, had hij daar
een goedkopere oplossing voor kunnen beden
ken dan het inhuren van de Middelburgse stads
architect.
Jan de Munck, geboren in Hulst, werkte in
1713 als landmeter op Walcheren. Hij mat hier
enige buitenplaatsen op, onder andere het 'Huis
Om' bij Serooskerke, eigendom van Hieronimus
Huyssen van Vossemeer12. Door protectie van
Huyssen kon De Munck zich in 1715 als poorter
van Middelburg en tevens als gezel in het Am-
bachts- en Timmermansgilde laten inschrijven.
Zijn carrière verliep daarna vlot. Zo verkreeg hij
in 1717 een aanstelling als landmeter bij de Ge
committeerde Raden van Zeeland en in 1728
volgde zijn benoeming door de Staten-Generaal
tot 'examinateur' van de landmeters. Twee jaar la
ter werd hij stadsarchitect van Middelburg. Als
zodanig en als particulier architect heeft hij
vooral zijn stempel gedrukt op de bebouwing
rond het Molenwater. Hij bouwde er de Koepoort
(waaraan de Antwerpse architect Baurscheit zijn
medewerking verleende), zijn woonhuis met aan
grenzend een observatorium13, het ijkkantoor, de
Lutherse Kerk met bijbehorende woonhuizen,
een manege en een glasblazerij. Over het werk
van Jan de Munck als architect wordt verschillend
gedacht: in zijn tijd was hij een beroemd archi
tect, nu wordt zijn technisch vakmanschap hoger
aangeslagen dan zijn creatief vermogen.
Of De Munck daadwerkelijk betrokken is ge
weest bij de modernisering van Rijnsburg is door
het ontbreken van schriftelijke bronnen niet be
kend. Het is wel waarschijnlijk: kwalitatief pas
sen, zover dat valt op te maken uit beeldmateri
aal, de nieuw opgetrokken gevels goed in het
werk dat van De Munck bekend is.
Plantage
Evenals het huis is het park diverse malen aan de
mode van de tijd aangepast. Van twee perioden,
te weten het laatste kwart van de zeventiende
eeuw en de tweede helft van de achttiende
eeuw, is aan de hand van het beschikbare materi
aal een goed beeld van de tuinaanleg te vormen.
De eerste periode wordt gekenmerkt door de op
deling in rechthoekige compartimenten die on-
pL«tr.
ocHtefcuah bo m
IDE. TWAA LP^ONDERT #:G
.SEROCKS