BOERELEUNTJE, OF DISCO IN GOES ANNO 1900
37
Ad Beenhakker
Het Noordduitse stadje Husum is vooral bekend uit de geschriften van Tbeodor Storm, die zijn geboorte
stad, 'die graue Staclt am Meer', in vele van zijn gedichten en novellen heeft vereeuwigd. Het is echter
ook. de vaderstad van de Amerikaanse miljonair Ludwig Nissen, die onder meer zijn schilderijencollectie
aan zijn geboorteplaats vermaakte. In deze collectie bevindt zich een schilderij met de dubbele titel
Bauerntanz/Dutcb Barn Dance'. Dit schilderij interesseert ons, want cle boerendans speelt zich af op
Zuid-Beveland. Een toevallig museumbezoek in Husum leidde tot een speurtocht naar Boereleuntje en
Zeeuws volksvermaak omstreeks 1900.
De verzamelaar
Ludwig Nissen (1855-1924) was de zoon van een
Husumse touwslager. Hij heeft Theodor Storm
(1817-1888) nog gekend, want hij begon zijn
loopbaan als schrijver bij de plaatselijke recht
bank, waar Storm toen rechter was. Reeds in
1872, toen hij zestien jaar oud was, vertrok Lud
wig Nissen naar Amerika om zich aldaar bij zijn
oudere broer te voegen en zijn geluk te beproe
ven. Het ontbrak hem blijkbaar niet aan zelfver
trouwen: op een fotografisch portret uit 1873 po
seert de zeventienjarige emigrant als een grand
seigneur met vest, rok, overjas, horlogeketting en
hoedje. Hij verdiende toen nog de kost als
schoenpoetser en afwasser. De 'American dream'
werd echter in hem bewaarheid: in 1889 had Nis
sen een vooraanstaande juwelierszaak op Fifth
Avenue in New York en hij vestigde zich in een
luxueuze villa in Brooklyn. Hij speelde een be
langrijke rol in het New Yorkse zakenleven, en
hoewel hij geen politieke ambities had, kende hij
de presidenten Theodore Roosevelt, Taft en Cool-
idge persoonlijk.
Zijn geboortestad vergat hij echter niet. Bij tes
tament vermaakte hij 2,5 miljoen mark aan de
stad Husum voor de stichting van een cultureel
centrum, dat een museum voor de geschiedenis
van land en volk van Noordfriesland, een biblio
theek en tentoonstellings- en concertzalen zou
moeten bevatten. Als gevolg van de economische
crisis en procedurele kwesties kwam het Nissen-
haus pas in 1937 tot stand. Het werd opgetrok
ken in een karakteristieke expressionistische stijl
en heeft vanaf de oprichting een belangrijke rol
in het Husumse culturele leven gespeeld.
Tot Nissens legaat aan Husum behoorde ook
zijn kunstcollectie. Deze omvatte in hoofdzaak
eigentijdse Europese en Amerikaanse schilder
kunst. Beroemde namen zijn zeldzaam in de col
lectie: behalve een enkel schilderij van Boudin en
Raffaelli bevat de verzameling uitsluitend werken
van kunstenaars van het tweede en derde plan.
Nissens voorkeur ging uit naar de toen populaire
salonschilderkunst en naar min of meer romanti
sche landschappen. Belangrijk was echter zijn be
langstelling voor de toen juist ontluikende Ameri
kaanse schilderkunst. Als één der eersten kocht
hij werk van jonge landgenoten en hij vulde deze
collectie aan met werken van geestverwante Eu
ropese schilders. Met de impressionist Joseph
Boston, één der eerste schilders van het Ameri
kaanse landschap, was hij bevriend. Tot zijn
nauwe kennissenkring behoorde ook de extra
vagante en schatrijke Hongaarse portretschilderes
Elisabeth Parlaghy, die een blauwe maandag met
een Russische vorst getrouwd was geweest, zich
sindsdien Her Serene Highness Vilma Princess
Lwoff-Parlaghy noemde en in New York een
grote staat voerde. In de Verenigde Staten werkte
de aanwezigheid van een prinses in iemands
kennissenkring uiteraard aanzienlijk statusverho
gend.
De merkwaardige kunstcollectie van Ludwig
Nissen kwam dus uiteindelijk in Husum terecht.
De stad bezit daarmee de grootste collectie ne-
gentiende-eeuwse Amerikaanse schilderkunst in
Europa.
De schilder
Over de maker van ons Zeeuwse schilderij weten
we helaas niet veel. Max Silbert behoorde tot een
grote groep schilders die Parijs als basis hadden
en van daaruit door Europa trokken op zoek naar
schilderachtige motieven. Silbert was in 1871 in
Odessa in de Oekraïne geboren, waarschijnlijk uit
Franse ouders, en had aan de Parijse Academie
bij Géröme en Maignan gestudeerd. Hij reisde
onder andere door Nederland en Oostenrijk,
maar zijn basis bleef Parijs. In 1920 behaalde hij
een gouden medaille van de Artistes Francais. Be
halve in Husum is hij, voor zover bekend, niet in
musea vertegenwoordigd. Ook zijn sterfjaar heb
ben we niet in de literatuur kunnen achterhalen.