SIGNALEMENTEN
155
Jos H. van Grieken en Andreas Schelfhout: Pen-
nestreek Zeeuwsch-Vlaanderen. Terneuzen, Toe
ristisch Bureau Zeeuwsch-Vlaanderen, 1994, on-
gepagineerd (84 blz.). Prijs: 24,95 (paperback),
39,50 (gebonden).
Onder de vele boeken over stad en streek die
vandaag de dag verschijnen neemt dit boekje een
bijzondere plaats in, omdat de inhoud geheel uit
originele pentekeningen bestaat. Jos H. van Grie
ken heeft Zeeuwsch-Vlaanderen in alle richtingen
doorkruist en alles vastgelegd wat hem boeide.
Dat betreft vooral historische gebouwen, maar hij
heeft ook aandacht voor allerlei kleine zaken zo
als kapelletjes, schuren, rare kotjes en aanbouw
sels, hekken, grafstenen, beelden, grenspalen en
dergelijke. Andreas Schelfhout heeft de tekenin
gen, voor zover de schaarse tussenruimte het toe
liet, van een toelichting voorzien waarin vooral
veel historische bijzonderheden worden gegeven.
Het boekje doet sterk denken aan de bundel
tjes Het merkwaardigste mij bekenddie Jan Bou-
man in de jaren vijftig publiceerde, eerst over
Amsterdam en later ook over andere plaatsen.
Net als Bouman beschikt Van Grieken over een
vaardig tekentalent en een oog voor allerlei grap
pige of interessante details. Mede daardoor kom
je in dit boekje veel wetenswaardigs tegen dat in
andere publikaties ontbreekt. Het is dan ook een
stimulans om zelf op ontdekkingsreis te gaan,
wat uiteraard ook de bedoeling is van de uitge
ver, het Toeristisch Bureau Zeeuwsch-Vlaanderen.
De tekst geeft veel interessante informatie,
maar is soms door plaatsgebrek wel erg summier,
en ook niet altijd juist. Zo is het oude stadhuis
van Philippine niet in 'zuiver romaanse stijl' ge
bouwd; het is een negentiende-eeuws schoolge
bouw in neo-classicistische stijl. De architect van
de kerk van Hollands Koewacht heet niet Te
Tiele, maar Te Riele. En bij een tekst over de Lu
therse kerk in Groede is een tekening van de na
burige Katholieke kerk geplaatst. Ook de teke
naar vergist zich wel eens: de molen van Spui
heet niet Beth Haëzer, maar Eben Haëzer. Dat
staat overigens wel weer goed in de tekst.
Een nadeel van het boekje is de alfabetische
indeling, waardoor het kris-kras door Zeeuwsch-
Vlaanderen springt: na Graauw komt Groede. Dat
leidt tot nogal wat zoekwerk, te meer omdat oor
den als Hedenesse, Isabellasluis en Poonhaven
als aparte plaatsen zijn behandeld. Pas bij her
haald doorbladeren valt op dat er ook plaatsen
ontbreken, zoals Heille, Sluiskil. Overslag en
Paal. Maar al met al is het een aardige aanwinst
voor de Zeeuwsch-Vlaamse boekenkast.
A.J.B.
A. Paridaen. Oorlog en vrede aan het Leopold- en
Liniekanaal. Uitgegeven in eigen beheer, Wilhel-
minaweg 34, 4328 ET St. Kruis, 1994. 288 blz. met
foto's en kaarten. Prijs: 60,68,inclusief
verzendkosten).
Vijftig jaar na de bevrijding staat de Tweede We
reldoorlog weer volop in de belangstelling, wat
tot een nieuwe stroom publikaties heeft geleid. In
één opzicht gaat de tijd ook dringen: de oogge
tuigen beginnen schaars te worden. Bij verschil
lende herdenkingen in aanwezigheid van vetera
nen uit de geallieerde legers werd opgemerkt, dat
het nu wel de laatste keer zou zijn dat men deze
mensen zou kunnen uitnodigen. F.n zo zal ook
de gelegenheid om ooggetuigeverslagen te regis
treren weldra verstreken zijn.
Geschiedschrijving over de Tweede Wereldoor
log is op verschillende niveaus mogelijk. Aller
eerst zijn er de standaardwerken die de oorlog
op internationaal of nationaal niveau beschrijven.
Voor Nederland is dat gedaan door Lou de Jong.
Dan zijn er de oorlogsgeschiedenissen per regio;
voor Zeeland zijn dat de twee delen van Zeeland
1940-1945 van Levien de Bree en Gijs van der
Ham. In zulke regionale studies komt al heel
sterk het besef naar voren dat een oorlog over
een streek komt zonder dat de bevolking iets aan
de gebeurtenissen kan veranderen.
Nog sterker wordt dit besef als het om plaatse
lijke geschiedenis gaat. Het wordt dan het relaas
van de gewone man, die moet trachten de ge
beurtenissen zo goed en zo kwaad als het gaat te
overleven. Toch is dit evengoed een belangrijk
aspect van de geschiedenis: het leven van ge
wone mensen in extreme omstandigheden, in tij
den van dood, verderf en ellende. Tot de catego
rie van plaatselijke geschiedschrijving behoort het
boek van Paridaen. Hij beschrijft de oorlogsge
beurtenissen, en speciaal die ten tijde van de be
vrijding, voor een klein gebied: Sint-Kruis en om
geving, met inbegrip van Eede, Sint-Laureins en
het Eiland, een gebied waar maar enkele honder
den mensen wonen, veelal verspreid over boer
derijen en arbeidershuisjes, voor een klein deel in
dorpen en buurtschappen.
Paridaen begint zijn boek met een karakter
schets van het gebied en zijn bewoners, waarbij
hij teruggaat tot de Eerste Wereldoorlog, die ook
hier zijn stempel drukte. Langs het Leopoldkanaal
lag toen immers de merkwaardige enclave Klein
België, waarvan de bewoners zowel van België
als van Nederland waren afgesneden. Dat heeft
ertoe bijgedragen dat de verbondenheid van de
bewoners aan weerskanten van de grens groot is:
men voelt zich sterk op elkaar aangewezen.
In 1944 werd die lotsverbondenheid nog veel