32 SIGNALEMENTEN hoofdstuk behandelt de geschiedenis van het on- bedijkte Zeeland. Ofschoon deze periode al vrij bekend is, kan zij in dit boek niet gemist worden. Dit hoofdstuk is echter niet erg origineel. Pas in het volgende hoofdstuk komen de nieuwe gege vens over de aanleg van de zeedijken aan de orde, de vele perikelen over nalatige dijkplichti- gen, de instelling van dijkgraafschappen door de graven van Holland en de altijd tot de verbeel ding sprekende, talrijke overstromingen, met als climax de stormvloed van 5 november 1530, de Sint Felixvloed. De vloed van 1532 maakte voor langere tijd een einde aan de pogingen om het verdronken Noord-Beveland weer boven water te krijgen. Priester behandelt niet alleen de waterstaatkun dige geschiedenis, maar tracht met de beperkte bronnen die beschikbaar zijn een breder beeld van de organisatie en de machtsverhoudingen in de parochies Campen en Soelekerke te schetsen. Hij gaat daartoe terug tot de oorsprong en het patronaatsrecht van de verschillende parochies. De rol van de ambachtsheren is uiteraard, mede gezien de opdracht voor de geschiedschrijving, een dankbaar uitgangspunt. De kenmerken van de Zeeuwse ambachten en de macht van die he ren worden in het vierde hoofdstuk belicht, te za- men met de strijd om Zeeland bewesten Schelde en de voordelen die de ambachtsheren van de graaf van Holland uit dit conflict wisten te verkrij gen. Het eiland eindigde in 1530 waar het begon: als land van slikken en schorren, begraasd door schapen. Maar niet voor lang. Het drijvende ei land werd langzamerhand weer ingedijkt, van het midden van de zeventiende eeuw tot de negen tiende eeuw, waarin uiteraard vele conflicten over grensscheidingen uitgevochten moesten worden. Laurens Priester is erin geslaagd een moeilijk toegankelijk historisch terrein tot leven te bren gen. Dank zij de vele conflicten - altijd een dank bare bron voor de historicus - zijn veel feiten be kend, waarvan Priester een leesbaar geheel heeft weten te maken. Het boek bevat enkele fraaie il lustraties en een inlegvel, te weten een reproduk- tie van een kaart uit 1620. JLK M. Sanderse. 200 jaar sociëteit 'De Vergenoeging' 1795-1995. Middelburg 1995. Prijs 29,50; te be stellen bij het secretariaat van de sociëteit, tele foonnummer (0118) 613209. In 1995 bestond de sociëteit 'De Vergenoeging' tweehonderd jaar. Het bestuur heeft dit jubileum tijdig zien aankomen en twee jaar tevoren één van de leden verzocht, een onderzoek in te stel len naar de geschiedenis van deze oude herenso ciëteit. Met de onderhavige publikatie tracht het bestuur tevens te bewerkstelligen dat het beeld van een besloten oude-herenclub wordt doorbro ken. De op dit moment 135 leden tellende ver eniging vindt zichzelf springlevend en komt sinds 1985 bijeen in het schitterende monumentale ge bouw Le baron chassé. Doordat er vroeger veel banden bestonden tus sen de leden van de sociëteit en het stedelijk be stuur, geeft het boek een beeld van de ontwikke lingen in Middelburg, dat uiteraard niet diepgaand, maar wel anekdotisch en luchthartig is. In de loop der jaren is de sociëteit van kleui- verschoten: het politieke karakter heeft meer en meer plaats gemaakt voor het gezellig samenzijn. Dat is in de samenstelling van het boek ook te merken: van patriottenbeweging tot een partijtje biljart, alles komt aan de orde. Het typisch negen- tiende-eeuwse Middelburgse milieu van rangen en standen tekent zich fraai af in de verschillende sociëteiten die de stad vroeger telde. Behalve 'De Vergenoeging', enigszins chique maar vooral niet té elitair, telde Middelburg 'De Vriendschap', vooral bedoeld voor adellijke regenten, 'Sint Jo ris', waarvan met name juristen en medici lid wa ren (wat verbindt die twee groepen eigenlijk?) en de onbelangrijker (de leden waren uit de lagere sociale kringen afkomstig) sociëteiten 'La Belle Alliance', 'De Eensgezindheid' en een oude, func tionele groepering die verworden was tot gezel ligheidsvereniging: 'de Verenigde Sociëteiten dei- Schutterij en Infanterie te Middelburg'. Helaas ontbreken de archiefstukken om juist deze so ciale verschillen uit te diepen. Dat zou pas echt interessant zijn. Helaas wordt het boek sterk gedomineerd dooi de zeer beperkte beschikbaarheid van archiefma teriaal; branden - in dit geval een brand in 1930 - zijn altijd rampzalig voor de geschiedschrijving. Op zich is dit een heel aardig boekje, dat voor de leden zeker waarde heeft. Het is fraai geïllus treerd en schetst een beeld van de ontwikkeling van de sociëteit. Niettemin verdient het fenomeen van de oude-herensociëteiten verdere studie. Het bestaan van deze verenigingen is een interessant cultuurverschijnsel, dat in een breder perspectief kan worden geplaatst, waarbij veel meer kenmer kende gewoonten en tradities, de banden met politieke machthebbers en dus het circuit van de 'wandelgangen' aan de orde zouden kunnen ko men. Dat is wellicht wat veel gevraagd voor het gedenkboekje dat deze publikatie ten slotte is. JLK L. van Driel en A. Steketee, Zeeuwse plaatsna men; van Aardenburg tot Zonnemaireuitgeverij ADZ Vlissingen, november 1995. Prijs: 39,95.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1996 | | pagina 34