156 SIGNALEMENTEN sterker. Een groot deel van de streek werd al in het voorjaar van 1944 geïnundeerd vanuit het Le- opoldkanaal, waardoor onder meer de polder ten zuiden van Sint-Kruis plas en dras kwam te staan. Veel bewoners bleven echter thuis - hun huizen stonden op wat hogere grond - en verplaatsten zich met vaarbak en kano over hun land. In deze chaotische situatie kreeg men de langdurige be vrijdingsgevechten over zich heen. Het Leopold- kanaal en het geïnundeerde gebied bleken voor de bevrijders lastig te nemen barrières en de be vrijding nam dan ook veel tijd in beslag. Malde- gem was al op 12 september 1944 bevrijd, maar de doorbraak kwam na hevige gevechten en be schietingen pas eind oktober tot stand. Een groot deel van de huizen werd verwoest, onder de be volking vielen veel slachtoffers en de overleven den hadden op hun vlucht alle vormen van el lende doorstaan. Het is de grote verdienste van dit boek dat het voor een groot deel uit ooggetuigeverslagen be staat. Vrijwel iedereen die het nog kan navertel len komt aan het woord. De verhalen zijn nuch ter en zonder pathos genoteerd, wat de indringendheid nog verhoogt. Nu men dagelijks de beelden van de oorlog in Bosnië ziet, beseft men dat er niets nieuws onder de zon is: intimi datie, plundering, zinloze veiwoesting, gijzeling, het gebruik van burgers als menselijk schild, het kwam in 1944 ook allemaal voor. Het is goed dat dergelijke verhalen worden vastgelegd. Het is bekend dat Anne Frank op het idee van haar dagboek werd gebracht door de oproep van Koningin Wilhelmina om de eigen oorlogsbelevenissen op te schrijven als getuigenis voor later. Toch zijn dergelijke verhalen zeld zaam. Paridaen is er nog juist op tijd bij geweest. Zijn boek is natuurlijk in de eerste plaats van be lang voor de mensen uit de streek, de kinderen en kleinkinderen van degenen die het hebben beleefd, maar is van wijder strekking: slechts zel den zullen de oorlogsbelevenissen van bewoners van een klein gebied zo uitgebreid zijn vastge legd. Het boek is heel sober in offsetdruk uitge voerd. Helaas zijn de foto's daarbij onder de maat gebleven. De oorlogsfoto's zullen toch al niet van de beste kwaliteit zijn geweest - je verbaast je al tijd weer dat er onder zulke omstandigheden nog zo veel werd gefotografeerd - maar ze komen wel erg grijs over. Dit geldt vooral voor de grote foto's over twee bladzijden. En wat meer kaartjes waren welkom geweest. Het volgen van de ver halen vereist wel een zeer grote kennis van de plaatselijke topografie, zeker omdat er sindsdien in de streek zoveel is veranderd. A.J.B. Goldschmitz-Wielenga, L.C.J. e.a. Verdronken land. Valkenisse en Keizershoofd. Archeologisch en historisch onderzoek van een verdronken stukje Zuid-Beveland. Goes, De Koperen Tuin, 1995. 65 blz., 49 afbeeldingen. Prijs: 39,90. In de zomer van 1994 werd door de afdeling Zeeland van de Archeologische Werkgemeen schap Nederland een onderzoek uitgevoerd op de lokatie van het in 1682 verdronken dorp Val kenisse, gelegen ten oosten van Waarde. Ten ge volge van wijzigingen in de stroom en de aanslib bing in de Westerschelde waren namelijk de resten van het dorp blootgespoeld. Het resultaat van deze onderzoekingen is vastgelegd in een fraai uitgegeven boek. Doel van het onderzoek was in de eerste plaats om een indruk te krijgen van de structuur van het dorp en zijn gebouwen. Er werden dus in moei lijke omstandigheden - een slikkerig getijdege- biecl met korte werkbare perioden - vooral veel opmetingen verricht. Net als bij Nieuwlande in de Oosterschelde lukte het om de plattegrond van een aantal huizen en van de kerk te bepalen. In deze uitgave wordt hiervan verslag uitgebracht, waarbij ook de gedane vondsten worden behan deld en zoveel mogelijk historische gegevens over het dorp zijn bijeengebracht. In het eerste hoofdstuk behandelt J.J.B. Kuipers de historische geografie van het gebied aan de hand van de beschikbare literatuur. In het tweede hoofdstuk gaat hij in op de legende van de kerk stichting. Samen met R.M. van Heeringen analy seert hij de topografie van het dorp. L.C.J. Gold schmitz-Wielenga brengt verslag uit van het veldonderzoek en H. Hendrikse en Van Heerin gen beschrijven de resultaten daarvan. Hendrikse gaat in op de gevonden artefacten en Van der Linden op de datering van de opgegraven kleipij- pen. Geheel los van deze artikelen staat hoofdstuk VII, waarin J. Smits aan de hand van historisch onderzoek de geschiedenis van het fort op het Keizershoofd behandelt. Dit fort. gesticht in 1632, lag bij Valkenisse en verdween eveneens in 1682 in de golven. Omdat hier een getijgeul is ingesne den, is van het fort niets meer terug te vinden. Zoals gezegd is het onderzoek uitvoerig be schreven en geëvalueerd. Spectaculaire vondsten zijn overigens niet gedaan, maar men heeft nu wel een redelijk beeld van de structuur van het dorp en de plattegrond van de kerk. Het onder zoek gaat overigens nog door: het boek is dus ei genlijk wel wat vroeg verschenen. Zo zijn pas in 1995 de resten van een kasteel gevonden. Er blij ven ook de nodige vragen over. Op de Schelde kaart van omstreeks 1500 (afbeelding 18) is de kerk van Valkenisse afgebeeld als een kruiskerk met vieringtoren. Dit bleek bij de opgravingen onjuist te zijn: het is een éénbeukige kerk met westtoren en zijkapellen, zoals op Zuid-Beveland gebruikelijk. De afbeelding van de kerk van Hon-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 42