TWEEDUIZEND JAAR DELTA 125 opgedaan bij de droogmaking van Walcheren in 1945 was het nu mogelijk de dijkgaten binnen een jaar te sluiten. En ook nu was de tijd weer rijp voor radicale maatregelen. Tot dan toe had men de getijdewateren zelf nog niet kunnen aan pakken. Er waren nog geen technische middelen beschikbaar geweest om de hele Delta af te dam men en aan banden te leggen. Alleen enkele klei nere zeegaten (Brielse Maas, Braakman) waren al gesloten, juist vóór 1953. De stormramp leidde echter tot de uitvoering van het Deltaplan, waar bij ook de getijdewateren definitief getemd zou den worden, met uitzondering van de Wester- schelde, die om scheepvaarttechnische redenen open werd gehouden. Bewoonbaar Op dit moment kunnen we de balans opmaken van tweeduizend jaar pogingen om Zeeland be woonbaar te maken. We zien dat steeds is ge poogd de natuurlijke dynamiek van het getijde landschap te onderdrukken en onder controle te houden. Steeds is de mens daarbij zover gegaan als technisch mogelijk was. In diezelfde tijd na men de bevolking en het in het gebied geïnves teerde kapitaal toe, zodat er steeds meer reden was om beveiligingsmaatregelen te nemen. Steeds dichter benaderde men ook het ideaal van volledige scheiding van menselijke activiteit en natuurlijke processen. Het gevolg daarvan is, dat natuur in Zeeland uitsluitend nog aanwezig is: - waar men de natuur geen baas kon (de getijde wateren en de zee) en - waar het gebied geen economisch nut had (poelgronden, kreken, duinen). Deze ontwikkeling heeft dus niet geleid tot een duurzaam evenwicht tussen mens en natuur. Het is dan ook onjuist om te stellen dat door deze ac tiviteiten van de mens zo'n interessante natuur is ontstaan. Wel is een op veel plaatsen aantrekke lijk cultuurlandschap ontstaan, maar dat is wat anders. Als de Delta een groen-blauwe oase is, komt dat niet door menselijk ingrijpen, maar juist doordat de mens noodgedwongen met zijn han den van sommige dingen is afgebleven. Het re cente provinciale rapport De toestand van de Zeeuwse natuur geeft trouwens aan, dat het met deze oase niet zo best gesteld is. Pas in de meest recente jaren treedt een kente ring in dit proces op, onder invloed van het besef dat het voortbestaan van de mens ook afhanke lijk is van de natuurlijke hulpbronnen en dat de voorraad daarvan niet onbeperkt is. Bovendien pleiten ethische en culturele motieven voor het voortbestaan van de natuur. Dat heeft ertoe ge leid dat natuurbehoud actief in de planning is be trokken. De bemoeienis van de mens leidt nu niet meer uitsluitend tot het terugdringen van de natuur, maar strekt zich ook uit tot het behoud ervan. Het Deltaplan speelde bij deze kentering een belangrijke rol. Het uitgebreide studieprogramma dat het plan begeleidde, had niet alleen betrek king op de techniek van de sluiting, maar - mede door het pionierswerk van het toenmalige Delta Instituut in Yerseke - ook op de natuurlijke syste men en de gevolgen van het plan voor de natuur. Een cruciaal punt was het ingrijpende besluit om in plaats van een vaste dam in de Oosterschelde een stormvloedkering te bouwen, zodat het zoute getijdemilieu, weliswaar beperkt, kon blijven be staan. Maar even belangrijk is dat in diezelfde tijd de aanduiding woeste gronden van de kaart van Nederland is verdwenen. Woeste gronden waren gebieden die geen waarde hadden of nog op ontginning wachtten. Langzamerhand hebben zij allemaal een natuurbestemming gekregen, en dat geldt ook voor veel bossen en marginale land bouwgronden. Door gericht natuurbeheer wordt daar gestreefd naar het behoud of het verkrijgen van die natuur die daar in de ogen van de be heerder past. Dat betekent dus niet dat de natuur hier vrij spel krijgt. Integendeel, de mens bepaalt welke natuur ergens mag zijn. In de Deltawateren worden door compartimentering en waterbeheer de randvoorwaarden geschapen waarbinnen de natuur zich mag ontwikkelen. De natuurlijke pro cessen worden nu door de mens gestuurd. Een nog recentere ontwikkeling wordt ge vormd door schuchtere pogingen 0111 de natuur wat vrijheid terug te geven zolang dit voor de mens geen kwaad kan. Het toelaten van getijde beweging in de Oosterschelde is inderdaad een stapje terug ten opzichte van de oorspronkelijke plannen. Daarop sluiten nieuwere ideeën aan om de natuur meer vrij spel te geven. Het bekendste is het plan Ooievaar voor het rivierengebied. In Zeeland sluiten daar bepaalde aspecten van het plan Tureluur op aan, onder andere de suggesties voor ontpoldering. Andere, soortgelijke ideeën betreffen het weer toelaten van verstuiving in de duinen, sluftervorming en de gekerfde zeereep. Het aardige van een historische beschouwing is de mogelijkheid om lange lijnen in de geschie denis te ontdekken. Die lange lijn is in dit geval wel duidelijk: steeds verdere scheiding van mens en natuur en steeds sterker terugdringen van de natuur, al twintig eeuwen lang. De groen-blauwe oase Om de groene-blauwe oase te behouden zal ech ter een ombuiging van die lijn noodzakelijk zijn. Als de ruimte en de natuurlijke systemen van de Delta steeds verder worden geëxploiteerd, zal de oase in omvang en kwaliteit afnemen. Uit het voorgaande blijkt echter, dat een weg terug even-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 7